VRAAGTEKENS OP DUN IJS
A. C. W. van der Vet 21
Een jaar of wat geleden zei drs. M. C. Ver
burg, aan het einde van een lang gesprek
in zijn Middelburgse kantoor, tegen me:
„Je woont nu alweer een heel tijdje in
Zeeland; schrijf bij gelegenheid eens wat
voor ons Zeeuws Tijdschrift.
Dat laatste heb ik inmiddels een keer ge
daan. Maar die eerste opmerking zette me
aan het denken. Zeker, ik woon op
Schouwen-Duiveland, al tien jaar lang
permanent, en geografisch en historisch
is dat onmiskenbaar een deel van Zee
land. De meeste autochtone Schouwen-
Duivelanders die ik ken beschouwen zich
zonder meer als Zeeuwen totdat je in
een gesprek gaat spitten, graven. Dan
komen er soms opmerkelijke uitspraken,
't Is dun ijs, mensen, waar ik overheen
pleeg te schuifelen, ik ben me dat zeer wel
bewust. G. A. de Kok heeft ooit eens in zijn
Kantlijn in de Provinciale Zeeuwse Cou
rant wat ironisch geschreven over al die
lui van elders die zich metterwoon in Zee
land komen vestigen en na verloop van
tijd dan de lui hier eens even willen zeg
gen wat er hier allemaal 'fout' wordt ge
daan en hoe het eigenlijk allemaal moet.
Die bedoeling heb ik geenszins! Maar met
het maken van een aantal losse opmer
kingen, het weergeven van een aantal
door de jaren verzamelde observaties, wil
ik graag proberen of er niet eens een dis
cussie op gang kan komen. Iemand die op
Schouwen-Duiveland woont zal zich on
miskenbaar woonachtig voelen en weten
in Zeeland - maar naarmate hij zich meer
met een aantal aspecten van dat wonen
en leven binnen de samenleving zal
bezighouden, zal hij -zo is mijn ervaring
op grond van gesprekken vooral-sterker
geneigd zijn zo hier en daar toch een
vraagtekentje te zetten.
Economisch was vroeger, geloof ik, de
oriëntatie van Schouwen-Duiveland op
Rotterdam (en deels Dordrecht) zeker van
vergelijkbare betekenis met de oriënte
ring op Goes en Middelburg. Wijlen de
heer H. van Toledo te Haamstede heeft
me eens uitgelegd dat en waarom voor
boeren en tuinders de groenten- en fruit
veilingen in 't Noorden veel belangrijker
waren dan die in het zuiden. Toen het
luchtlijntje Waalhaven-Haamstede nog
bestond was hij de eerste-maar snel niet
meer de enige - die bijv. zijn aardbeien
per vliegtuig naar Rotterdam-Waalhaven
verzond. De overkant van de Ooster-
schelde was voor hem economisch van
geen betekenis. En hij was geen uitzon
dering.
Al voor 7940, zo heb ik me door heel wat
oudere Schouwen-Duive/anders laten
vertellen, was er bij 't aankopen van grote
stukken in het gezin (meubelen, bedden)
en van kleding ook wel, veeleer de nei
ging om naar Rotterdam te trekken dan
naar Goes of Middelburg. De RTM is en
was de Rotterdamsche Tramweg Maat
schappij, en de reis mocht lang duren
(met stoomtram-boot-stoomtram was 't
vijf uur van Brouwershaven naar de Ro-
sestraat in Rotterdam-Zuid) maar naar de
maatstaven van die jaren was het bepaald
geen ongezellige en oncomfortabele reis
en de verbindingen waren niet slechter
dan die met Middelburg. En de toen nog
weinige mensen die naar Schouwens
Westhoek kwamen om er te kamperen
(jeugdkampen vooral) of er een paar we
ken met het gezin in een pension of hotel
gingen zitten, of er-ja, ook toen al! -een
tweede woning Heten neerzetten, waren
zeer overwegend Rotterdammers en lui
uit Dordrecht (Wat die 'tweede woningen
betreft: al voor 1940 hadden heel wat zo
genoemde 'gezeten families' uitZierikzee
een tweede woning aan de kust). Bijal
dien de economische banden met Mid
delburg en tot op zekere hoogte eigenlijk
ook met Goes maar gering waren, leken
de op zichzelf ook niet zo bijzonder sterke
economische banden met het Rotter
damse al gauw erg groot.
