in hoeverre is de overheid daadwerkelijk in staat feitelijke ontwikkelingen te beinvloeden?
115
soepele organisatie te integreren, dwars
door de hiërarchie van overheden heen.
Wij zien zo'n modern apparaat als de spil
die laag met hoog, centrum met periferie
verbindt, een scharnierfunctie, zo men
een andere uitdrukking verkiest. Een
naam?//7fenfre/: dienst voor geïntegreerd
territoriaal beleid. Inter duidt op de
scharnierfunctie; en waar zou de spil van
de scharnier meer thuis horen dan bij de
provincie, spil tussen centrale en ge
meentelijke overheid? Bel staat er niet
enkel voor beleid, maar ook voor het
eeuwenoude feit dat de burger- gezinslid
op zoek naar een woning, werknemer die
inlichtingen wenst in te winnen, poten
tiële investeerder met een vestigings
probleem - aldaar aan de bel kan trekken.
Geen nieuwe administratie, naar onze
eerste, snelle analyse, maar een coördi
nerende organisatie, voor burger en be
stuur: een cel bij de centrale departemen
ten, een cel bij de provincie, een cel bij de
gemeente, niet meer (tabel 4).
tieve profielen van verschillende ge
meenten wat betreft wonen, werken en
„winkelen" (in ruime zin: gedoeld wordt
op sociale voorzieningen). En zulke in
formatie kan het doelmatigst op provin
ciaal niveau worden verkregen: duplica
tie op gemeentelijk niveau wordt verme
den, informatie van het centrale niveau
afkomstig kan op eenvoudige wijze „naar
beneden" worden doorgegeven.
Het zal niet nodig zijn op te merken, dat de
hier geponeerde idee bestuurskundig en
inhoudelijk dient te worden uitgewerkt.
Het verdient óók aanbeveling die idee in
één geval op haar doelmatigheid te toet
sen, en waarom niet in Zeeland, waarom
niet in de sociaal-economische sfeer
(sociaal-economische ontwikkeling, ar
beidsmarkt, infrastructuur) In die zin
sluit de ontwikkelde gedachtengang vol
ledig aan op de SPAM O-filosofie, op het
Nederlands Economisch Instituut ont
wikkeld, en vanmorgen door professor
Klaassen briljant belicht.
1) Men zie hiertoe bijv. het SER-advies van december
1975.
2) J. Paelinck, Hoe doelmatig is sectoraal en regionaal
beleid? Leiden, Stenfert Kroese, 1975.
3) Men vindt aanknopingspunten in L.H. Klaassen en
J.H.P. Paelinck, Integration of Socio-Economic and
Physical Planning, Rotterdam University Press, 1974;
men zie ook van dezelfde auteurs, Physical planning, a
provisional solution? in Economic Problems Galore,
Rotterdam University Press, 1975.
4) „Bedoeld"; daarom zijn ze nog niet stimulerend
Men zie hiertoe J. Paelinck, t.a.p.
5) In de Middeleeuwen bleek men consequenter te zijn
geweest, hetgeen het mogelijk maakte een scherper
theoretisch bestuursmodel te ontwikken.
Centraal niveau
(departementen)
Provinciaal niveau
Gemeentelijk niveau
De cellen zouden de gepostuleerde mi
nimale coördinatie-cum-informatie-func-
tie hebben: welk niveau ook wordt bena
derd door een persoon of organisatie, er
moet efficiënt en snel contact tot stand
kunnen worden gebracht met alle rele
vante organen of polen van het systeem
via de contacten die elke cel met alle an
dere cellen kan krijgen. Men kan zich
trouwens voorstellen dat een cel-model
op het exclusieve provinciale niveau al
voldoende kan zijn, als deze provinciale
cel haar weg weet te vinden in de com
plexiteit van het functiebeeld op centraal
en gemeentelijk niveau.
De hier gepresenteerde constructie
houdt ook de mogelijkheid in tot syste
matiseren van het verkrijgen van inlich
tingen over beschikbaarheid van grond
(thans nog niet centraal bekend), rela-
Een inleiding met een vraag beëindigen
kan, op een dag als deze. Trouwens, om
het met Jean-Jacques Rousseau uit te
drukken, „l'ignorance n'a jamais fait de
mal; Terreur seule est funeste; on ne
s'égare point paree qu'on ne sait pas
mais paree qu'on croit savoir" (Emile, III).
Het zou inderdaad, wij herhalen het, een
grove vergissing zijn te denken dat het
huidige bestuursapparaat optimaal
werkt, of enkel maar zijn efficiencygraad
zou behouden; dit wetende moet men
elke, zelfs marginale aanpassing, waar
van men kan vermoeden dat de kosten-
batenratio voordelig ligt, als een aan
vaardbare werkhypothese in overweging
nemen.