NATIONAAL EN PROVINCIAAL BELEID. direkteur provinciale HARMONIE OF CONFLICT. in zee/and ir. R. M. Th. Adriaansens «-r planologische dienst De recente ontwikkelingen binnen de Zeeuwse samenleving hebben het beeld van de provincie ingrijpend gewijzigd. Vanuit een overwegend agrarische sig natuur is een provincie gegroeid, waar de industriële bedrijvigheid vaste voet heeft gekregen. De rokende schoorsteen, beeld van activiteit, is in het fraaie Zeeuwse landschap geen onbekende meer. De groeiende welvaart heeft er toe geleid, dat Zeeland van een expulsiegebied is geworden tot een gewest, waar de immi gratie groeiend is. Afgezien van de scha de, die de rook zou kunnen toebrengen aan natuur en leefmilieu en die de schoorsteen uitricht op het fraaie land schap, komt geleidelijk aan de discussie op gang in hoeverre een doorgaande in dustrialisatie met een daaraan verbon den stijgende immigratiestroom in het belang kan worden geacht van de Zeeuwse bevolking. Bij deze discussies wordt dan in eerste instantie gedacht aan de ontwikkeling van de basisindustrie op de grootschalige terreinen langs diep vaarwater. De taakstelling die de Rijksoverheid voor Zeeland in portefeuille heeft voor wat de zeehaven-activiteiten betreft is nog niet duidelijk. De verstedelijkingsnota, die overigens betrekking heeft op een andere beleidssector spreekt zich hierover slechts in vage bewoordingen uit. Het structuurschema Zeehavens, dat eerst in 1977 tegemoet kan worden gezien, zal hieromtrent meer helderheid moeten verschaffen. In hoeverre gesproken kan worden van conflict of harmonie zal dan moeten blijken. Voorshands nemen de reëele mogelijkheden binnen de provin cie af. Het provinciaal bestuur heeft ken baar gemaakt de uitbreiding van de in dustriële mogelijkheden langs de Wes- terschelde (het z.g. Sloe II project) niet meer op te nemen in het in herziening genomen Streekplan Midden-Zeeland. Het Reimerswaal-industriegebied kan, nu ei ndelijk een beslissing omtrent de afslui ting van de Oosterschelde genomen lijkt te gaan worden, definitiefin dearchieven worden opgeborgen. Het is nauwelijks voorstelbaar dat de mil jarden, diezullen worden gestoken in een afsluiting, die de natuurlijke kwaliteiten van dit gebied zoveel mogelijk respec teert, zullen worden uitgegeven om ter gelegener tijd alsnog enige duizenden hectaren waardevolle schorgronden in te dijken. Een duidelijke accentverschuiving heeft ook inZeeland, zij het misschien wat later dan elders, plaatsgevonden, waarbij de gedachte dat welvaart alleen is gediend met groei en dat voor deze groei het wijdse Zeeuwse land onbeperkte moge lijkheden zou bieden geleidelijk plaats maakt voor de idee dat groei wel positief kan worden beoordeeld, mits deze mid dels een geleidelijke ontwikkeling kan worden ingepast in de aard en de schaal van het gebied. Van de nadelige effecten verbonden aan te snelle ontwikkelingen worden zich steeds meer mensen be wust. Opgemerkt kan worden, dat steeds meer geluiden opgaan die ervoor pleiten alles wat uitgaat boven de autonome groei maarte weren, zodat de noodzake lijke ingrepen in de Zeeuwse structuur zich tot een minimum zullen beperken. Als dit als norm zou worden aanvaard dan houdt dit in, dat ook wat dit betreft de draagkracht van de regio afneemt. Het is overigens de vraag in hoeverre dit strookt met de realiteit. Op het gebied van de bevolkingsgroei wordt bijvoorbeeld de voor Zeeland in de verstedelijkings nota globaal aangegeven groei op grond van de migratie van 0,5% per jaar, al ruimschoots overschreden. Zonder spec taculaire