meester mesu en 'n emmer boerejongers
25
armen opgevangen. Daarna moest ie
der meedrinken uit een emmer met
boerenjongers (rozijnen op brande
wijn, waarin de houten pollepel stond.
Die ringrijderij was een hoogtepunt.
De feesten in 1907 ter ere van de her
denking van de zeeheld, Michiel de
Ruyter, waren een ander hoogtepunt.
Heel Walcheren was op de been en
naar'mijn gevoel in één vreugderoes.
Hoewel ik dat woord toen vanzelfspre
kend niet kende. Op school was het
feestelijk. Meester van Houten herdacht
de Ruyter. We moesten allen naast de
bank gaan staan. De jongens en meis
jes op hun kousevoeten, alleen enkele
kinderen van de notabelen hadden
schoenen aan. Ik ook, helaas naar mijn
gevoel. Gedenk onze zeeheld. Hij klom
op het haantje van de toren. Hij vocht
voor ons en stierf in het harnas. Eens
draaide hij aan het grote wiel, daar
over zingen we straks." En we zongen.
,,Volg hem na", zei de meester, ,,geef
je nooit over aan de vijand als die eens
mocht komen." Ik meen dat op dat
ogenblik mijn verzet tegen de vijand
van vijfendertig jaar later werd gebo
ren. Hoewel „verzet" allereerst bete
kent „zuiver rechtsgevoel", verdedigen
van het moraal en van de grond waar
men gegroeid is als een plant. Een ge
vaarlijk begrip overigens dat goed ge
hanteerd moet worden, dat bleek wel
in de tweede wereldoorlog. Maar daar
van niet. Heel Walcheren dronk van
wege de feesten chocolademelk, ge
maakt van vierkante blokken cacao of
van de poeder uit de enorme rode blik
ken met een even grote afbeelding van
onze zeeheld erop. Daarbij aten we
krentenbollen met kaas. Mijn Zeeuwse
moed zonk me echter in de schoenen,
toen ik op de kade in Vlissingen stond
te wachten tot de zeeheld in het kos
tuum van zijn dagen aankwam. Rijen
gepavoiseerde schepen lagen er, waar
langs hellebaardiers, als uit de tijd van
De Ruyter, waren opgesteld. Het was
er zo vol en ik was aan de hand van
mijn moeder zo klein, dat ik het lang
geen pretje vond onder de armen van
de piekeniers en hellebaardiers door
te kruipen alleen om een gevaarte van
een schip, met de wimpel in top, onder
daverend gejuich, aan de kade te zien
aanleggen.
Omstreeks diezelfde tijd bezochten ko
ningin Wilhelmina en prins Hendrik
Middelburg. Ik kreeg prentbriefkaar
ten met koningin Wilhelmina en de
prins in generaalsuniform met steek,
waar zij uit het raampje keken van de
gouden koets, die met een papieren
deurtje openging. Ook ontving ik van
een vriendje uit Middelburg een prent
briefkaart met de afbeelding van twee
kinderen, verkleed als het koninklijk
paar. De realiteit was een denderend
vuurwerk met een oranje W en een
kroon erboven. Eerder die dag kon ik
hen zien langsrijden: Koningin Wilhel
mina met een hoed a la mode met wit
grijze struisveren, die zachtjes heen
en weer wiegelden onder het rijden.
Prins Hendrik was in uniform met
steek. Het was bij die gelegenheid dat
de componist Morks met zijn „Klepper-
Helma in Nieuwlandse dracht, oud 9 jaar.