onze lieve vrouwe ter sneeuw 139 te worden onderbroken. In 1435 was de kerk zover voltooid dat men de oude kon verlaten om de nieuwe te betrekken. Nu werd de muur geopend die tijdens de bouw beide kerken van elkaar scheidde, zodat de oude parochiekerk voorlopig als priesterkoor dienst kon doen. De toren was waarschijnlijk nog niet zo kolossaal als later onder de handen van Kelderman en bleef trouwens altijd een onvoltooide symphonie. Wel was het secraments- torentje op de viering gereed. In 1437 kwam bisschop Rudolf van Utrecht naar Veere om de kerk en de nieuwe altaren te wijden. Velen hebben altijd aangenomen dat de kerk pas onder Antony Kelderman zou zijn gebouwd. De consecratie in 1437 staat echter vast. Uit de stadsrekeningen blijkt dat het stadsbestuur een deel van de reiskosten van de bisschop vergoedde: item g heg heven den Biscop die hier die kercke en die outaers wiede van coste bouen tander dat die kercke gafXIX Sch.gr. De kerk werd in de volgende honderd jaar meer en meer verfraaid. Het was vooral heer Hendrik IV van Borsselen die hiertoe veel bijdroeg. Zo schonk hij in 1446 een groot gebrandschilderd raam met heili genbeelden, waarin (zegt Reygersbergh in zijn Kroniek): Heer Henrick Heer van deser Stede Dese Giasen maecken dede Admirael Ghenerael des Koninckryckx Is hy op die Zee van Vranckryckx M C C C C xivj men doen schreef Jan de Boueiaer dit werck bedreef. In 1479 zou er weer een belangrijk werk worden ondernomen. Er werd met Anto ny Kelderman een overeenkomst geslo ten. Antony Kelderman, steenhouwer van Mechelen" wordt als werkmeester over de bouw aangesteld. Hoe moet men zich dit voorstellen? Veere was nu dicht bevolkt en welgesteld. De heren van Vee re waren op het toppunt van hun macht. Aangezien een kerk naast haar godsdien stige betekenis ook wel betekenis als sta tussymbool zal hebben gehad, is het zeer wel mogelijk dat de heer van Veere de kerk wilde doen verfraaien en de toren tot de grootste van Zeeland maken en dat hij daartoe de beste hem bekende kerken- bouwer aantrok. Daar komt nog bij dat

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1975 | | pagina 3