de pomp op de markt te Sint-Maartensdijk
152
tot de versiering van het plein.
In 1918 kreeg het stadje electrische straat
verlichting; toen zal de petroleumlamp (zie
afbeelding in het boekje van J. Jasperse:
„Tholen in oude ansichten") vervangen
zijn door een gloeilamp. Na verloop van
jaren volgt een buitengebruikstelling door
het aanbrengen van een neonverlichting
op de Markt.
De pomp zal in 1922 niet veel meer ge
bruikt zijn. Men dronk toen hoofdzakelijk
regenwater. Bij droogte werd ook put
water gebruikt. Ook kon men terecht in de
zogenaamde Muyeput, waar steeds water
van goede kwaliteit aanwezig was 8). Het
jaar daarop werd de drinkwaterleiding op
het eiland Tholen geopend.
In 1938 was de pomp zeer bouwvallig.
Op verzoek van de gemeente maakt de
Rijksdienst voor de Monumentenzorg in
1951 een begroting van de te maken kos
ten bij een restauratie; in overleg met de
deskundige van de Rijkscommissie Prof.
L. 0. Wenckebach wordt vastgesteld, dat
de ijzeren bekroning weer toegepast zal
worden na de reparatie van de losse delen
van dit fragment. Op deze begroting staat
ook de vervanging van de ijzeren ankers
en doken (waarmede de hardstenen pla
ten aan elkaar gekoppeld zijn) door kope
ren exemplaren. Voorts het aanbrengen
van vier schamppalen in plaats van het
ijzeren hek. Dit hek was oorspronkelijk
niet aanwezig doch vermoedelijk in het
„ijzeren" tijdperk ongeveer in 1863 rond
om aangebracht. Het straatje met het
lelijke ijzeren hek deed denken aan een
kooi, waarin de pomp was gevangen.
In 1952 is er sprake van het geheel verwij
deren van de pomp op het plein omdat in
deze gemeente op zeer veel gebied een
achterstand was, zodat men toen geen
geld over had voor wat als luxe werd be
schouwd. De bevolking heeft zich echter
uitgesproken voor een behoud van dit
monument.
De „ontmanteling" namelijk het verwijde
ren van het ijzeren hek zal in het rampjaar
voor Zeeland 1953 vanzelf gebeuren door
de watersnood, waardoor de vloedplan
ken van de coupure in de Kaaistraat weg
geslagen werden en de Markt onder water
kwam te staan 9).
Restauratie
Een onderzoek met het oog op restauratie
van de pomp wijst uit, dat de bekleding
van de hardstenen platen door de roest-
werking op tal van plaatsen is gescheurd.
De gegoten ijzeren bekroning van vier dol
fijnen met leeuwtjes zal niet meer mogen
worden toegepast; eveneens ziet men af
van de spil, waarop de lantaarn destijds
bevestigd was. Bij de restauratie in het
jaar 1956 wordt dan ook in plaats van de
lantaarnvoet een oude hardstenen 66 cm
hoge Lodewijk XVI vaas aangebracht op
een hardstenen voetstuk van 33 cm. Zo'n
pomp met vaas was in de Lodewijk XVI
stijl niet ongebruikelijk. Ten bewijze daar
van moge dienen een afbeelding van Ben-
De Markt te Roosendaal. Gravure uit 1770. De Lodewijk XVI pomp met vaas.