zeeuwse leergangen 167 Het zal duidelijk zijn dat de zoéven vermel de motie-Evenhuis hier duidelijk de plan nen van het departement doorkruist. In het Delta-instituut is nu overleg gaande over verdere stappen. De motie-Hermes, handelende over het beschikbaar stellen van gevoteerde gelden voor de parttime-opleidingen aan de hui dige lo- en mo-opleidingen, met het oog merk verbetering c.q. uitbreiding, biedt ook weer nieuwe mogelijkheden. Tot een definitieve regeling zal zijn ge troffen, tussen 1980 en 1983, zullen de be staande opleidingen in deze regio hun werk blijven voortzetten. Verhinderd zal moeten worden dat in onze regio een va cuüm zal gaan ontstaan, een vacuüm met ernstige gevolgen omdat hiermee bereikt zou worden dat een parttime-lerarenoplei ding nog veel moeilijker van de grond zou komen. De Zeeuwse Leergangen zullen er naar streven dat een zo groot mogelijk pakket van studiemogelijkheden in de lo- en mo- A-opleidingen zal worden aangeboden. Dit hangt mede ook af van de studie-inzet en de studiebereidheid van de cursisten. Er dreigen namelijk twee gevaren: 1. onvoldoende bezetting van een leer jaar houdt in dat zo'n leerjaar niet mag starten en wegvallen van een op leiding kan automatisch inhouden dat een hernieuwde start het volgend jaar door het ministerie niet zal worden goedgekeurd. 2. onvoldoende studieresultaten, die uit eindelijk afleesbaar zijn in examenre sultaten. Als het ministerie tot de con clusie komt dat het nuttig rendement van een bepaalde opleiding te gering is, kan opheffing van deze opleiding het gevolg zijn; ik denk hierbij aan een schrijven van 3 oktober 1975 van het Ministerie van Onderwijs en Weten schappen. In Den Haag ziet men met lede ogen tegen de hoge kosten van een C-cursus aan en men wil niets liever dan dat de parttime- lerarenopleidingen lo en mo-A gaan over nemen. Of een en ander in de toekomst een ver betering zal zijn zal nog moeten blijken, persoonlijk ben ik hier nog niet zo zeker van. Zeker is ook dat de overgang geleidelijk zal moeten zijn. Het is na twee jaar mo-A- studie niet doenlijk over te stappen naar een 3e-jaars parttime-opleiding, er is geen aansluiting. Dus tussen 1980-1983 een geleidelijke af bouw en een geleidelijke opbouw van de parttime-lerarenopleidingen. In hoeverre hierbij docenten aan de C-cur- sussen ingeschakeld zullen worden is nog een open vraag maar waarschijnlijk lijkt dit wel gezien hun grote ervaring in de loop der jaren opgedaan.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1976 | | pagina 75