onze lieve vrouwe ter sneeuw 142 later de edele busse" genaamd, worden onderhouden. Dit was de jongste der drie Veerse schutteryen werd pas in 1522 door heer Adolf van Bourgondië tot een vrij gilde verheven. Hun schuttershof lag even buiten de stad en werd in 1572 door de Spanjaarden vernield uit wraak voor het feit dat deze schutterij de zijde van de Prins had gekozen. 2. St.-Jacob, beschermheilige van het vissersgilde. Dit was het oudste en één der meest bevoorrechte gilden van Veere. De inkomsten voor de kapel kwamen voornamelijk uit heffingen op de haring vangst. 3. St.-Clemens, kapel van het schippers gilde, ook een oud gilde. 4. St.-Christoffel: timmerlieden, metse laars, schrijnwerkers en leidekkers. Zij moesten wekelijks twee missen doen le zen en zich voor grote processies twee kaarsen van zeven pond was aanschaffen. Dit gilde had reeds voorrechten verkregen van Wolfaert V, Hendrik IV en Wolfaert VI. 5. St.-Crispijn, de patroon van het schoenmakersgilde, waartoe ook de leer looiers of ,,hudevetters" behoorden. Zij ontvingen in 1530 een gildebrief van Adolf van Bourgondië. In de kapel zorgden zij voor een wekelijkse mis, in processies droegen ook zij twee kaarsen. 6. H. Catharina. Deze kapel werd door een gilde onderhouden dat zowel zusters als broeders in zich opnam, namelijk de „fruyteniers", fruitverkopers en -verkoop sters. Ook zij verzorgden een wekelijkse mis en twee kaarsen bij processies. Op de dag van hun beschermheilige werd er na de mis 's avonds een gemeenschappelijke maaltijd gehouden. 7. H. Cosmas en Damianus, patroons van de barbiers en heelmeesters. Hun regle ment dagtekenend uit 1475 geeft een in teressante bijdrage tot de kennis van de heelkunde in die dagen, in 't bijzonder wat betreft het aderlaten, waarvoor speciale dagen als zijnde daartoe gunstig waren aangewezen. 8. St.-Eloy, de laatste kapel langs de noorderbeuk, was van de patroon van het smidsgilde. Heer Wolfaert V had hen ver oorloofd een vrij ambacht te vormen en zijn zoon Hendrik IV verleende hun in 1454 UJÜ tl—T

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1975 | | pagina 6