doctor hendrika c. m. ghijsen
12
jeugd- en huwelijksjaren". Jeugd en
Beemsterjaren van Wolffje zijn volgens de
inleiding van haar proefschrift hoofdzaak
„voor wie zich een voorstelling wil vor
men, langs welke lijnen zij zich toont op
het hoogtepunt van haar leven: de schrijf
ster met haar grote belezenheid, haar hel
der en diep zielkundig inzicht, haar gezon
den, zelfstandigen kijk op menschen en
toestanden, de vrouw met haar zelfbe-
heersching en onuitroeibare opgewekt
heid, met haar warm hart, haar persoon
lijk, vrijzinnig geloof, geworteld in innige
en praktische vroomheid."
In 1953 schrijft zij in de voorrede van haar
Dapper vrouwenleven; karakter- en le
vensbeeld van Betje Wolff en Aagje De
ken", dat zij haar mening moest herzien
dat het hoogtepunt van de schrijfsters na
de uitgave van Willem Leevend (1784-85)
voorbij was en ook hun leven slechts een
teruggang vertoonde. Op grond van on
der meer deze mening richtte zich na haar
proefschrift en de studies over de samen
werking van Wolff en Deken als roman
schrijfsters haar belangstelling elders
heen. Zij moet later toegeven hoezeer zij
zich heeft vergist. En de voorrede cite
rend: Tot het einde toe ben ik door het
dappere leven van deze vrouwen geboeid
en heb ontdekt, van hoeveel betekenis
beiden voor haar tijdgenoten zijn geweest
en ook voor ons nog zijn.
Die anders gerichte belangstelling betreft
de Zeeuwse dialecten, waarvan het
Zeeuwse Woordenboek het resultaat is.
Zo mag ik het niet zeggen. Het Zeeuwse
Woordenboek is het resultaat van een on
derzoek, dat door de Zeeuwse Vereniging
voor Dialectonderzoek, opgericht in 1928,
sinds een dertigtal jaren is ingesteld", al
dus de inleiding. Dit onderzoek gaat nog
steeds door en Ghijsen is er de ziel van.
Dat de derde druk van het Woordenboek
verschijnt in het jaar dat zij negentig is ge
worden, is bijzonder verheugend. Het
zegt alles over de ingang die het gevonden
heeft. Wie het in de kast heeft staan.
grijpt er telkens naar. En meestal laat het
je niet in de steek. En wat dan nog! Eén
briefje naar de Weststraat 11 in Domburg
en zij zal de eerste zijn die bijzonder dank
baar is voor de verrijking van de woorden
schat. Het Woordenboek is voor het Ne
derlandse taalgebied in zoverre een unieke
zaak, dat steeds wordt vermeld waar de
woorden in hun lokale vorm en klank
worden gesproken. Er is wel op gewezen
dat de etymologie is verwaarloosd, maar
dit heeft de opzet en uitvoering niet ge
schaad.
Het Woordenboek is niet alleen een bron
voor onze kennis van de dialecten, maar
ook gewoon prettig om te lezen. Zo maar
een voorbeeld. In het algemeen is in Zee
land het woord ontrieven bekend in de zin
van ongemak veroorzaken. Als toelichting
is gebruikt: ,,Jaone, gae nog mè's om 'n
kilo suker, je weet nóóit, 'oevee d'r mor
gen mé je verjaeringe op de koffie komme.
Ajje nie genoeg in 'uus eit, bin je d'r mee
ontreve en ik zegge mè, beter mee ver-
(Foto Dick Hendriksen)
Februari 1 963, ui