In onze jaren zijn die banden alsmaar
sterker geworden. De verbinding met het
Rotterdamse over de Grevelingendam
was eerder populair dan de verbinding
over de Zeelandbrug met Goes en Mid
delburg, een brug die bovendien nog al
tijd geld kost. In de jaren van krapte op de
arbeidsmarkt was er een sterke pendel op
Rotterdam, op het hele Europoortgebied
trouwens, naar mijn waarnemingen veel
geringer dan de pendel op het S/oege-
bied. Nog is 't pendelen (voor beter be
taalden heet dat forensen) naar Rotter
dam sterker dan over deZeelandbrug. De
vloed van vakantiegangers die na 1960
onweerstaanbaar is komen opzetten is
voor een zeer groot gedeelte uit Rotter
dam (en West-Brabant) afkomstig. Veel
ook uit West-Duits/and, natuurlijk, maar
procentueel minder dan langs de Wat
ch erse kust.
Van de mensen van elders die zich de
laatste jaren vestigen op Schouwen-
Duiveland (en met name in de Westhoek)
komen er opvallend vee! uit de regio
Rotterdam-Dordrecht, meer dan uit enig
ander deel van 't land. Velen van hen blij
ven voor bepaalde activiteiten sterk op de
regio van afkomst georiënteerd: concert
en schouwburgbezoek, een dagje winke
len. Zij nemen nogal eens de nieuwe ken
nissen die zij op Schouwen-Duiveland
maken mee (al blijven ook hier de contac
ten tussen autochtonen en allochtonen
over hetalgemeen toch maar vrij beperkt)
zodat het niet te overdreven lijkt om te
zeggen dat de economische (en door dat
concert- en schouwburgbezoek ook de
culturele) invloed van 't Rotterdamse in
onze jaren eer groter wordt. Wat die cul
turele invloed aangaat: ik ga nogal eens
graag naar de Schouwburg in Middel
burg. 't Geeft op Schouwen-Duiveland
vaak tot verbazing aanleiding als ik dat
zeg; 'men' komt daar niet of nauwelijks,
men gaat gemakkelijker naar Rotterdam.
Bestuurlijk is Schouwen-Duiveland na
tuurlijk echt helemaal Zeeuws - (Jajaja, er
ligt een Rotterdamse enclave in de West
hoek, de grote camping Duinhoeve van
de gemeente Rotterdam, bestierd door
een man die de status van Rotterdams
gemeente-ambtenaar heeft). Wel doet
zich sterk op Schouwen-Duiveland het
verschijnsel voor (net als op Tholen trou
wens) dat velen de mentale afstand tus
sen de bestuurden op Schouwen-
Duiveland en de bestuurders te Middel
burg te groot vinden. Nu is dat een natio
naal en zelfs internationaal te vernemen
klacht. Legio zijn de bitse opmerkingen uit
Limburg en Groningen aan het adres van
het altijd maar weer centraliserende Den
Haag. Wie in Frankrijk felle kritiek wil ho
ren op Parijs, moet maar eens gaan pra
ten met mensen in de Zuidelijke depar
tementen. Wie in de Verenigde Staten
hartgrondig gekanker op Washington wil
horen, reize naar staten a/s Californië en
Oregon.
Nu kom ik aan een moeilijk en teer punt,
dat ik-buitenstaander zijnde en blijvende
alleen maar onder de aandacht wil
brengen, ter discussie wil stellen. Op
Schouwen-Duiveland zegt 'men' dat er in
de vertegenwoordigende lichamen, in
besturen van provinciale organisaties en
verenigingen etc., naar verhouding veel
te weinig Schouwen-Duive/anders zitten.
Of dat waar is, zullen we straks zien. Hier
zou ik de vraag willen stellen of dat komt
omdat er onder de mensen op
Schouwen-Duiveland, in het algemeen
genomen, geen voldoende affiniteit is tot