honderd jaar onderwijs in zeeland
198
volksverheffing was daarmee ook de
mogelijkheid geschapen om het volk via
de school tot een beroep in de maat
schappij te voeren. Eerst alleen lezen,
schrijven en rekenen in school, dan na
1857 ook de zaakvakken, maar nu ook de
noodzakelijke vakkennis.
In Goes is de eerste Zeeuwse Ambachts
school opgericht, met J.J. Ochtman als
zeer actieve stimulator. Jaren lang werkte
de school met 1 timmerklas van ongeveer
10 leerlingen. In het begin vlotte het niet
zo érg goed, maar „volgens het verslag
van de vereniging had zij een nieuw
schoolgebouw gesticht, waarvan de kos
ten ongeveer f 5000, bedroegen
Het schoolgebouw beantwoordt alleszins
aan de verwachting. Nagenoeg al het
houtwerk van dat gebouw is de vrucht
van de arbeid der leerlingen hetgeen voor
de degelijkheid van het onderwijs ge
tuigt" (verslag over 18791.
In Zierikzee werd door enkele notabelen in
1881 (19-1) op initiatief van het „Dep.
Zierikzee van de maatschappij ter Bevor
dering van de Nijverheid" en met mede
werking van de maatschappij tot 't Nut
van 't Algemeen een vergadering belegd
om ook te komen tot oprichting van een
ambachtsschool. En net als overal is de
bereidheid er direct, maar de financiën zijn
het probleem. Maar men steunt op de er
varing in Goes en heeft zelfs het Goese
bestuurslid (J.J. Ochtman) gevraagd om
advies te geven. Maar hij heeft, aldus de
notulen, door hen onbereisbaren staat
der wegen de reis moeten opgeven".
De gemeentelijke subsidie komt aanvan
kelijk niet los en de burgemeester brengt
onder de aandacht dat de Ambachts
school te Goes volgens het verslag van
den directeur zelf in geen bloeienden
toestand verkeert".
Maar nadat in deze raadsvergadering op
voorstel van B. en W. de subsidie met 7
tegen 6 stemmen is afgewezen, komen zij
op 31-10 toch met een subsidievoorstel,
dat dan met 1 stem meerderheid wordt
aangenomen.
Op 19-2-1883 wordt de school geopend.
Met deze voorbeelden is de samenleving
ten tonele verschenen als stichter van
scholen. Er komen meer Ambachtsscho
len en uit de wintercursussen van de
Z.L.M. groeien later lagere tuin- en land-
bouwwinterscholen. In 1893 was de Rijks-
landbouwwinterschool in Goes gesticht,
in 1922 de eerste Christelijke landbouw-
winterschool in Nederland, te Axel, en
vanaf 1928 kwamen de Z.L.M.-landbouw-
huishoudscholen.
En in tegenstelling tot het pleidooi van de
anti-revolutionaire voorz. van de Z.L.M.,
Mr. P. Dieleman (in 1920) voor samen
werking waar dat mogelijk en/of noodza
kelijk was, kwamen nè de tweede wereld
oorlog toch ook confessionele lagere be-
roepsscholen.
Tegenstellingen en overeenkomsten in
maatschappelijke, politieke en onderwijs
organisaties zijn er garant voor dat ook nu
de strijd rond de school nog niet is beëin
digd.
En voor sommige Zeeuwse ouders wordt
het bestaan van confessioneel lager en
middelbaar beroepsonderwijs des te
klemmender nu dat onderwijs steeds min
der specifiek beroepsanticiperend en meer
algemeen vormend wordt.
de ouders
De rol van de ouders in het onderwijs-
gebeuren lijkt veel op een bijrolletje: de
speler komt even op en is gauw weer weg.
Maar eigenlijk zouden theoretisch ge
zien de ouders één van de hoofdrollen
moeten spelen.
