HONDERD JAAR EN EEN BOEK
M. C. Verburg
3
De Koninklijke Weg. Honderd jaar geschiedenis
Koninklijke Maatschappij De Schelde te Vlissingen
1875-1975, onder eindredactie van G. A. de Kok.
Dr. Erich A. Kautz schrijft in 1933 op ini
tiatief van burgemeester Van Woelderen
een monografie van vierhonderd bladzij
den onder de titel „Der Hafen von Vlissin
gen. Seine Stellung und Entwicklungs-
aussichten im internationalen Verkehr".
Het is een uitgave van Gustav Fischer in
Jena in een befaamde reeks van het Welt-
wirtschaftliches Archiv dat verschijnt
onder verantwoordelijkheid van de univer
siteit van Kiel.
Drie dingen vallen op. De burgemeester
van Vlissingen erkent de waarde van een
wetenschappelijk onderzoek naar de vesti
gingsfactoren die achter het ongun
stige lotgeval van een kleine zeehaven
liggen. Er wordt een Duitse auteur en een
Duits fonds geïnteresseerd. Kennelijk is de
wetenschap in het eigen land nog niet zo
ver en ook de invloed van de machtsgroe
pen in de zeehaveneconomie zal een.
weerstand hebben opgeworpen. Het
hoofdstuk Vlissingen in de toekomst is
gebaseerd op het befaamde boek van
Alfred Weber, Industrielle Standortslehre,
Tübingen 1914. Van de drie vestigings
factoren loonkosten, transportkosten en
de voordelen van de opeenhoping (agglo
meratie) heeft de Koninklijke Maatschap
pij „De Schelde" reeds in 1875 de trans
portvoordelen weten uit te buiten.
Tot agglomeratie heeft dit nauwelijks ge
leid ook al omdat de directie lange tijd
andere grote vestigingen heeft afgewe
zen, omdat zij dus een geografisch mono
polie heeft willen bezitten. Kort na de
laatste wereldoorlog is hierover een scher
pe discussie gevoerd, onder andere in de
„Groene Amsterdammer". Sedertdien
zijn de inzichten sterk gewijzigd, een pro
ces waarin het congres over de economi
sche toekomst in 1948 in Middelburg ge
organiseerd door de Nederlandse Maat
schappij voor Nijverheid en Handel een
aandeel heeft gehad. Ook in Zeeuwsch-
Vlaanderen heeft zich deze ommekeer vol
trokken.
Het is Kautz die voor de ontwikkeling van
havenindustrie pleit teneinde zowel agglo
meratie- als transportvoordelen voor de
haven van Vlissingen te verkrijgen. Kautz
gewaagt van het streven van Bergen op
Zoom om zeehaven te worden, Reimers-
waalplan avant la lettre. Een halve eeuw
na Weber spreekt het populaire taalge
bruik van de trek naar de kust. Weten
schap is politieke pasmunt geworden. Het
boek van Kautz heeft overigens weinig
aandacht getrokken, is ook in het gedenk
boek niet vermeld. Zijn thema is na de
oorlog in velerlei toonaard uitgewerkt en
een grondslag geworden van het provin
ciale ontwikkelingsbeleid. Daarmee is het
gevecht van de provincie en de grotere
gemeenten aan de orde gekomen; de
strijd om erkenning van de economische
noden en om activering van de welvaarts
bronnen. rfln de tweede helft van de
negentiende eeuw.werden de lage lan
den centra/istischer.in Zeeland zag men
dat scherp..Zeeland was bang de boot te
missen, een achtergebleven gebied te
worden" aldus De Kok op pagina 37 van
het gedenkboek)
Het jaar 1875 betekent voor Vlissingen,
Walcheren en Midden-Zeeland een breek
punt in de geschiedenis. De eerste mo
derne groot-industrie vestigt zich, de in
dustriële revolutie doet zijn intrede, hon
derd jaar na Engeland, vijftig jaar na België
en Noord-Frankrijk, vijfentwintig jaar na
het Ruhrgebied. Tot het eind van de ne
gentiende eeuw een unicum voor Zeeland
en dus geen begin van een massaal pro
ces.
Industriële revolutie betekent het mecha
niseren van de produktie, dientengevolge
het verrichten van grote investeringen in
geconcentreerde bedrijven, massa-afzet.
Nederland en ook Zeeland verkeerde in de
eerste helft van de vorige eeuw in het
tijdperk van het pre-industriële kapitalis
me. Een groot aantal kleine bedrijven be-
Rammekenspoort.