kijken om te leren zien 36
Sluis enz. Verder werden er volksspelen
georganiseerd als ringrijden, gaaischieten
en bollingen. Diorama's waren aanwezig
van de oestercultuur te Yerseke en de
mosselhandel in - Philippine. Zij waren in
gericht naar aanwijzingen van en de
achtergronden geschilderd door W. F. A.
I. Vaarzon Morel, kunstschilder te Veere
,,die op beide plaatsen studiën heeft ge
maakt". Behalve een goed geïllustreerde
catalogus verspreidde men ook een keu
rig, in kleuren uitgevoerde, folder die van
klederdrachten en volkskunde in Zeeland
een goed beeld gaf.
Catalogi
Wij hebben al gewezen op het belang van
catalogi. Een van de goede voorbeelden
uit recente tijd vinden wij de catalogus van
dr. P. K. van Daalen van de tentoon
stelling „Zeeland in de beeldende kunst
der lage landen 1550-1950" te Middelburg
en Brugge gehouden, met een uitsteken
de inleiding van Van Swigchem. Een han
dig formaat en geïllustreerd. Bij het be
schouwen van de pronkstukken, die ge
toond worden, zegt de inleider, komt het
er slechts op aan, een bepaalde visie op
verleden en toekomst te laten meespelen.
„Gebeurt dit, dan gaan ze op een speciale
manier hun rol in onze tijd vervullen. Dit
geldt voor ailes wat geëxposeerd wordt:
de kaarten van het Scheldegebied van
Antwerpen tot Vlissingen en van Brugge
en Gent tot Zierikzee en Brouwershaven;
de familieportretten; de conterfeitsels in
schildering of in tapijtwerk, van zeehelden
en zeeslagen; de oude landschappen en
stadsgezichten en ook de stillevens, die
zorgvuldige waarneming van een micro
wereld, waarin een bepaalde instelling ten
opzichte van het leven zich zo duidelijk
manifesteert. Ook de impressies ten slotte
die vele kunstenaars van onze eeuw in
Zeeland hebben ondergaan en, elk op
eigen wijze, hebben vertolkt."
De catalogi van de koper- en zilverten
toonstelling van 1904 en 1906 zijn van
groter formaat maar niet te groot om in
jaszak of handtas mee te nemen. In de
inleiding op de catalogus van de tentoon
stelling van koperwerken zegt Frederiks
dat zij zowel de eenvoudigste zaken, die
eertijds voor huiselijk gebruik werden ge
bezigd, als de voorwerpen, die van hoge
kunstopvatting getuigen en die ten be
hoeve van de uitoefening van de gods
dienst in gebruik waren, laat zien. „Zoo
wel de werkman als de kunstenaar zal hier
voorbeelden vinden, die hem dienstig
kunnen zijn voor de ontwikkeling van zijne
practische kennis en van zijn kunst
smaak." Het zou interessant zijn te weten
hoeveel werklieden de drempel zijn over
gegaan, maar dit valt niet te ontdekken.
Het eerste jaarverslag (1888) van het
Kunstmuseum spreekt van „enkele am
bachtslieden tegen den verminderden prijs
van 10 ct.". Niet minder belangrijk zou het
zijn te weten hoe hoog de drempel tegen
woordig nog is. Iets van cijfers kunnen wij
wel geven. De tentoonstelling van voor
werpen en bescheiden voor zover in Zee
land aanwezig betreffend het huis Oranje-
Nassau, die van 21 augustus tot 5 septem
ber 1898 ten tijde van de Oranjefeesten
dus werd gehouden, bracht een ver
koop op van 64 doorlopende persoons- of
familiekaarïen en 1007 toegangskaarten
voor eens. Het bezoek werd bevredigend
genoemd.
Uitnodiging Tentoonstelling 1909.