In Zeeland ik wees er al op hebben
ouders-lidmaten van gereformeerde ker
ken, ook al vóór 1876, in sommige plaat
sen geijverd voor het oprichten van eigen
gezindtescholen. Daarvoor moesten zij
zich grote financiële opofferingen ge
troosten. In 1876 telde Zeeland 17 Prot.
Chr. lagere scholen, opgericht en onder
houden door de kerkelijke gemeente.
Daarnaast waren ongeveer 10 Kath. lage
re scholen, die gesticht waren door de
kerkelijke leiders zonder dat onder de
ouders daaraan een duidelijke behoefte
bestond.
Honderd jaar geleden was de grote schare
on- en minvermogenden ook niet in staat
of bij machte om mee te praten over on
derwijsvoorzieningen. Bezorgdheid om
een schraal bestaan was een blokkerende
rem op alle cultureel-maatschappelijke as
piraties. En het zou nog meerdere tiental
len jaren duren voor de arbeidende stand
zich bewust werd van zijn maatschappe
lijke positie.
In onze Zeeuwse steden hadden de wel
gestelde ouders wél hun behoefte aan een
eigen school, een standenschool. Die
kregen ze dan via hun leiderschap in de
gemeenteraad. En de Zeeuwse steden
Middelburg, Zierikzee, Goes, Vlissingen en
Tholen (Terneuzen en Hulst niet) hadden
tot ongeveer 1920 hun standenschool. De
standenindeling werd in de vorige eeuw
zó vanzelfsprekend gevonden dat in Zee
land de eerste georganiseerde voor
vechters voor volksonderwijs (1874 Zie
rikzee, 1877 Middelburg) juist de stadsno-
tabelen waren die hun kinderen naar de
rijke-luis school stuurden.
Zo beheerden b.v. in Middelburg de nota
belen als bestuurslid van het Nut 2 druk
bezochte bewaarscholen voor de min- en
onvermogenden, maar tegelijk hadden
hun dames een dure echte Fröbelschool in
de Bogardstraat, voor hun eigen kinderen.
Nergens gewagen de archieven van op
vallende activiteiten van de ouders. Alleen
in de inspectieverslagen van na de tweede
wereldoorlog is bijna altijd een kopje „De
leerlingen en de ouders". Daaruit citeer ik:
„De ouders blijken indien men op de juiste
manier een beroep op hen doet, altijd tot
medewerken bereid. Als voorbeeld dient
de nieuw opgerichte kleuterschool te
Schore, waar bestuur en ouders samen de
school Igevestigd in een woonhuisschil
derden en stoffeerden, het meubilair
maakten, de tuin inrichtten, speelgoed
maakten enz.11949) „De samenwerking
tussen school en ouders is meestentijds
goed" 11950).
De ouderavonden worden in het alge
meen matig bezocht 17969)
De interesse van de ouders voor het on
derwijs neemt m.i. in deze inspectie gaan
deweg toe, inzonderheid bij het RK on
derwijs 1956)
Het wil mij voorkomen dat enkele schooi
en kerkbesturen Iinzonderheid enkele
autocratische pastoors) de stichting van
r.k. oudercomités in de weg staan 11958)
De ouders zijn doorgaans meelevend, ge
zagsgetrouw en gezaghebbend. Voorwaar
een ideale situatie om in te werken. 1960)
Het R.K. onderwijs vertoont in dit opzicht
Ihet betreft de ouderavonden) nog altijd
een grote achterstand. 11965) Nergens
wordt gesproken over de zeggenschap van
de ouders als bestuurder van het bij
zonder onderwijs. Eén keer staat vermeld:
„De besturen die niet bestaan uit ouders,
doch uit heren op hoge leeftijd" 11964)
Bijna nergens uitgezonderd misschien
in zekere zin bij de scholen op Reforma
torische grondslag hadden en hebben
de ouders daadwerkelijke medezeggen
schap. De bijzondere school wordt nog
wel eens de „school van de ouders" ge
noemd; maar dit is blijkbaar geheel ten
onrechte en bij de openbare school be
perkt de inspraak van de oudercommissies