de haven, werk- en wijkruimte, monument in de samenleving
100
steeds leidde tot havens die in het land
schap, in hun entourage, evenwichtig en
harmonisch zijn. Wie de havens van Brou
wershaven en van Bruinisse, zoals ze er
vandaag bij liggen, met elkaar vergelijkt,
zal dat wellicht beamen. Toegegeven: de
vergelijking is niet geheel billijk want bij
Bruinisse begon men in een stuk polder,
daar was geen entourage. Maar toch.
Behoefte
De behoefte aan jachthavens in Zeeland is
groot, lijkt steeds groter te worden. Te
gelijkertijd krijgt men ook wel eens de in
druk dat zo langzamerhand wel élke ge
meente die aan de Zeeuwse waterkant
ligt, een jachthaven moet en zal hebben.
Ja, ja, er zit brood in voor de plaatselijke
middenstand. (Hoewel een jachthaven
maar een zéér beperkt aantal nieuwe ar
beidsplaatsen schept.)
Wie de gemeenteraadsverslagen volgt die
de Provinciale Zeeuwse Courant zo ge
trouwelijk en uitvoerig geeft, ziet dat in
een fiks aantal van die raden de jacht
haven een onderwerp van beraadslagin
gen is en niet altijd het allerplezierigste
onderwerp. Een kleine, recente keuze:
Het plan voor een nieuwe jachthaven in
Breskens komt op de meest ongelukkige
tijd in uitvoering", zei vorig najaar wet
houder J. Barendregt van Oostburg, ,,De
kostenstijgingen van materialen en ionen
zijn enorm, daarom hadden we het niet
slechter kunnen treffen.En in die raad
werd al opgemerkt dat straks misschien
de liggelden wel verdubbeld zullen wor
den vergeleken bij nu.
In Wissenkerke rees het zelfs door de
voorstellers ,,in eerste instantie onsympa
thiek overkomend" genoemde plan om
buitenlanders meer te laten betalen voor
het gebruik van de gemeentelijke jacht
haven dan Nederlanders. En dat terwijl
men een paar jaar geleden alles op haren
en snaren heeft gezet om tegen heel
wat concurrenten in een Belgische
jachtclub naar Wissenkerke te halen!
Maar de achtergrond is duidelijk: men
heeft nu geen moeite meer om de haven
vol te krijgen en dus moeten de buiten
landers extra gemolken worden.
In Wemeldinge werd eind vorig jaar door
de gemeenteraad besloten een krediet ter
beschikking te stellen voor de aanleg van
een jachthaven in het sluizencomplex van
Wemeldinge. Meteen werd er in die raad
al gezegd: ,,We willen géén jachthaven
met dure Belgische jachten, maar een
jachthaven waar de gehele middenstand
en de Wemeldingse bevolking baat bij zal
hebben.Hoe de middenstand baat vindt
als er géén vreemden komen of die nu
in België of Rotterdam domicilie hebben
is een vraag die me niet zo eenvoudig
te beantwoorden lijkt. In ieder geval had,
meen ik, burgemeester H. G. van Suijle-
kom van Kapelle gelijk toen hij zei dat mid
den- en kleinbedrijf echt geen te hoge ver
wachtingen moeten koesteren van een
jachthaven. Daar werd in Wemeldinge
trouwens óók al gedacht aan suburbani
satie bij de jachthaven. Toe maar!
Behoud
Waarom dit alles hier naar voren gehaald?
Wat heeft dat nu te maken met de functie
van een aantal Zeeuwse havens in het
Monumentenjaar?
Veel.
Ook wie geporteerd is voor gemeentelijke
autonomie ik ben het echt wel kan
zich afvragen of het nuttig, nodig, aan
trekkelijk, verstandig is wanneer allerlei
gemeenten langs de Zeeuwse waterkan
ten plannen gaan ontwikkelen en uitwer
ken (of uitwerking overlaten aan project
ontwikkelaars!) tot het aanleggen van for
se jachthavens, met daarbij vaak subur
banisaties" of tweedewoning-complexen.
En dat in een tijd waarin we in Zeeland nét
zo ver zijn gekomen dat velen zich be
ginnen te realiseren dat we de binnendui-
nen al overal aardig hebben weten te ver
knoeien. Nu de waterkant dus aange
pakt
En dat ook en vooral, terwijl er mogelijk
heden zijn om bestaande havens en ha
ventjes, in een monumentale omgeving,
of tenminste in een aantrekkelijke omge
ving, die deels of geheel hun functie heb
ben verloren omdat beurtschipper, visser
man en bietenvervoerder er niet meer
komen, te veranderen in jachthavens.
Maar ja, dan moet niet elke gemeente een
eigen haven willen hebben, natuurlijk.
Men kan daarbij denken aan een op zich
zelf zéér eenvoudige, maar toch wel in
heel aantrekkelijk gebied gelegen haven
als die van Paal in Oost Zeeuwsch-Vlaan-
deren. Men kan als zeer gelukkig voor
beeld noemen de nieuwe mogelijkheden
voor jachtaanleg midden in Goes, waar-
"door heel die prachtige historische om
geving in de zomerdag weer tot leven is
gekomen. Men kan denken aan de vroe
gere vissershaven van Colijnsplaat, naast
de huidige. (Die is trouwens qua omge
ving wel érg kil en koud gehouden. Als
men wist hoe boeiend toeristen het af
slaan van vis vinden had men hier best iets
leukers kunnen scheppen, met beperkte
middelen.)
Men zou zélfs kunnen denken aan de
oude vissershaven van Vlissingen, na de
Boulevard de grootste aantrekkelijkheid
van die stad. Maar in Vlissingen is de
laatste jaren al zoveel geschonden en
staat nog zoveel op de nominatie om te
worden geschonden dat een kennis van
me haar laatst betitelde als ,,die stad met
dat hartinfarct". Ik zwijg hier maar liever
over Vlissingen. Het is allemaal erg jam
mer.
Behoedzaam
Laat ons niet zwijgen over Zierikzee. Daar
wordt, behoedzaam, met een voort
durend oog op de geweldige historische
betekenis van de monumentale stad, ge
dacht over de toekomst van de havens.
Burgemeester Th. H. de Meester, oud-
marine-officier en in zijn vrije tijd vurig
watersporter, ziet zélfs wel een mogelijk
heid om de Oude Haven, hartje stad, tus
sen de monumentale woonhuizen aan
weerszijden en afgesloten door de indruk
wekkende Noord- en Zuidhavenpoort, op
den duur als jachthaven ingericht te krij
gen, misschien. Net als in Goes.
Maar er zweven daar nog meer plannen,
die in gesprekken erover steeds terug
keren:
De polder achter de dijk waaraan de
bij hengelaars befaamde „Hoeve Le
vensstrijd" ligt zou kunnen worden
uitgegraven tot bassin; daar zou een
jachthaven kunnen komen;
bij het Blauwe Bolwerk, onder de wal
len van Zierikzee, zou een nieuwe
jachthaven kunnen komen. Die plaats
zou het voordeel hebben dat zo'n
haven binnen de keersluis valt.
Beide plannen hebben echter nadelen.
Het een ligt ver van de stad; een wat
geïsoleerde jachthaven leidt tot bouw van
winkels, van tweede woningen vermoede
lijk ook. Dergelijke „randvoorzieningen"
zijn trouwens vaak onontbeerlijk voor pro
jectontwikkelaars, willen ze aan hun pro
ject verdienen. Het ander zou schade toe
brengen aan het verrukkelijke silhouet van
Zierikzee voor wie de stad nadert van de
Oosterschelde, dus over het water van de