OVER DE ZEELANDBRUG
94
Daar waar volgens Busken Huet Erasmus
vier dagen voor nodig had, verrichtte de
delegatie van de Erasmus Universiteit, die
per bus kwam, ditzelfde in een tijdspanne
van anderhalf uur. Een reis naar Zeeland.
Een landsdeel dat meer bekend staat om
haar wateren, oesters en babbelaars dan
om haar aktiviteiten op wetenschappelijk
gebied. Dat de Zeeuwen desalniettemin
toch geïnteresseerd zijn in wetenschap
bleek wel uit het organiseren van een dag
met de Erasmus Universiteit. Als het aan
ons lag zou Zeeland op zijn minst een fa-
kulteit op het gebied van de organisatie
kunde gegund moeten worden. Ofschoon
je haast zou vermoeden na zo'n dag, dat
ze er al een heeft. Hulde aan de organisa
tie, de gastvrijheid en de zorg, die zij aan
haar gasten heeft besteed.
Gedurende de dag kwam een breed skala
van onderwerpen ter sprake. Het sterkst
getuigden de ochtendinleidingen hiervan.
Het benadrukken van het belang van een
interdisciplinaire benadering, het rekening
houden met alle faktoren die een invloed
uitigaanloefenen, stond centraal. Zeker
voor een provincie als Zeeland, met haar
specifieke eigenschappen, is het van pri
mair belang, dat zij niet over een kam
wordt geschoren met de andere provin
cies. Waarbij aangetekend moet worden
dat dit niet alleen voor Zeeland geldt. Het
rekening houden met plaatselijke omstan
digheden is onontbeerlijk.
In de, door een tweetal van ons gevolgde,
sectie over bestuursproblemen werd inge
gaan op de voor- en nadelen van integraal
en funktioneel bestuur. Hierbij kwam ook
de taak van de bestuurder ter sprake.
Deze werd door een van de sprekers sim
pel maar doeltreffend omschreven als:
,,het scheppen van voorwaarden, die een
goed, gezond en gelukkig leven mogelijk
maken". In deze tijd waarin de verande
ringen van de menselijke behoeften en
van de relatie tussen de mens en zijn om
geving in het brandpunt staan en men op
zoek is naar een evenwicht tussen het ma
teriële en het immateriële, zijn er vele kon-
sekwenties voor het besturen. Dat de kon-
klusie een combinatie van integraal en
funktioneel bestuur inhield was voor de
meesten geen verrassing. Hoe die combi
natie eruit zou moeten zien was wel een
punt van diskussie, waarvoor de tijd he
laas geen mogelijkheden meer bood.
In de sectie Onderwijs, die door een onzer
werd gevolgd, werd aandacht besteed aan
de huidige em toekomstige opleidingen
voor tweede en derde graads leraren. Ook
werd gesproken over de taakverzwaring
van de schooldekanen. Dit gebeurde in
het kader van de nota Hoger Onderwijs in
de Toekomst. Door deze taakverzwaring,
verwachten wij, zullen de schooldekanen
er waarschijnlijk niet toe komen, aan
dacht te besteden aan de wijziging van de
levensomstandigheden en aan de moge
lijkheden om aktiviteiten naast de studie
te verrichten. Een tweetal facetten, waar
jongeren die Zeeland verlaten om te gaan
studeren zeker mee gekonfronteerd zullen
worden, en die daarom alleszins de moeite
waard zijn om iets nader op in te gaan.
Het opbouwen van een leefwijze in een
nieuwe omgeving is voor velen geen een
voudige opgave. Het noodzakelijk op ka
mers gaan wonen, heeft vaak tot gevolg,
dat de banden met het achterland verwa
teren. Nieuwe kontakten zijn onmisbaar,
zowel voor de studie als voor het sociale
leven. Een groot voordeel is het, dat men
niet alléén staat voor deze taak. Enerzijds
zijn er grote aantallen aankomende stu
denten, die in dezelfde omstandigheden
verkeren, anderzijds organiseren de Uni
versiteit en aanverwante instellingen een
pakket van aktiviteiten, die gericht zijn op
de introduktie van de studenten in de voor
hen nieuwe omgeving. Tevens bestaat er
een grote verscheidenheid aan studenten
verenigingen, die een kennismakingstijd
organiseren, waarbij het accent ligt op het
ontmoeten en leren kennen van medestu
denten.
Het deelnemen aan de hierboven genoem
de aktiviteiten is dan ook een onmisbare
steen, bij het opbouwen van een goed,
gezond en gelukkig leven.
Tot slot mag niet onvermeld blijven, dat
het aantal naar Zeeland meegekomen stu
denten op twee handen te tellen was. Een
betreurenswaardige zaak als men zich rea
liseert. dat de naar onze mening niet onte
rechte wens van velen om de Universiteit
te betrekken bij het maatschappelijk ge
beuren door deze Zeeland-dag in enige
mate vervuld werd. Wij hopen dat het niet
tot dit lovenswaardige initiatief alleen be
perkt zal blijven.
Johan Bontje
Derk Brouwer
René Wilderom
(drie studenten)