VAN CONFLICT NAAR COMPROMIS? M. C. in't Anker Beschouwingen over het Rapport van de Commissie Oosterscheide, maart 1974 Begin maart verscheen het rapport van de commissie Oosterscheide, ook wel (naar de voorzitter) genoemd de commissie-Klaasesz. Er was met spanning naar de resultaten van de commissie uitgezien. Direct na de publicatie stortten dag- en weekbladen, radio en televisie zich enthousiast op het rapport. Een uitgebreide uiteenzetting over de door de commissie beschouwde aspecten, plannen en varianten zal hier achterwege blijven: de lezer is ongetwijfeld ter zake al voldoende geïnformeerd. Daarom zal volstaan worden met een korte samenvatting van de door de commissie gekozen variant-oplossing. In een eerste fase zouden de drie resterende geulen in de monding van de Oosterscheide (Roompot, Schaar en Roggenplaat en Ham men) afgesloten worden door mid del van een blokkendam, zodanig dat er ter hoogte van Yerseke een gemiddeld tijverschil van circa 1,8 m blijft bestaan. Zonodig moet, om dat tijverschil te kunnen handhaven, een aantal doorlaatcaissons ge plaatst worden, of de blokkendam gedeeltelijk als drempel uitgevoerd worden. Na uitvoering van de wer ken (circa 4 jaar?) moet een verla ging van de stormvloedstanden met ongeveer 0,7 m achterin het Ooster- scheldebekken optreden. Na deze (tijdelijke) maatregel moe ten in een tweede fase een aantal andere werken uitgevoerd worden. Dit betreft een stormvloedkering in de afsluitdam, bijvoorbeeld in het bestaande werkeiland tussen de Roompot en de Schaar van Roggen- plaat. De doorlaatcapaciteit van deze stormvloedkering zal zo groot moe ten zijn, dat na vervanging van de open blokkendam door de storm vloedkering minstens eenzelfde tij verschil als in de eerste fase ge waarborgd is. Voorts zullen secundaire dammen met schutsluizen worden gemaakt in het Keeten en juist ten westen van het Schelde-Rijnkanaal. Met de wer ken van deze tweede fase zou even tueel in de eerste fase al begonnen kunnen worden. In een derde fase kunnen de blok- kendammen in een definitieve af damming worden opgenomen. De dammenweg kan dan ook aangelegd worden. De bouwtijd van de storm vloedkering wordt op 10 a 15 jaar ge schat. De dammenweg zou dan nog iets later gereed kunnen zijn. De door de commissie Oosterscheide gekozen oplossing is afgebeeld in figuur 1 Perspectief In de conclusies geeft de commissie nog een aantal belangwekkende op merkingen. Deze vormen het bredere perspectief waarin de voorgestelde oplossing geplaatst dient te worden. Er wordt aanbevolen voor wat be treft het nemen van een besluit te streven naar een zo groot mogelijk evenwicht tussen de onderscheiden belangen als veiligheid, milieu, visse rij, landbouw, watervoorziening, re creatie, verkeer, enzovoort. Ook ruimtelijk en temporeel bezien be veelt de commissie een evenwichtige benadering aan. Een te kiezen oplos sing zal, met andere woorden, ge kenschetst moeten zijn door een zeker streven naar harmonie en niet een eenzijdig karakter mogen heb ben. Dat is niet direct een kenmerk van de tot nu toe voorgestane afslui ting, waar het hoofdaccent ligt op de te bereiken veiligheid. Een evenwicht naar de tijd houdt onder meer in dat niet alleen naar de huidige be langen en wensen gekeken wordt, maar ook naar de mogelijkheden in de toekomst. Een grote mate van flexibiliteit in de plannen zou daar aan een bijdrage kunnen leveren. De commissie heeft dat punt scherp onder kend; het motto van hun rapport duidt in die richting: Naarmate meer in de materie wordt doorgedrongen wint het in zicht veld, dat het beleid erop dient te zijn gericht zo min mogelijk voor de toekomst vast te leggen en een zo groot mogelijke keuzevrijheid open te houden; de waterbouwkundi ge conceptie dient daarop te zijn ingesteld". Hoewel dit motto ontleend is aan de Memorie van Toelichting bij de Be groting 1974 van Verkeer en Water staat mag hier toch wel gesteld worden dat dit ministerie althans in het verleden niet heeft uitge blonken in het in praktijk brengen van deze filosofie: veel waterbouw kundige werken zijn uitgevoerd vol gens schema's die in de loop der jaren niet of zeer moeizaam aange past bleken te kunnen worden aan nieuwe inzichten in de maatschappij. Kritiek Natuurlijk is het mogelijk om op het rapport van de commissie kri tiek te leveren, om er kanttekenin gen en opmerkingen bij te plaatsen, om er vragen bij te stellen, en in het navolgende zal dat ook gebeu ren. Om bij de lezer geen vertekend beeld op te roepen over het rapport als geheel, lijkt het goed om vooraf enkele algemene opmerkingen en conclusies te geven. Naar mijn me ning heeft de commissie voortreffe lijk werk geleverd. Binnen de tijd van een half jaar werd toch een andere, originele conceptie voor dit deel van de Deltawerken geconstru eerd. Er wordt een weg aangegeven waarlangs het mogelijk zou moeten zijn een situatie te scheppen waarin zowel de belangen van de veiligheid, het natuurlijk milieu als van de

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1974 | | pagina 1