TIJD
SCHRIFT
Kees Cijsouw
Schets
Welzijn
Klaasesz
Prijs
19
De staten van Zeeland hebben zich
in het eerste kwartaal van dit jaar
uitbundig beziggehouden met wat zo
fraai heet 'de sociaal-culturele ont-
wikkelingsschets 1972'. Dat was, ge
zien het jaartal, niet voor de tijd, is
men geneigd te zeggen. Temeer niet,
als men bedenkt dat de schets in
feite diende als vervolg op het cul
tuurplan van 1967.
Twee jaar na het ontstaan wierpen
de staten zich op het stuk. En men
kan van dat college moeilijk zeggen,
dat het de schets achteloos afdeed
en de schijn wekte dat het niet
meer was dan mosterd na de maal
tijd. Integendeel. Eén vergadering
was niet voldoende om de sociaal-
culturele zaken van dit gewest door
te praten, behalve in februari nam
de schets ook het grootste deel van
de maart-vergadering van de Zeeuw
se staten in beslag.
Wie die urenlange behandeling wat
aan de ruime kant vond, dient te
worden gewezen op de omschrijving
van het in de schets centraal staan
de sociaal-culturele gebeuren, die ge
deputeerde J. van den Bos zorgvul
dig had opgeschreven voor-ie hem
uitsprak: ,,ln wetenschappelijke
kring noemt men het sociaal-culture
le gebeuren een empirische weten
schap, welke streeft naar gesystema
tiseerde begrijpelijkheid van het le
ven in groepsverband. Dat is dus de
wetenschap, die formuleert wat ieder
een al weet, maar op zodanige wij
ze, dat niemand het meer be
grijpt."
We willen u trouwens ook de om
schrijving niet onthouden, die vanuit
het hart van de provinciale griffie
over de schets naar buiten door
drong. Daar klopte een ambtenaar
op de lade, waarin de nota lag en
sprak: ,,Die schets? Die schets is net
een goede wijn. Hoe langer-ie ligt,
hoe beter-ie wordt".
Een team van wetenschappelijke on
derzoekers van Harvard-University
en het Rand-college, dat in Amerika
jarenlang sukkelde met een onder
zoek naar de relaties tussen wel
vaart en welzijn, heeft eind maart
een geheel onverwachte impuls ge
kregen om de studie af te ronden.
Een door de complexiteit van de
materie overspannen geraakte hoog
leraar bracht ter kalmering van de
geest enige tijd in Zeeland door en
keerde triomfantelijk naar Harvard
terug met de PZC.
De internationaal vermaarde weten
schapper hield zijn lusteloos gewor
den mede-onderzoekers in de krant
de verslagen voor van de behande
ling van de sociaal-culturele ontwik-
kelingsschets in de Zeeuwse staten.
En in de tekst van twee in de staten
behandelde moties zagen de onder
zoekers de kern van de problema
tiek plotseling kristalhelder voor
zich.
Want wat stond er in de ene door
de PvdA ingediende motie? ,,Bij de
sociaal-culturele ontwikkeling van
Zeeland moet het welzijn van de
bevolking centraal staan en dit wel
zijn mag niet in de eerste plaats
afhankelijk gesteld worden van de
economische groei".
En hoe luidde de kern van de daar
na door de confessionele partijen
ingediende motie?
,,Het totstandbrengen van meer en
betere welzijnsvoorzieningen is me
de afhankelijk van het welvaartsni
veau van onze samenleving"
Het Amerikaanse onderzoek kon on
middellijk worden afgerond. Zó sim
pel, zó duidelijk, zóveel visie het
werd nauwelijks voor mogelijk ge
houden.
En het is goed vast te leggen, waar
in een klein land groot kan zijn.
De commissie-Klaasesz heeft haar ei
gelegd en het is alom kritisch beke
ken. Een poreuze dam door de Ooster
schelde plus een dam in de buurt
van het Schelde-Rijnkanaal, tussen
Zuid-Beveland en Tholen en later
een stormvloedkering. Weinig resolu
te afwijzingen, gematigd optimisme
en natuurlijk: voorlopig nog een
vraagteken of de Nederlandse sa
menleving anderhalf miljard gulden
aan méérkosten voor behoud van
het Oosterschelde-milieu over zal
hebben.
Toen de commissie begin maart
haar oplossing voor de Oosterschel
de aan minister Westerterp van ver
keer en waterstaat aanbood, ging
dat vergezeld van een toelichting
van voorzitter mr. J. Klaasesz. Hij
maakte onder meer duidelijk, dat
een poreuze dam en een stormvloed
kering technisch moeilijker zijn dan
de dam, die volgens de oorspronke
lijke plannen door de Oosterschelde
zou worden gelegd. ,,Een uitdaging
voor de waterstaat", werd er vanuit
de commissie gezegd.
Maar mr. Klaasesz had voor de
technici een geruststellende gedachte.
,,Als ze d'r niet uitkomen", sprak-ie,
kunnen ze altijd nog een beroep
doen op ons".
De achtste Zeeuwse Prijs is begin
maart uitgereikt aan mevrouw E. J.
van den Broecke-de Man uit Vlissin-
gen (75). ,,Voor haar vele en veelzij
dige activiteiten en grote verdien
sten voor het culturele leven in