ONZE LIEVE VROUWE TER SNEEUW
ZEEUWS TIJDSCHRIFT
JAARGANG 25
nummer 5-1975
de grote kerk te Veere
Ds. P. Fage!
Het was in de jaren 1857 tot 1861 dat
pastoor J. J. van der Horst op geregelde
tijden van Middelburg naar Veere wandel
de, omdat hij rector van Veere was. Wij
laten hem aan het woord als hij het slot
van zijn tocht beschrijft, wanneer hij Zan-
dijk is gepasseerd en Veere nadert:
,,En nu gaan wij verder, en slaan den hoek
links omwant de weg heeft eensklaps
hare vermoeijende stijfheid afgelegd, om
nu zoo grillig mogelijk te wordenwaar
een klein doch vriendelijk buitentje, op 't
welk de burgemeester van Veere gewoon
lijk verblijf houdt, ons aangenaam verrast.
Nu nog slechts weinige schreden, en wij
zien de eerste brug reeds met haar houten
leuningen, die ons door haar kleur aan
stonds aan den prijs des oorlogs, het
bloed der burgers, doen denken. Wij vol
gen den hoekigen steenweg door de drie
dubbele aarden wallen, die Veere omslui
ten, en treden door de Zandijksche poort
de sterke vesting binnen.
't Is een bouwval; wij herhalen het:
Veere is een bouwval! en een bouwval,
die niet eens het schilderachtige, het tref
fende, het grootsche van een bouwval
bezit. Akeligheid, armoede, bittere ellen
de, verkwijning, dat alles gevoelt gij, als
ge de vesting voor het eerst binnen gaat.
Ja, 't is of een adem des doods u tegen-
waait; en ontroerd blijft gij staan, terwijl
een koude rilling u langs het gebeente