Q S
wat verbergt de kerk van wemeldinge? 13
n-u i i i
A AsyMe-TR/sc^p DÖORSNCDE XVI-EOW TOT 1898
Fl&, HUIDIGE" DkvA^SDOO^SVEOB kAAt? DE BESTEfcTEKENING l/AK/ 1598
gewelven van de sacristie treft men in
de oostgevel van de zuidbeuk thans nog
natuurstenen speklagen tussen het met
selwerk aan, en deze zullen vermoedelijk
bij de gehele zuidbeuk nog onder het
pleisterwerk te vinden zijn. De 5 ramen
zijn oorspronkelijk veel hoger geweest.
Toen in 1856 het vlakke plafond werd
aangebracht waren die ramen te hoog,
men kortte ze domweg in en maakte er
rondbogen van. Op de gravure van C.
Philips uit 1743 kan men nog rijke laat-
Gotische traceringen vermoeden (fig.
10).
De noordgevel van het schip wordt sterk
ontsierd door de verhoging uit 1898,
maar bovendien, doordat de oorspron
kelijke ramen alle in 1826 vervangen
zijn. Alle traceringen zijn weggehakt en
de overblijvende dagkanten bepleisterd.
Bij één van de ramen is nog de oor
spronkelijke spitsboogvorm te zien.
Overigens waren er oorspronkelijk maar
4 ramen. Het meest oostelijke en het
meest westelijke raam zijn resp. in 1826
en 1898 aangebracht.
Koor en sacristie.
Hoewel het koor sterk vervallen is, en le
lijk gerepareerd, zijn hier in elk geval
nog de rijke kraalprofielen langs de ra
men voor het grootste deel gespaard.
Het interieur van het koor is nogal ver
minkt. Oorspronkelijk lag de vloer ho
ger. In 1898 is deze ongeveer 50 cm. ver
laagd in verband met de nieuwe toe
gang in de koorsluiting. Sinds in 1954 de
lengte van het koor ook nog met een
travee bekort werd door de bouw van
het orgelbalkon zijn de verhoudingen