PREDICATIEM GEKROOKTE RIET, HON DERT-VYF-EN-VEERTIG MATTHEUS XII: 20, 21. BERNARDUS SMYTEGELT, de nadere reformatie, hoe nader en hoe ver? 7 noodzakelijks vergeten. In zijn „Sleutel der Devotie" zegt Teelinck dat wij er nauw op moeten letten welke onze geestelijke staat voor God is, of wij wedergeboren zijn of niet opdat wij met goede bescheidenheid trachten de oefe ningen der devotie te doen. Het woord devotie is Teelinck lief. Wij moeten goed weten dat de mensen die zich bemoeien met de dingen Gods niet allen dezelfde talenten hebben en van dezelfde geeste lijke statuur zijn. Zelfs onder hen die waar lijk kinderen Gods zijn, is verschil te be merken. In het geestelijke is het goed er op te letten dat de een meer talenten heeft dan de ander, want het zou ongerijmd zijn een kind een even zware last op te leggen als op een volwassen man; „d.aerom moet elck een bescheydenlijcke kennisse ne men wat zijn schouderen draghen connen om sich daernae te schicken." Het 26ste kapittel gaat over de tweespalt en verwar ring die wordt teweeg gebracht wanneer men zijn eigen „humeur" te „stijf" op volgt en tot regel van zijn „betrachtingen" maakt. In de betrachtingen der godzalig heid moet men niet lichtelijk afkeuren die niet van hetzelfde humeur zijn. De nauwe betrachtingen der godzaligheid heeft Teelinck over de grenzen van het piëtisme heen gebracht. In zijn „Solilo- quium, ofte betrachtingen eens sondaers die hij gehad heeft in den angst sijner weder-geboorte", doet hij zich als een mysticus kennen. De geest van de my stiek spreekt ook duidelijk in zijn geschrift „Het nieuwe Jerusalem", als hij zegt „O mijn Heere en mijn God wanneer sal ick my eens heel vereenighen in u ende met u, alsoodat ick uyt groote liefde, my sel- ven niet en mochte ghevoelen, maer u al- leene in mijn?" Wij gaan hier terug tot de middeleeuwse mystiek en met name tot die van Ruusbroec. Wanneer wij er in slagen, zegt Ruusbroec, onze zielegrond vrij te maken van ik en wereld, van eigen belang en concrete voorstellingen dan wordt de mogelijkheid geopend om ,,wi- seloos al sonder maniere" (dit is zonder dat men er iets aan doet) een te worden met God in „weselike ewicheit sonder middel", met hem te worden „vereenicht sonder differencie ofte ondersceet". Het leven met God bereikt de hoogste span ning, het verrukt zijn beschouwer. „Altijd zullen wij met God in eenheid blijven en met God en met alle heiligen eeuwig uit vloeien in algemeene liefde, en altijd we der inkeeren met dankbaarheid en lof en in gebruikende liefde ons zeiven ontzinken in wezenlijke rust. Dit is het rijkste leven dat ik ken." (Ruusbroec). Jean de Labadie Bestaat de weg van Willem Teelinck naar Jean de Labadie slechts uit enkele stap pen of is er tussen de opvattingen van Teelinck en de Fransman nog een grote afstand? Wat wij over de „labadistische Krisis 1666-1670" weten, danken wij weer goeddeels aan Goeters. Het is merkwaar dig dat over De Labadie nog geen door wrochte levensbeschrijving is verschenen. Hij is zonder meer een boeiend fenomeen te noemen. Wordt er bij Willem Teelinck al over konventikelen - godsdienstige sa menkomsten in kleine, gelijkgestemde, kring - gesproken, er is geen sprake van het verlaten van de kerk. Was daarvoor het kerkbesef te groot? Moeten wij echter de weg die Jean de Labadie (1610-1674) uiteindelijk is opgegaan - het beleven van HET O F OVER Waar in een zwak en kleiisgei.ö'vts Christen opgewekt en be- ftiert word om op den Heere Jesüs te hopen mitsgaders wfcheiden gevallen en zw&rigbeden %hm het gemoed worden opgei oft ea beantwoord, tot der zulker vertmjling en aanmoediging, otn met blydfchap, al ftrydende, den weg desgeloofs na den hemel te bewan delen, en aan de eeuwige gelukzalig heid te zvner tyd deel te krygen. DOOR DEN ZALIGEN HEÉRE 2a zyn leven getrouw Bedienaar des Mmmgeüms te Middelburg. EERSTE ©EEL. TWEEDE DRUK. Br IN 'S G RA P-E N SA G E> KETER va» THOL, w? ns Wstmwg O. van THOL sir Zoos. TE MIDDELBURG, Dï Wzncwz A. L, CALLENFELS SN Zoo», SN OS WEÜOWS M. H. CALLENFELS. M. DCC. L X FI I L Uit Pti Provinciale Bibliotheek van Zeeland, Middelburg.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1974 | | pagina 7