NA DE REGEN
dr. ir. C. W. C. van Beekom
De aanhoudend zware regenval in het najaar van 1974 leidde tot omvangrijke oogstschade
in de Zeeuwse landbouw. A/om bekendheid kreeg het hartverwarmend optreden van
ettelijke duizenden militairen en burger vrijwilligers in een haast wanhopige poging om
onder vaak barre omstandigheden van de oogst nog te redden wat te redden viel. Minder
bekend is het daarop gevolgde hulpverleningsprogramma voor de financieel zwaar ge
troffen ondernemers in de landbouw. Eensdeels bestond dit uit een als bodemvoorziening
te beschouwen normatieve geldelijke tegemoetkoming van het Ministerie van Landbouw
en Visserij, andersdee/s uit een soepele toepassing van de Rijksgroepsregeling Zelfstan
digen R.ZEen daartoe ingestelde evaluatiecommissie onderzocht de ervaringen met
de toepassing van de R.Z. onder de gegeven omstandigheden
Sommige inhoudelijke of procedurele onderzoekresultaten bleken ook voor de commissie
een verrassing te zijn, waardoor het aantrekkelijk leek hieraan niet stilzwijgend voorbij te
gaan.
De boer zaait om te oogsten
De boer heeft als ieder mens de eigen
schap voldoening te vinden in hetgeen
aan zijn zorg is toevertrouwd. Hij zaait om
te oogsten; niet om het met veel zorg om
ringde gewas door welke oorzaak dan ook
vernietigd te zien worden. Bij de boer
krijgt deze zorg een extra dimensie, door
de ondeelbaarheid met zijn levensonder
houd. Het verloren gaan van hetgeen
werd verzorgd is een hard gelag. Wanneer
het stoffelijke belangen betreft zoals hier,
kan geld veel goed maken, maar niet alles.
Daaruit valt ook het psychologische effekt
van de oogsthulp te verklaren. Econo-