unktioneel of integraal bestuur?
148
'met een zo specifiek karakter en specifie-
,ke deskundigheidsvereisten dat ik niet
•zonder meer zou willen opteren voor in
schakeling in het integraal bestuur.
i5 Universiteiten: daarvoor geldt in nog
sterkere mate hetzelfde.
I
.Rest mij te zeggen dat ik mij met mijn
voorkeur in het goede gezelschap bevind
Ivan het Instituut voor Bestuursweten
schappen.
Op blz. 266/267 van deel 2 van het eind
rapport wordt gesteld:
,„het verdient dan ook aanbeveling dit ver
snipperde bestuur (opmerking van mij:
het ging hier vooral om functionele decen
tralisatie) waar mogelijk onder te brengen
in organen met een algemene bestuurs
taak"12).
In dezelfde zin: Voorlopige Wetenschap
pelijke Raad voor het Regeringsbeleid,
rapport, De organisatie van het openbaar
bestuur, blz. 30/31 (1975).
1. G. A. van Poelje, Alg. Inleiding tot de Be
stuurskunde (1964), blz. 49 e.v.
2. Prae-adv. Ned. Jur. Ver. 1959
3. Vlg. A.F. Leemans, Changing Patterns of
Local Government (IULA)
4. G.A. van Poelje noot 1 rekent ook
deze tot functionele vormen, zij het dat hij
spreekt van decentralisatie bij collaboratie-
ve samenwerking.
5. Het terrein is niet precies af te bakenen.
Het IBW-eindrapport (1975, deel 2, blz. 239
e.v.) spreekt van kwaliteitsvereisten, hoofd
en subkarakteristieken (democratie doel
matigheid), en deze lijken de zg. bestuurs-
maatstaven gedeeltelijk te overlappen.
6. G. Kuypers, Grondbegrippen van Politiek
(Utrecht/Antwerpen, 1973), blz. 38
7. H.A. Brasz, In Wegwijzers naar een Goed
Bewoonbaar Nederland, (Samson, 1967)
en in Modern Geleed Streekbestuur. Voorts
b.v. in het rapport Bestuur in Agglomeraties
I (Rapport studie cie.) Zie ook Deelstudie 1
bij IBW-eindrapport 2.
8. Zie de eerste publicatie onder noot 7.
9. Het IBW-rapport noot 5 onder
scheidt bij „democratie": openheid van in
richting, openheid van werking, invloed
burger of openbaar bestuur, waarborging
rechten individu, en bij „doelmatigheid": d.
van inrichting en werking, geografische d.,
sociale d. en economische d.
10. O.m. H.R. van Gunsteren, The quest for
control (diss. Leiden, 1972), en een verdere
vloed van literatuur, w.o. Bestuursweten
schappen, 1976, no. 2.
11. Na andere gemeenten ook Rotterdam:
De Ned. Gemeente, 7 mei 1976.
12. Daarbij wordt gewezen op het belang
van functionele bestuursvormen voor be
vordering contact burger-bestuur, voor
vaktechnische bestuurstaken, voor in het
algemeen de kleinere schaal en voor
noodtoestanden e.d.