IMPRESSIE
149
De eigenlijke botsing van de meningen
had tijdens de discussie plaats kunnen
vinden, maar dit onderdeel van het pro
gramma bleef om des tijds wille zeer be
perkt.
In de inleidingen was er sprake van een
behoedzame benadering van de proble
matiek.
Uit de woorden van de heer Kaland
proefde men terstond de praktizerende
bestuurder: de kwaliteit van het bestuur
stond voorop. Inderdaad valt vanuit deze
gezichtshoek veel te zeggen voor be
paalde vormen van functioneel bestuur.
Zijn uitspraken appelleren aan degedach-
ten die erover een ideale bestuursorgani
satie leven: slagvaardig, deskundig en ef
fectief. De heer Van der Weel benaderde
de problematiek meer vanuit een maat
schappelijke invalshoek: hoe hoort het
bestuur te wezen Ook zijn argumenten
spreken aande democratie komt het best
tot zijn recht bij een afweging van de on
derscheidene belangen door één be
stuursniveau. Nieuwe technieken van
planning en beleidsanalyse zijn hiervoor
belangrijke hulpmiddelen. Terecht kon de
inleider zich beroepen op de jongste
voorstellen tot reorganisatie van het bin
nenlands bestuur in Nederland.
De derde inleider - de heer Breevoort -
kwam als het ware met een wijde boog bij
het onderwerp terecht. Zijn schets van de
maatschappelijke veranderingen bena
drukte de betekenis, die de "omgeving"
uitoefent op het funktioneren van een
(bestuurs-)organisatie. In het slot van zijn
betoog stelde deze inleider de intrige
rende vraag naar de verantwoording van
de criteria-keuze, voor wat betreft de ge
wenste organisatiestructuur.
Zoals geschreven: op dit moment was
een discussie-basis voorhanden. Mis
schien komt er nog eens een voortzet
ting
F. Burger