de nadere reformatie, hoe nader en hoe ver?
4
duidelijk dat de titel van het artikel: „Zee
land, het land der Nadere Reformatie",
met accent op het, gekozen was omdat
deze geestesrichting in onze provincie,
meer dan enige andere geestelijke stro
ming, diepgaande sporen in ons geestelijk
bestaan had getrokken.
Wanneer wij dit met Breek eens zijn, en
van onze kant hebben wij daar geen
enkele moeite mee, komen wij tot de ver
rassende ontdekking dat over het piëtisme
en gemakshalve de Nadere Reformatie
daarmee gelijkstellend, niets fundamen
teels meer is verschenen sinds 1911 Wil
helm Goeters zijn „Die Vorbereitung des
Pietismus in der Reformierten Kirche der
Niederlanden bis zur Labadistischen Krisis
1670" publiceerde. Zeker er hebben zich
een aantal theologen met het verschijnsel
en de figuren daaromheen (De Vrijer over
Smytegelt, S. van der Linde in de Christe
lijke Encyclopedie - hij schreef ook in de
begeleidingsbundel van de tentoonstel
ling) beziggehouden, maar niemand heeft
het verder kunnen opbrengen zich zo
grondig in de bronnen te verdiepen dan
Goeters. Een goed overzicht van het werk
van de Zeeuwse piëtisten vindt men in de
dissertatie van Meertens, waarin hij blijk
geeft van zijn grote belangstelling voor het
piëtisme, maar diens interesse strekt zich
uit over het gehele terrein van de theolo
gie.
Bezig zijn met heel de problematiek: het
doortrekken van de lijn van het piëtisme in
de geschiedenis, het hoe ver, kwam ons
het proefschrift in handen van T. Brie-
nen „De prediking van de Nadere Refor
matie", waarop hij 31 mei van dit jaar pro
moveerde aan de Theologische Academie
te Kampen. De ondertitel luidt „Een on
derzoek naar het gebruik van de klassifica-
tiemethode binnen de prediking van de
Nadere Reformatie". De eerste opwelling
bij het doorbladeren was er een van: hier
wordt de lijn die Goeters in zijn werk heeft
laten zien, doorgetrokken. In het begin
van het boek wordt een overzicht gegeven
van de verschillende omschrijvingen van
het verschijnsel „Nadere Reformatie". J.
Koelman (1663-1695), de predikant uit
Sluis, gebruikte als eerste de uitdrukking
verdere Nadere Reformatie in aanslui
ting aan de Schotse (second) reformatie.
Is de Nadere Reformatie ook te omschrij
ven als piëtisme of als puritanisme? De
meningen zijn verdeeld. Brienen typeert in
navolging de Nadere Reformatie als de
stroming in de Hervormde Kerk, die na
Dordt (1618/1619) heeft aangedrongen op
een voortgaande reformatie zich richtend
op de praktijk der godzaligheid. In het
proefschrift wordt het eigen karakter van
de prediking nauwgezet vergeleken en ge
karakteriseerd. De predikanten deelden in
hun preken, dikwijls getuigend van een
diep psychologisch inzicht, de hoorders in
rubrieken en klassen in. Uitgegaan werd
van twee hoofdkenmerken: bekeerden en
onbekeerden. Aan de ene kant van de lijn
staan de onverschilligen, de naamchriste
nen, de werkheiligen, de bijna-gelovigen,
aan de andere kant: de bekommerden, de
toevluchtnemenden, de gelovenden, de
geoefenden, de middellijk en onmiddellijk
verzekerden. Men noemt dit de klassifika-
tiemethode.
Het onderscheiden van de hoorders kan
Jean de Labad're, Waals predikant te Middelburg (1666-1669) en Veere (1669). Kopergravure.
Coll. Zelandia lllustrata IV, 566 (Zeeuws Museum, Middelburg).