honderd jaar onderwijs in zeeland 199 zich tot bescheiden adviezen aan de ge meenteraad. Hoe jonger het kind, hoe gemakkelijker blijkbaar de samenwerking tussen school en ouders. Bij het voortgezet onderwijs komen de ouders het moeilijkst aan bod; zeker in Zeeland, waar men zie bovenstaand ci taat ideaal kan werken met gezagsge trouwe ouders. Bovendien is het als ouder altijd veel moeilijker om een gelijkwaar dig gesprek aan te gaan met een doc tor-rector of doctorandus-neerlandicus dan met juf Annie van 23 jr. van de kleu terschool. Rector Stutterheim van het Sted. gymna sium te Middelburg zei rond 1937 onom wonden: Zolang ik hier ben komt er geen oudervereniging". Maar hij bleef nog slechts enkele jaren. De eerste contactmiddag tussen ouders en docenten vond plaats op 19-1-1943 en „op 8 maart 1948 vond de eerste vergade ring" plaats van de oudervereniging in op richting en wel in de zangzaal van de Rij kskweekschool" Alsof het iets heel bijzonders is, vermeldt de PZC van 12-2-68 onder vette kop: „De Goese Ambachtsschool heeft een ouder vereniging opgericht". Hoeveel bezoekers zijn hier als ouder aan wezig? Naast de Neutraal Bijzondere Lagere School te Vlissingen kent Zeeland sinds kort een nieuwe school van de ouders. In 1974 is een groep jonge mensen ontevreden met het intel lectualistisch onderwijs op de huidige school gekomen tot oprichting van een Vrije school, gegrondvest op de antroposofische opvattingen van Ru- dolf Steiner. Tekenend waren in de Zeeuws-Vlaamse grensstrook enkele conflicten van ouders (gestimuleerd door jongere immigranten van boven de Moerdijk) met het school bestuur 3). Het Kath. schoolblad 1970 nr. 41 schrijft: Het streven van meer inspraak van die genen die tot nu toe monddood werden gemaakt of die zich afzijdig hieldenis ge lukkig erg „in" tegenwoordig". En men vervolgt: We vernemen af en toe hier en daar de klacht dat ouders die ten onrechte in een schoolbestuur zijn doorgedrongenveel moeite doen om het onderwijzend personeel eruit te hou den". De ouderparticipatie een nieuw begrip sinds 1970 (Elbertschool, Zwolle) krijgt in Zeeland aandacht en kans, maar ze blijft beperkt tot hand- en spandiensten. Mogelijkerwijs dat acties en protest brieven van ouders en oudercommissies een eerste aanzet zijn van een belangrijker rol van de ouders in het schoolgebeuren. Uit recente onderzoekingen ook hier in Zeeland is gebleken dat ouders duidelijke wensen hebben ten aanzien van de bestuursvorm van de school en de kwaliteit van het onderwijs: daaraan wordt door schoolbestuur en onder wijzend personeel soms teveel voorbij ge zien. de leerlingen De belangrijkste partij in het onderwijs is het kind zelf. Honderd jaar geleden was het allereerst de bedoeling van het volksonderwijs om het kind tot meerdere kennis te brengen. Deze meerdere kennis moest het middel tot volksverheffing zijn, en het middel tot braafheid en godsvrucht. Daarbij lette men meer op de leerstof dan op het kind. Dat kon ook moeilijk anders in bedompte lokalen met 50 leerlingen (of soms het dubbele daarvan). Maar dat gaf toch als we rapporten en verslagen uit die tijd raadplegen blijkbaar geen psycholo gische of pedagogische problemen: de plak en de strafregels waren algemeen als vanzelfsprekende middelen aanvaard om de kinderen tot gehoorzaamheid en vlijt te voeren. Pas in 1882 verscheen het eerste weten schappelijke boek over kinderpsycholo gie: „Die Seele des Kindes". En het zou nog tientallen jaren duren voor in ons land Jan Ligthart aandacht vroeg voor zijn „hartepedagogiek". Niet alle kinderen waren even gemakkelijk in het strenge klassikale keurslijf te pas sen. Dat blijkt zelfs uit de eerste klassebe volking die op 6-2-1877 in de rijkskweek school met 20 leerlingen startte. Reeds 5 weken later moest directeur Wendel met instemming van beide leraren de leerling Kooyman uit Bleiswijk van school sturen omdat hij een bankbiljet van f 25, uit de kist van een klasgenoot had gestolen. De knaap werd aldus de wnd. burgemeester van Bleiswijk in huis op gesloten, maar toen men enkele dagen later trachtte tegen kwitantie zijn be zittingen aan hem uit te reiken bleek de vreemde vogel al op een schip gemons terd te hebben naar Riga. Hij had stamnr. 11 van de benoemingslijst. De zeeuwse schooljeugd was over het al gemeen gehoorzaam, niet ongewillig, ijverig, vrij rustig en vaak leergierig. Daar door konden in het verleden door be kwame onderwijzers goede resultaten worden bereikt, zeker toen na de eerste wereldoorlog het lager onderwijs van de plaag van te grote klassen en te weinig of te onbekwame onderwijzers verlost was. Op de enige lagere school te Ouwerkerk b.v. werd zo rond 1925 in de 6e klas ge schiedenisonderwijs gegeven aan de hand van een 7 meter lange tijdbalk, konden bij het zangonderwijs vrijwel alle leerlingen eenvoudige liedjes zingen van het cijfer schrift in „Kun je nog zingen, zing dan mee", werd door de hele klas taal- en redekundig ontleed, en stortten allen zich op vrijdagmiddag enthousiast op cijfer- sommen, een gedeelte zelfs in vreemde talstelsels, t/m het twaalftallig toe. En om de bijzonder intelligente leerlingen ook na de lagere school een kans te geven op voortgezet onderwijs mochten de in specteurs in de jaren omstreeks 1950 deze kinderen voordragen bij de hoofdinspec teur. Gemiddeld kwam de jeugd op de MULO-examens tot betere resultaten dan landelijk het geval was en men prees in de laatste vijftig jaar de resultaten van het Stedelijk Gymnasium. Ook de Zeeuwse Stichting voor School- en Beroepskeuze heeft gemeend aan de hand van haar on derzoeken goede prestaties te kunnen constateren. Het zou interessant zijn om nader te ana lyseren welke factoren hierin meegespeeld hebben: intelligentie, ijver en werkinstel- ling? Of de mindere deelname aan vormen van voortgezet onderwijs dan het lande lijk gemiddelde? Maar bladerend in archieven en ver slagen wordt in het ver verleden wei nig over de kinderen gevonden. Men vindt het blijkbaar niet vreemd als rond 1860 het Stedelijk Instituut voor Middelbaar onderwijs te Middelburg een lesrooster heeft van 46 volle klok uren per week, met woensdag- en za terdagmiddag vrij. Overigens les van 7-13 uur, van 14-16 uur en van 18-20 uur. In 1896 klaagt de rector van het Stede lijk Gymnasium dat de examenresul taten slechter zijn geworden door ge brek aan ijver en toewijding; ze geven „tezeer toe aan de lust tot allerlei li chaamsoefeningen".

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1976 | | pagina 11