ontwikkelingen op het gebied van de werkgelegenheid was deze groei gedurende de laatste vijf jaar reeds ge middeld 0,8%. Dit vindt vermoedelijk zijn verklaring voor een belangrijk deel in de strategi sche ligging van dit gewest. Gelegen tus sen de grote bevolkingsagglomeraties vormt Zeeland als onderdeel van de open Delta nog een oase van ruimte en rust, waar het goed wonen is. De Delta-werken hebben voor een goede ontsluiting ge- zogd, zodat de meeste delen van de pro vincie goed bereikbaar zijn geworden, overigens met alle risico's van dien. Waar ruimte is, die elders op redelijk korte af stand schaars is geworden, ontstaat de druk om deze marge te benutten. Ondanks het feit, dat de Rijksvisie om trent het open houden van de Delta niet wezenlijk verschilt van de provinciale ge dachten hieromtrent, worden bijv. in het structuurschema electriciteitsvoorzie- ningen een groot aantal locaties voor de bouw van electriciteitscentrales in dit Deltagebied ten tonele gevoerd. Terecht is hiertegen door het provinciale bestuur stelling genomen. Tenzij onomstotelijk kan worden aangetoond, dat het delta gebied met zijn koelcapaciteit aan open water de enige mogelijkheid zou bieden, wordt deze taakstelling welke indruist tegen het principe van de open Delta af gewezen. Een belangrijke pijler van de Zeeuwse economie is de recreatie, die zich fors heeft kunnen ontwikkelen dank zij de physieke gegevenheden van het gebied. De stroom rust- en verpozingzoekers neemt echter zulke vormen aan - in Wes- terschouwen oplopend tot ca. 80.000 tij dens het hoogseizoen tegenover een in heemse bevolking van ca. 4400 inwoners - dat een onherstelbare aantasting van juist de kwaliteiten waarom men Zeeland bezoekt allerwege dreigt. Naast dit be zwaar wordt men er zich geleidelijk aan van bewust dat een uitverkoop van alle marges die nog aanwezig zouden zijn als resultaat heeft dat men niet meer aan de legitieme behoefte aan recreatiemoge lijkheden van de eigen groeiende bevol king zou kunnen voldoen. Dit zal vooral op Walcheren een rol van betekenis moe ten gaan spelen. Tenminste aan een uit verkoop van de provincie aan de meest biedende, waardoor bijv. de sociale re creatie in het gedrang dreigt te raken en waarbij dan ook moet worden gedacht aan bijv. de verkoop van de woningen in de kernen als tweede woning, dient zo spoedig mogelijk een einde te komen. De rijksnota's draaien een beetje om deze problematiek heen. In de oriënterings nota staat het behoud van natuur en landschap hoog genoteerd. Het schep pen van recreatiemogelijkheden nabij de grote bevolkingsagglomeraties wordt als beleidsuitgangspunt genoemd. Men lijkt er zich echter onvoldoende van bewust te zijn, dat dit laatste nauwelijks de recrea tieve druk op de open Delta zal doen ver minderen. De structuurschets voor de Grevelingen, waarin het natuurbehoud zo is gaan overwegen, dat zelfs reeds in uitvoering zijnde plannen zouden moe ten worden teruggedraaid, is mogelijk reeds een indicatie hiervan. Het openhouden van het midden deltagebied heeft tenslotte tot gevolg, dat een stijgende migratie - indien al thans de werkgelegenheid zich niet zou uitbreiden - naar dit gebied met dit prin cipe in strijd moet worden geacht. Een strikt beleid in deze zin heeft echter tot gevolg dat met name het probleem van de kleine kernen op Schouwen- Duiveland nog groter zal worden dan het nu reeds is. Een aanpassing van de nor men die bijv. worden gehanteerd voor het instandhouden en het functioneren

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1976 | | pagina 25