PAUSELIJKE ZOEAVEN UIT ZEELAND M. C. J. L. van Nispen 10
PRO PETRI SEDE
Dertig Zeeuwen! Waar kwamen ze van
daan? Een vraag uit het artikel „Dries
Polle" in nummer 3 van 1974, gesteld door
de schrijver Andreas Oosthoek als.hij de
schijnwerper richt op zijn overgrootvader,
de oud-pauselijk zoeaaf Andreas Polfliet.
Wie waren de andere Zeeuwen die tussen
1860 en 1870 gevolg gaven aan de oproep
van Pius IX om de Kerkelijke Staten te
komen verdedigen tegen de aanvallen van
Victor Emmanuel II en Garibaldi? Wie van
hen vonden hun graf in een vreemde
bodem? Het is niet eenvoudig op deze
vragen nog het juiste antwoord te geven.
De bestaande naamlijsten van de pause
lijke zoeaven bevatten veel onjuistheden
en zijn niet volledig.
De „Liste des Zouaves ayant fait partie du
Régiment du 1er janvier 1861 au 20 sep-
tembre 1870" van H. Morel bevat 11.036
namen van zoeaven. Hiervan zijn ruim
3.100 Nederlanders. Onder de Nederlan
ders vonden we de volgende Zeeuwen:
1. Matriculenummer 1735: Petrus Li-
cenne, geboren te Clinge op 31 de
cember 1845. Hij was pauselijk zoeaaf
van 15 juli 1865 tot 31 december
1866. Hij was de eerste Zeeuw en de
vijftigste Nederlander die als zoeaaf in
pauselijke dienst trad.
2. Matriculenummer 1915: Hendrikus
Versprille, geboren te Koudekerke op
27 maart 1843. Hij was pauselijk zoe
aaf van 30 december 1865 tot 20 sep
tember 1868. Hij heeft deelgenomen
aan de veldtocht van 1867, streed te
Mentana en werd onderscheiden met
het Mentana-kruis. Na zijn zoeaven-
tijd vestigde hij zich te Breda en huw
de daar Johanna Simons. Hij overleed
te Breda op 19 december 1938.
3. Matriculenummer 1947: Joannes
Fagg, geboren te Vlissingen op 11 de
cember 1835. Hij was pauselijk zoeaaf
van 13 januari 1866 tot 17 maart 1866.
Na twee maanden keerde hij terug
naar Nederland. De zoeaven verbon
den zich voor de tijd van twee jaar.
De reden van dit vervroegd ontslag
(„ordre supérieur") is niet bekend.
4. Matriculenummer 1967: Eduardus van
Bambost, geboren te Overslag op
5 april 1840, 's middags om 4 uur in
het huis wijk A, nummer 23. Zijn
ouders waren Damianus van Bambost
en Isabella Verbiest. In zijn jeugd was
Eduardus misdienaar „tot groot ge
noegen zijner oversten en stichting
van allen". Later was hij koorzanger.
In 1864 trad hij in het Nederlandse
leger en diende bij het tweede Regi
ment Vestingartillerie. Op 6 januari
1866 vertrok hij naar Rome om als
zoeaaf dienst te nemen in het pause
lijk leger. Hij onderscheidde zich door
moed en zelfopoffering. In de slag
van Mentana op 3 november 1867
streed hij tegen de Garibaldisten. Een
vijandelijke kogel trof hem in het hart,
waarop bijna ogenblikkelijk de dood
volgde. Posthuum werd hem het her-
inneringskruis „Fidei et Virtuti" (het
zogenaamde Mentana-kruis) toege
kend. Op het zoeavenmonument,
door paus Pius IX opgericht op het
Campo Verano te Rome, kan men
nog lezen: „Eduardus van Bambost -
Hollandus e cohorte velit volunt".
Ook in de achterzijde van het zoe
avenmonument te Oudenbosch werd
de naam van Eduardus van Bambost
gebeiteld.
5. Matriculenummer 2068: Leopold Se
rie, geboren te Waterlandkerkje op
22 mei 1841Leopold Serie trok twee
maal naar Rome. Zijn eerste dienst
verbintenis was van 27 januari 1866
tot 1 februari 1868. Hij nam deel aan
de veldtocht van 1867. In de slag van
Monte-Libretti op 13 oktober 1867
werd hij door drie kogels gewond aan
hoofd, hals en hand. De verwondin
gen waren echter niet van ernstige
aard. Het gevecht van Monte-Libretti
is bekend geworden door het optre
den van Pieter Jansz. Jong uit Lutje
broek, die met de kolf van zijn geweer
veertien Garibaldisten neersloeg. (Op
pag. 14 van nummer 3-1974 werd
onder de afbeelding van Pieter Jong
abusievelijk „De slag van Mentana"
vermeld. Dit moet zijn „De slag van
Monte-Libretti".) Voor zijn aandeel in
de strijd werd Leopold beloond met
een gouden medaille en het Mentana-
kruis.
Na zijn terugkeer in Nederland heeft
hij twee maanden het bakkersvak uit
geoefend. Hij kon echter geen rust
vinden en keerde terug naar Rome om
met de zoeaven te strijden. Voor zijn
vertrek zei hij: „Zie zo, nu is het voor
goed. Ik wil in dienst van de paus
sterven!" Hij trad 11 juni 1868 weer in
pauselijke dienst onder matricule
nummer 7706. Op 11 september 1868
werd hij bevorderd tot korporaal.
Toen werden zijn woorden bewaar-
heid en stierf hij in dienst van de paus.
Echter niet op het slagveld. Hij werd
ernstig ziek overgebracht naar het
hospitaal van Acquapendente, alwaar
hij op 5 (of 8?) februari 1869 overleed
na voorzien te zijn van de H.H. Sacra
menten der Stervenden. In de paro
chiekerk van de H. Eligius te Hoofd
plaat werd op 10 maart 1869 een
plechtige rouwdienst gehouden.
6. Matriculenummer 2207: Mattheus
Teulen, geboren te Middelburg op 20
januari 1840. Hij was pauselijk zoeaaf
van 10 februari 1866 tot de val van
Rome op 20 september 1870. Op
1 oktober 1867 werd hij bevorderd tot
korporaal en op 16 mei 1868 tot ser
geant. Hij nam deel aan de veldtocht
van 1867 en werd onderscheiden met
het Mentana-kruis en de Bene Me-
renti-medaille.
7. Matriculenummer 2521: Wilhelmus
van Weert, geboren te Vlissingen op
22 februari 1845. Hij was pauselijk
zoeaaf van 24 februari 1866 tot
1 maart 1868. Hij nam deel aan de
veldtocht van 1867 en werd onder
scheiden met het Mentana-kruis en
de Bene-Merenti-medaille.
8. Matriculenummer 2665: Charles
Hulstaart, geboren te Hoofdplaat op
13 juni 1837. Karei Hulstaart trok drie
maal naar Rome om als zoeaaf de
paus-koning te dienen. Voor de eerste
maal was hij zoeaaf van 3 maart 1866
tot 12 maart 1868. Onder matricule
nummer 7783 sloot hij de tweede ver
bintenis van 9 juli 1868 tot 14 juli 1870.
Op 12 september 1870 sloot hij onder
matriculenummer 10919 zijn derde
overeenkomst. Deze verbintenis was