TIJD SCHRIFT Kees Cijsouw 16 Regen Spannend Subsidie /s er één provincie in Nederland, die de laatste maanden zo frequent in het nieuws is geweest als Zeeland? De regenramp bij de oogst. De Oosterschelde-beslissing van regering en tweede kamer. De aanhoudende namennoemerij rond een nieuwe commissaris van de Koningin. Het herstel en de tijdelijke onbruik baarheid van de Zeelandbrug, waar de ontwrichte klep weer werd ingevaren. Er was geen nieuw- en actualiteitenru- briek, die buiten de door hevige regenval i geteisterde landbouw in het zuidwesten 1 om kon. Men zag keer op keer geharde verslaggevers kouwelijk op een blank staande akker rondsompen. Zij kozen dan positie op het meest ondergelopen stuk land en men zag dan de camera langzaam naar beneden glijden teneinde de halfhoge laarsjes te kunnen tonen, die journalisten I voor calamiteiten altijd achter in hun auto hebben liggen en die nu gebruikt konden worden. De meeste indruk maakte op ons een man, die bijna tot aan de knieën op een doorweekt perceel stond, de kijkers begroette metDit is geen zwembad, dit is bouwland" en vervolgens de handen tastend in de poel bewoog en enige bieten tevoorschijn haalde. Maar raak was het natuurlijk wel: sinds mensenheugenis is er niet zoveel regen op de Zeeuwse akkers gevallen in zó korte tijd en met zo'n vrijwel dagelijkse frequentie. Eerst was er de hulp van vrijwilligers, dui- zend militairen, enkele duizenden scho- J Heren van Middelburg tot Groningen. Maar toen al werden er zesduizend militai ren gevraagd. Eind november werd mili- I taire oogsthulp verplicht en verschenen nog eens vijfenveertig honderd dienst plichtigen op de Zeeuwse akkers. Om te redden wat er nog te redden viel. Dat was j niet eens zo heel veel, want het bleef maar regenen en soms kon men niet eens met mankracht het land op laat staan met machines, die al in begin november van hulpzame boeren uit Friesland of de IJs- selmeerpolders via het leger waren aange- I voerd. Een somber, neerslachtig najaar. Gekwel de boeren. Een van hen zei kort nadat het kabinet over de Oosterschelde had be slist in een tv-uitzending: ,,Ze heve wel twee miljard om twee- duuzend mensen te late verzuupen, mè tweehonderd miljoen om tweeduuzend boeren te redden kan d'r nie af. De derde week van november, spannende dagen in Den Haag: de tweede kamer sprak over de Oosterschelde en over de regeringsbeslissing in de zeearm getij te blijven toelaten door constructie van ,,een stormstuwcaissondam". Spannende dagen. Eerst voor het kabinet, waarin deze en gene minister en staatssecretaris met een portefeuille rammelde. En daarna spannende dagen in de kamer, waar het lang een vraag bleef wat er zou gebeuren. Het werd vijfenzeventig PvdA, PPR, D'66, de CPN, BP, zes KVP'ers en twee anti-revolutionairen tegen zevenenzes tig VVD, CHU, SGP, GPV, en de meer derheid van KVP en ARP vóór de rege ring, omdat een motie-Schakel de Ooster schelde volgens het oorspronkelijke Delta plan af te sluiten met deze stemverhou ding werd verworpen. Minister Westerterp van verkeer en water staat bouwde in zijn antwoord een slot passage in, die hij zelf waarschijnlijk erg mooi heeft gevonden. Hij haakte daarbij in op ,,het verantwoorde rentmeesterschap van de mens", waarover in de kamer ver schillende keren bewogen was gesproken. De minister liet al in zijn inleiding aan de kamer weten, dat hij met een slotwoord zou komen. En ja hoor nadat hij uit voerig was ingegaan op de aangekondig de dijkverhogingen langs de Oosterschel de sprak-ie: ,,En dan kom ik nu tot de afsluiting. Homerisch gelach in de kamer. Maar zou het nu echt een woordspeling zijn geweest Over anderhalf jaar weten we het. Spannend, hoor. En dan was er nog de Vereniging Mi lieuhygiëne Zeeland, die de afgelopen maanden de toorn opwekte van deze en gene gemeentelijke en provinciale be stuurder. De aanleiding voor de gram was een artikel in het VMZ-blad ,,De gouden Delta", waarin afscheid werd genomen van commissaris der Koningin mr. J. van Aartsen. Dat ging zo:Hij stond niet boven de par tijen, hij stond onomwonden aan de kant van de fabriekenbouwers. Natuurlijk hij heeft veel goeds gedaan. Hij knipte op tijd de diverse lintjes door, hij aanvaardde ere-voorzitterschappen op alle gebied, ja zelfs op natuurbeschermingsgebied. Hij bracht regelmatig werkbezoeken aan alle Zeeuwse gemeenten en liet bij die gele genheden zijn hoogst persoonlijke lach zo luid over de marktpleinen schallen, dat de bij de Zeeuwse bevolking levende behoef te aan griezelfilms weer voor maanden be vredigd was. Een beeldende zin, die laatste. Maar niet het toppunt van wellevendheid. Er kwamen dan ook reacties op in dit goede gewest. In de Goese raad riepen protestants- christelijke groepering, VVD en SGP om een rectificatie, want anders. En in de raad Middelburg liet de VVD-fractie zon der nadere rectificatie-eisen weten, dat de VMZ de gemeentesubsidie na dat artikel niet meer verdient en vroeg overheveling van het bedrag naar het Wereldnatuur- fonds. Niet aardig, eigenlijk. Maar ook weer niet het toppunt van finan ciële dwingelandij. Gelukkig was er die Middelburgse wet houder, die sprak: ,,het bestrijden van het letterlijk schieten van olifanten in Afrika lijkt me toch heel wat anders dan het be strijden van de bokken, die op het gebied van het milieubeheer in de eigen regio worden geschoten.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1974 | | pagina 16