de zeeuwse arbeidsmarkt 106 land minder werkgelegenheid dan lande lijk het geval is. Dit geldt m.n. voor (jonge) vrouwen, waarvan er dan i.t.t. (jonge) mannen ook nog steeds jaarlijks méér uit deze provincie vertrekken dan dat er zich vestigen. Op het gebied van de uitbrei ding van het aantal arbeidsplaatsen heeft het beleid zeer zeker vruchten afgewor pen. Ook thans blijft de werkloosheid in Zeeland beneden landeljk niveau, het geen uiteraard als zeer positief moet worden bestempeld. Zonder een beleid dat daarop wasgericht wasZeeland zeker wel interessant geweest als woongebied van gepensioneerden, maar waarschijn lijk niet voor mensen in de aktieve leef tijdsgroepen. Alleen: struktureel gezien vertoont de arbeidsmarkt onevenwich tigheden die tot uitdrukking komen in de migratiebalans per beroepsgroep bij het onderwijzend personeel. Relatief weinig werkgelegenheid, zowel voor mannen als voor vrouwen blijkt er voorts te be staan in het bank- en verzekeringswezen en in dienstverlenende beroepen. Het aantal 15-19 jarige Zeeuwen dat dagon derwijs geniet ligt boven het Nederlands gemiddelde. Te geringe differentiatie op de Zeeuwse arbeidsmarkt en oplei dingsmogelijkheden noopt jonge men sen al dan niet tegen hun wil de provincie te verlaten. Voor het maatschappelijk en kultureel leven betekent verlies van ak tieve jonge mensen resp. te weinig vesti ging daarvan gebrek aan kader en ver schraling.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1976 | | pagina 14