I effectiviteit van organisaties 142 tie, winstgevendheid/nauwkeurigheid versus flexibiliteit en winstgevend heid/nauwkeurigheid versus de afwe zigheid van spanning. - Men moet nooit vergeten dat de in houd van het begrip effectiviteit zich steeds wijzigt. De omgeving is continu in beweging, waardesystemen veran deren regelmatig en deeisen die vanuit relevante stake-holdersgroeperingen komen zijn dynamisch. Het is daarom onmogelijk eens en vooral de doelstel lingen van een organisatie te definië ren, net zoals het onmogelijk is voor lange tijd de effectiviteitscriteria vast te stellen als een statisch instrument om de effectiviteit van organisaties te me ten. Er bestaat geen stabiliteit in het (gewicht van) effectiviteitscriteria. Soms kunnen winstgevendheid en li quiditeit als erg belangrijk worden be schouwd (in recessieperioden), soms ligt de aandacht veel meer op ge dragswetenschappelijke aspecten (in perioden van groei). - In al de hiervoor genoemde omstan digheden is er nog een onderscheid mogelijk tussen effectiviteit op korte termijn, middellange termijn en lange termijn. Wat effectief zou kunnen zijn op de korte termijn (b.v. een verminder ing van de uitgaven voor research en development), zal in het algemeen niet effectief zijn op de lange termijn. Een effectiviteitsmodel dat deze korte en lange termijn overwegingen omvat be staat nog steeds niet. Het schijnt daarom logisch te veronder stellen dat het belangrijker is de relaties en de ontwikkelingen in defactoren die de effectiviteit beïnvloeden te volgen, tege- lijk met het waarnemen van de effecten die zij uitoefenen op de effectiviteitscrite ria, dan alleen om de mate van effectivi- teitte meten. Maximalisering van één van de effectiviteitscriteria zal nooit het uit eindelijke doel van een organisatie zijn. De nadruk zal juist op een optimalisering van alle relevante criteria liggen, hetgeen j betekent dat er door de leiding constant gezocht wordt naar een zo verantwoord mogelijk evenwicht tussen de van belang zijnde effectiviteitscriteria. En deze effec tiviteitscriteria moeten worden gekozen in relatie met de doelstellingen van de organisatie. Effectiviteit, met de woorden van Etzioni, moet worden beschreven in termen van het bereiken van doelstellin gen; dat is de capaciteit van een organisa tie om zijn hulpbronnen op een succes volle wijze te gebruiken ter bereiking van specifieke doeleinden. Voor het doel van deze lezing zal effectivi teit worden gezien als de mate waarin op de behoeften en eisen van alle relevante stake-holders van eenorganisatie wordt ingespeeld. Deze definitie is gekozen op grond van twee overwegingen. De eerste is, dat een organisatie onmogelijk kan worden beschouwd zonder de interactie met haar omgeving in de beschouwing te betrekken. Ten tweede geeft het gebruik van het stake-holders-concept in haar brede betekenis de mogelijkheid om con creet vorm te geven aan de behoeften en eisen die de omgeving aan een organisa tie stelt. Effectiviteit m.b.t. funktioneel/integraal bestuur. 1. Het begrip effectiviteit is de rode draad in de discussie over verschillende vor men van overheidsorganisatie. Grote probleem: effectiviteit is in wezen een niet-gedefinieerd begrip. Voorbeeld daarvan is te vinden in het conceptont werp van de wet "Reorganisatie binnen lands bestuur". Daar komt het begrip ef fectiviteit vijf maal voor: blz. 37: "deskundigheid en effectiviteit van een technisch gemeentelijk appa raat" - lijkt meer op efficiency, n.l. de wijze van uitvoering (hoe blz. 83: "of centralisatie de effectiviteit dient" (effectiviteit i.v.m. plaatselijke om standigheden) - is duidelijk effectiviteit (wat?), maar houdt slechts verband met gemeentelijke belangen (niet met alle andere dit is een onjuiste vereniging van het begrip effectiviteit. blz. 89: "effectieve politieke controle" op rijksbeslissingen door gemeentelijke in stanties - onduidelijk gebruik van het woord ef fectief, lijkt me in de zin zelfs overbodig. N.B. geldt ook voor het woord politiek b.z. 95: "de omvang van een eenheid is o.m. afhankelijk van mogelijkheid tot een effectieve en efficiënte taakvervulling van die eenheid" - hier wordt effectiviteit terecht gebruikt maar de vraag is wel wat ermee wordt bedoeld c.q. welke inhoud hieraan toege schreven wordt. Hier wreekt zich het ge brek aan definiëring. blz. 124: "effectieve inkomenspolitiek" - ook hier zou - met veel goede wil-het woord goed gebruikt kunnen zijn, maarer rijzen toch wel bedenkingen. Waaraan zou men gedacht hebben 't Blijft er duis ter. Zou hier niet verantwoord bedoeld zijn 2. Eigenlijk is er een zeer koddige discus sie aan de gang: - op grond van zijn definitie over effecti viteit komt Verkruijsen tot een andere be stuursstructuur dan de voorlopige raad voor het regeringsbeleid; - de keuze van de gebezigde effectivi teitscriteria wordt in beide gevallen niet gemotiveerd, alleen maar geponeerd; - dit geldt in wezen ook voor de heren Kaland en Van der Weel (die zich daarbij overigens op Brasz beroept). De omzich tigheid waarmee ze hun uitspraken for muleerden doet vermoeden, dat ze hun criteria niet als erg krachtig of overtui gend beleven; - men waagt te denken dat criteria geko zen worden om de verlangde bestuurs structuur te rechtvaardigen. De uitkomst volgt niet uit de criteria, maar de redene ring loopt precies anders om. 3. Wat valt op dat de besluitvorming over een nieuwe bestuursstructuur op zulk los zand wordt gebouwd; dat er relatief zo weinig aandacht wordt geschonken aan gedragswetenschappe lijke aspecten (deskundigheid, taakge richtheid, democratische controle, een heid en eenvoud staan voorop); dat de politieke dimensie van het pro bleem volledig versluierd blijft; dat er naar eenheidsoplossingen wordt gestreefd (in ieder geval met uitzondering van de heer Van der Weel). Moeten er geen variatiemogelijkheden zijn Conclusie: Eerst als het begrip effectiviteit eenduidig gedefinieerd is en ook de criteria voor de beoordeling ervan in een gegeven situa tie zijn gefixeerd, kan pas verantwoord een keuze tussen bestuursvormen wor den gedaan.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1976 | | pagina 50