de zesde toren van de st. willibrorduskerk te hulst
114
resultaat van de inzendingen bleef bene
den de verwachting. Aan twee van de drie
deelnemers werd gevraagd hun prijs
vraagontwerp verder uit te werken, reke
ning houdend met de opmerkingen van de
jury. Alleen de heer Royaards voldeed aan
dit verzoek. Ook zijn nadere bewerking
kwam evenwel naar het oordeel van de
jury niet voor bekroning in aanmerking.
De gemeente vroeg nu men schreef in
middels 1951 aan de minister van On
derwijs, Kunsten en Wetenschappen toe
stemming voor het uitschrijven van een
openbare prijsvraag. Het gold immers een
torenbekroning van een belangrijk monu
ment. De Rijkscommissie voor de Monu
mentenzorg, adviseur van de minister in
aangelegenheden beschermde rijksmonu
menten betreffende, voelde niet veel voor
de idee. Op aandrang van de gemeente
Hulst kon de zaak tenslotte toch worden
doorgezet en in maart 1953 kreeg dezelfde
jury die in 1950 was opgetreden niet min
der dan veertig ingezonden ontwerpen te
beoordelen. Dit keer was er één dat de
goedkeuring wegdroeg namelijk het ont
werp door ir. J. Brouwer, architect te
Aalsmeer, ingezonden onder het motto
Prediker"Direct op de uitspraak volgde
de opdracht door de gemeente aan archi
tect Brouwer. Toch zou het nog twee
jaren duren voordat de nieuwe toren ge
bouwd werd. In 1953 verzorgde architect
Brouwer naar aanleiding van opmerkingen
van de jury, zowel van technische als van
esthetische aard, een definitief ontwerp.
Toen dit bij de jury - niet zonder enige
moeite was gepasseerd ging de Rijks
commissie voor de Monumentenzorg
dwarsliggen. Sommige leden twijfelden
aan de degelijkheid van de voorgestelde
constructie, anderen achtten de ontwor
pen toren geen gelukkige bekroning voor
de laat-middeleeuwse kerk. Hoewel de
Rijkscommissie begreep dat zij niet als een
soort jury in tweede instantie de zaak nog
eens opnieuw aan een beoordeling kon
onderwerpen, vond zij toch geen vrijheid
om de minister positief te adviseren (de
cember 1954). De minister hakte toen de
knoop door en gaf op grond van het jury
rapport en de rapporten van de deskundi
gen over de technische kant van de zaak
toestemming tot uitvoering. Dit gebeurde
op 13 juni 1955, waarna het project kon
worden verwezenlijkt.
Tot zover in het kort de geschiedenis van
de totstandkoming. Het is interessant om
na te gaan welke factoren, behalve de in
ventieve kracht van de architect in kwes
tie, de vormgeving hebben bepaald. De
benoeming van de jury is belangrijk voor
de vraag in welke geest de minister zal
worden geadviseerd. Door zo'n benoe
ming wordt de Rijkscommissie voor de
Monumentenzorg in feite buiten spel ge
zet. De Rijkscommissie zelf was in het ge
val van Hulst in twijfel of zij zelfstandig
naast de jury nog een toetsingsrecht had.
Maar ook als wij moeten aannemen dat dit
wel zo was, blijft over dat de minister nu
twee „adviseurs" had, en dat hij zich des
te meer vrij kon voelen om het advies van
de Rijkscommissie naast zich neer te leg
gen. De uitgangspunten van een jury be
staande uit „moderne" architecten kun-
De toren, ontworpen door dr. P. J. H. Cuypers, voltooid in 1877.