AFSCHEID
„ik ben waarschijnlijk één van de laatste commissarissen in ambtskostuum"
20
In 1965 - signaleert mr. Van Aartsen - was
de verwachting, dat de uitvoering van het
Deltaplan zich automatisch zou voltrek
ken. ,,Nu blijkt, dat dat helemaal niet zo
automatisch zal gaan. Het milieu en toch
ook wel de aanvankelijk afgeschreven vis
serij hebben de doorslag gegeven voor
een ombuiging van het beleid. Ik sta nog
altijd een beetje sceptisch tegenover de
kans van slagen. Als men de veiligheid en
de visserij en het milieu tegelijkertijd kan
redden - wie zou dan tegen het nieuwe
plan zijn. En als men er een miljard in wit
stoppen, dan moet dat wel nationaal ge
beuren. Maar we leven over de uitvoering
van het plan op een aantal punten nog net
zo in het vage als voorheen en ik vind dat
de veiligheid voor de mens tegen over
stromingen toch echt voorop moet staan,
het is niet aanvaardbaar, dat die naar 1995
zou kunnen worden verschoven.
Politiek
Zeeland, 1965-1974. Mr. Van Aartsen: ,,ln
die periode is het politieke bedrijf harder
geworden, toen we in 1965 begonnen
werd het voorgestane beleid door de sta
ten vrijwel unaniem gedeeld, het is niet
een beleid dat alleen door gedeputeerde
staten is doorgezet. Maar je moet als ge
deputeerde staten met een standpunt ko
men, je bent geroepen te besturen. Pas
als de staten die lijn niet wensen en een
college kan ze niet overtuigen, houdt het
op. De politieke strijd in de staten is te
genwoordig veel harder dan in het begin
van mijn periode. Dat is niet op me afge
komen in de geest van: nu is het plezier
eraf. Je taak wordt er wel moeilijker door,
maar het is mij best dat de bestuurder
kritischer wordt gevolgd dan vroeger het
geval was. Je dient er tegen te kunnen. Ik
vind het wel jammer, dat er zoveel men
sen zijn, die het alleen maar in het negatie
ve zoeken met de kritiek.
Privé
Zeeland 1965-1974, privé. Mr. Van Aart
sen: ,,De grote moeilijkheid was een man
als De Casembroot op te volgen. De Zeeu
wen zijn wel zo, dat ze eerst de kat even
uit de boom kijken. Ik kende de Zeeuwse
mentalitiet, mijn ouders waren beide
Zeeuwen en dat maakte het wel gemakke
lijker voor me.
Negerrjaar Zeeland. ,,Het zijn hele goede
jaren geweest. Vóór Zeeland ben ik negen
jaar wethouder in Den Haag geweest, het
bestuur van zo'n grote stad was boeiend,
er waren goede verhoudingen met de
raad. Het was wel een andere tijd, 1949
tot 1958, er was begeerte samen iets tot
stand te brengen. Ik heb later we/eens ge
dacht: dat konden weieens de mooiste
jaren zijn geweest. Daarna minister. Had
dat niet graag gemist. De spanningen zijn
nu nog weer erger dan toen. En daarna
commissaris. Dat is toch ook een zeer
drukke tijd geweest, al had je niet die
directe politieke spanningen. Ik heb ze er
varen als hele mooie jaren, een fijne afslui
ting van mijn carrière. Ik heb het erg
intens ervaren, ze zijn zoals dat tegen
woordig heet goed bij mij overgekomen.
Kerncentrale
Die uitspraak over de kerncentrale - dat u
er naast zou durven wonen. Zou u het
durven?
Mr. Van Aartsen: Durven wel, maar ik
weet in Zeeland mooiere plekjes om te
wonen. Het was Den Haag of Zeeland.
Het liefst bleven we in Zeeland, ook van
wege de prettige sfeer die we er getroffen
hebben. Toen er een mogelijkheid kwam
om tussen Goes en 's-Gravenpolder de Al-
bertinahoeve te huren, hebben we die
kans graag aangegrepen.De heer en
mevrouw Van Aartsen wonen er intussen
al enige tijd. Mr. Van Aartsen: ,,lk voelde
er niet voor tot na de benoeming van mijn
opvolger in de ambtswoning te zitten. Per
1 oktober wilden we er in ieder geval uit
zijn. En in september verhuizen - daar is
die maand te druk voor.
Kostuum
Mevrouw Van Aartsen komt binnen als er
wordt overlegd over de foto, die bij het
stuk dient te worden geplaatst. Ik poog -
bij wijze van variatie - de hand te leggen
op een van de foto's, die recentelijk privé
van de scheidende commissaris zijn ge
maakt. Foto's van de commissaris in
ambtskostuum. Mevrouw Van Aartsen
ziet wel iets in die keuze, de commissaris
ook. ,,lk ben", zegt hij, waarschijnlijk
een van de laatste commissarissen die nog
een ambtskostuum droeg.
Bij het verschijnen van dit nummer zal mr. Van Aartsen, voorzitter van het bestuur van het
Zeeuws Tijdschrift, reeds in kleine kring afscheid genomen hebben van ,,zijn" tijdschrift.
De periode-Van Aartsen is bepaald niet de minst bewogene in de Zeeuwse geschiedenis:
ontwikkeling enuitbouw", schaalvergroting en de daarmee samenhangende groeiende
zorg en bezorgdheid voor een reeks welzijnszaken zijn maar enkele kern uitdrukkingen"
die in die periode passen. Het Zeeuws Tijdschrift heeft er op zijn eigen - bescheiden - wijze
deel in gehad. De redactie hecht er aan voorzitter Van Aartsen bij dit afscheid te danken
voor het feit dat hij de materiële verschijningsmogelijkheid mede heeft veiliggesteld. Het
heeft er de laatste jaren enkele malen naar uitgezien dat de algehele stroomversnelling het
tijdschrift te machtig zou worden. Doorzetting en koerscorrectie hebben de verwachte
neergang omgezet in opgang: worstelen werd aldus ontzwemmen. De redactie dankt de
voorzitter voor zijn steun, zij wenst hem al wat wenselijk is.
Foto: Wim Riemens