DE OOSTERSCHELDE, CANISVLIET EN DE NATUUR boek en tijdschrift k Een stukje actuele politiek vooraf: het ka binet-Den Uyl deed in juli twee uitspraken, die duidelijk maakten dat de zaken van mi lieu en natuurbehoud een sterker accent in het beleid lijken te krijgen, dan in het verleden wel het geval is geweest. Het buitendijks gebied van de Dollard - na tuurwetenschappelijk van waarde - blijft gespaard, omdat de regering alleen een binnendijks afwateringskanaal zal toe staan. Het in vele opzichten unieke milieu van de Oosterschelde wil men proberen te sparen door het voornemen de laatste schakel in het Deltaplan te laten afsluiten met een waterdoorlatende caissondam. In oktober volgen definitieve beslissingen, ook over de compartimenteringsdammen, nog later wordt bekeken of een storm vloedkering noodzakelijk is. Het „voornemen" van het kabinet is - hoe dan ook - gerelateerd aan de resultaten van het rapport van de commissie-Klaa- sesz, begin maart uitgebracht. Tussen april en begin juli hoopten de reacties op het rapport van de Oosterscheldecommis- sie zich op, reacties die vooral ten doel hadden te proberen de komende rege ringsbeslissing te beïnvloeden. Dat brengt ons tot de aanleiding van dit stukje: de verschijning - in de „reactie-tijd" - van het boekje „Oosterschelde, pleidooi voor vei lig voortbestaan". Een publicatie van de stichting Zeeuws Coördinatieorgaan voor Natuur-, Landschaps- en Milieubescher ming, waarin - het zij ten overvloede ver meld - de Oosterschelde vooral op haar onvervangbare natuurwetenschappelijke waarde wordt beschouwd. De uitgave vormde aanvankelijk een on derdeel van de stroom reacties op het plan-Klaasesz en al geeft die aanleiding hier en daar sporen van gedateerdheid - het tij voor de Oosterschelde is in het laat ste jaar èrg snel gekeerd - toch is dit boek je ook na de voorlopige regeringsbeslis sing niet zonder zin. Die zin ligt nu vooral in de inventariserende, documentaire sfeer. „De gouden rand van de oceaan" - zoals de Oosterschelde ergens in de uitgave wordt genoemd - heeft een aantal uitzon derlijke natuurwetenschappelijke trekjes. Men vindt die in „Oosterschelde, pleidooi voor veilig voortbestaan" handzaam bij een. De inleiding van F. Ph. Groeneveld bepaalt zich tot de probleemstelling rond de Oosterschelde en signaleert de evolutie in het denken over het belang van de oceanen voor de biologische en fysische toestand op de aarde. Van dr. W. J. Wolff bevat het boekje bijdragen over de - biolo gische - plaats van de Oosterschelde in de Delta, over de verwachtingen voor het milieu als de Oosterschelde wordt afgeslo ten. Hij geeft een biologische en milieuhy giënische waardering van het plan-Klaa- sesz, terwijl dr. S. Parma nagaat wat er voor de Oosterschelde in natuurweten schappelijk opzicht nog te verbeteren is door aanpassingen van het plan-Klaasesz - daarbij met name wijzend op het belang van een nog groter getijgebied door op schuiving van de Keetendam, vergroting van het tijverschil en beperking van de kwetsbaarheid tegen zoet water. De tekst is rijk geïllustreerd met veelal fraaie foto's van Jan van de Kam e.a. Canisvliet De Oosterschelde houdt de gemoederen al jaren verhit, rond Canisvliet - de kreek en het omliggende land - in het zuiden van Zeeuwsch-Vlaanderen stak in 1973 een stormpje op: het leven in en rond de kreek dreigde toen verloren te gaan door dode lijk afvalwater uit de Belgische grensge meente Zelzate. Het gevaar lijkt intussen te zijn gekeerd, het rioolwater kon worden omgeleid, de leden van provinciale staten lemens

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1974 | | pagina 29