onze lieve vrouwe ter sneeuw 143 een nieuwe gildebrief. In 1519 verzochten ook andere metaalbewerkers in dit gilde te worden opgenomen, zoals ketelaars, ma- liniers (vervaardigers van maliënkolders), harnasmakers en blikslagers. Heer Adolf bewilligde daarin, voegde er nog de oud- roest- en -klerenkopers aan toe en gaf een nieuwe gildebrief. In de hoek naast de toren was de doop kapel ingericht. We lopen nu het prachtige binnenportaal voorbij om de kapellen langs de zuiderzij beuk te bezien. 1De eerste kapel aan de zuidzijde naast de toren was gewijd aan de Heilige mar telaar Adrianus. Hier was verantwoorde lijk het gilde van St.-Severinus of de we vers. Zij bezaten gildebrieven uit 1423 van Hendrik IV, uit 1516 van vrouwe Anna en uit 1520 van heer Adolf. Op hoogtijdagen mochten zij het altaar met kostbare kleden en tapijten versieren, in processies droe gen zij kaarsen en kannen. In hun regle ment stond onder andere dat er van Ba- misse tot Pasen bij kunstlicht mocht wor den gewerkt, maar van Pasen tot Bamisse (dit is 1 oktober) slechts van 5 uur 's morgens tot 8 uur 's avonds. Dit ambacht, zo aanzienlijk in Holland, schijnt hier nooit gebloeid te hebben. 2. St.-Lucas. Het gilde der schilders en glazeniers. Hierin werden later ook opge nomen de goud- en zilversmeden, beeld houwers, tapissiers, borduursters en stoelschilders, alsmede kompasmakers, drukkers en boekverkopers en ten slotte ook de koekbakkers. 3. St.-Nico/aas, onderhouden door het kramersgilde. Hiertoe behoorden de zij de-, laken- en linnenkopers, de apothe kers, drogisten en tabaksverkopers, de kramers, kruideniers, zeep- en kaarsver kopers en alle ,,vettewariers" in het klein (dat zijn verkopers van gerookt spek en -vlees, reuzel, boter enz.). 4. St.-Joris, oorspronkelijk behorend aan de schutterij van die naam of de kruis boogschutters. In 1510 werd echter door de dekens en de kerkmeesters toegestaan dat deze kapel ook gebruikt zou worden door het arme St.-Jansgilde (de Evange list), ook wel het Godelieve- of Goede luidengilde genaamd, dat uit werk- en sjouwerlieden bestond en geen eigen ka-

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1975 | | pagina 7