jan antiek i 10 burg vinden we Frederiks voor het laatst, wonend in de Lange Sint Pieter straat F 52, architect der rijks abdij gebouwen en lid van de rijkscommissie van de beschrijving der monumenten. Den Haag In 1907 ging hij als directeur van het Kunstnijverheidsmuseum naar Den Haag. Zijn jaren in Zeeland, maar vooral in Middelburg, waren vrucht baar geweest. Herinneren wij alleen aan de restauraties van de gebouwen van de verschillende Doelens in de Zeeuwse hoofdstad. De Kloveniers doelen leek onherstelbaar verminkt, maar kreeg door het werk van Frede riks het aanzicht dat zij verdiende. Niet alleen in de sfeer van de oude gebouwen was hij werkzaam geweest, ook als architect van nieuwe huizen had hij naam gekregen. Onder zijn papieren vonden wij een lijstje van ont worpen en uitgevoerde bouwwerken als villa's, woonhuizen, winkels, een kantoorgebouw en een brandspuithuis. De bibliotheek van het voormalige mu seum van het Zeeuwsch Genootschap in de Wagenaarstraat is van zijn hand. De jaren in Den Haag moeten voor Frederiks plezierig zijn geweest als wij allerlei herdenkingsartikelen mo gen geloven. Hij bezoekt er twee of drie maal per week De Stuers, die hij 4 april 1916 opvolgde als beheerder van de Gevangenpoort. In een her denkingsartikel in de NRC van 27 no vember 1919 ter gelegenheid van de zeventigste verjaardag van Frederiks wordt op zijn verhouding tot De Stuers gewezen Gesecondeerd heeft Frede riks dezen kunstminister avant la lettre waar hij maar kon, zelfs na diens dood zijn herinnering nog, toen hij een paar jaar geleden het opnam voor de toch niet zonder reden aangevallen restauratie van het Middelburgsche stadhuis, onder De Stuers' auspiciën en naar diens inzicht uitgevoerd." Gedoeld wordt hier waarschijnlijk op de in 1917 verschenen brochure van Frederiks ,,Het Middelburgsche raad huis in de Tweede Kamer", naar aan leiding van enkele vervelende vragen van kamerleden. Het ging hier even wel niet om De Stuers maar om het beleid van dr. Cuypers. Frederiks vindt het weerzinwekkend te zien hoe de ruim 90 jarige meester aan het eind van zijn roemvolle loopbaan wordt tegengewerkt en miskend". De nieuwe bekroningen van de baldakijnen waar onder de beelden aan de gevel van het stadhuis waren geplaatst, waren in het geding. Het vervelende voor Frederiks was dat gevraagd werd naar de verblijfplaats der oude beel den, waarvan hij zegt in 1907 enkele vrij gave fragmenten in bezit te heb ben gekregen ingevolge toestemming van B en W. De zaak komt eind ja nuari 1918 ook in de gemeenteraad aan de orde. Inmiddels had een J. Oud (Middelburg) in het weekblad „De Amsterdammer" van 5 januari 1918 de zaak aan de orde gesteld. Hij trekt zonder meer de integriteit van Frederiks in twijfel. ,,De heer Frederiks wist dan ook met de ,,waardelooze" statuen wel weg: een tot buste verkleind fragment van een ervan berust tenminste thans in de verzameling van den heer Onnes van Nijenrode, die bij zijne aankoopen van kunstwerken herhaaldelijk van de diensten van den heer Frederiks ge bruik maakt; een ander is thans het eigendom van den Ftotterdamschen liefhebber Van Schaik, die eveneens tot den heer Frederiks in betrekking staat, en een derde verkreeg Victor De Stuers, die blijkbaar en terecht van mening was, dat het beeld in zijne collectie veiliger stond dan bij den heer Frederiks." Nog ,,Een laatste woord over het Mid delburgsche raadhuis" zal Frederiks schrijven zonder op de verdacht making van Oud in te gaan. Hij ver dedigt het werk van dr. Cuypers door er op te wijzen dat de bekroningen van de baldakijnen in meer dan dertig gevallen bij andere stadhuizen voor komen zoals o.a. die van Oudenaarde, Brussel, Damme en Leuven. Maar men hoeft niet zover te zoeken want op een uur afstand vindt men een zelfde beeldgroepverdeling van hetzelfde systeem en gelijke proportie namelijk op het stadhuis van Veere, van de zelfde bouwmeester Keldermans en uit dezelfde tijd. Nog meer dan bij zijn zeventigste zal Frederiks gefêteerd worden op zijn tachtigste. In het atelier van Toon Du- puis wordt hem zijn buste aangeboden vervaardigd door de beeldhouwer en aangeboden door de Vrienden van Pulchri Studio. Uit de stroom van herdenkingsartikelen kunnen wij een opmerking van hemzelf citeren ,,/n Middelburg had ik geen tijd om te eten en in Den Flaag gunnen ze me geen tijd om dood te gaan." Er staat ook dat de opdracht van de restauratie van de Middelburgse abdij als een boodschap uit de hemel is gekomen en dat het zijn levenswerk is gewor- Villa Elderschans te Aardenburg van burgemeester Hennequin, architect Frederiks, 1 885. Villa £kterscfiatts Aarderthwrgr

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1974 | | pagina 10