WINKELVOORZIENINGEN IN MIDDELBURG Onderzoek naar de huidige stand en toekomstige J. Anbeek-de Groene ontwikkelingen J. A. van de Velde Kopen en verkopen is al zo oud als de mensheid. De handel van rondtrekkende marskramers kan men aanmerken als de vroegste en eeuwenlang vrijwel enige vorm van regelmatige detailhandel. Met het ontstaan van stedelijke nederzettingen werd het geografisch middelpunt van de stad, het marktplein het trefpunt van kopers en verkopers. Daarnaast ontstonden in de steden de ambachtswinkels die vaak in bepaalde straten of wijken te vinden waren. Door de trek naar de steden nam de koopkracht gericht op het centrum toe, nieuwe winkels vestigden zich langs de wegen naar het centrum, later vooral ook tussen station en centrum. Dit pa troon van winkelvestiging is op de plat tegronden van veel binnensteden nog herkenbaar. De toenemende urbanisatie veroorzaakte volle en vaak onleefbare steden; dit resulteeeeden duur in de trek vanuit de binnensteden naar de buiten wijken en de voorsteden. Ook nu volgde de detailhandel het spoor van de men sen, het detailhandelsapparaat decentra liseerde hetgeen zich voornamelijk nani- festeerde in de voedings- en genotmid delensector. Het stadscentrum bleef met name de functie vervullen van aankoop plaats van duurzame goederen. In de laatste decennia echter, blijkt het stadscentrum ook voor de duurzame goederensector niet meer als de meest gunstige vestigingsplaats naar voren te komen; factoren als de tendens tot toe nemende grootte in de detailhandel, de concentratie van winkels in winkelcen tra, veranderingen in het bestedingspa troon (koopgedrag), de toegenomen mobiliteit, de slechte bereikbaarheid van de oude binnensteden en de hoge vesti gingskosten aldaar, doen de detailhan del zoeken naar vestigingsplaatsen bui ten of aan de rand van de (binnen) stad. Het verschijnsel van de perifere detail handelsvestigingen doet daarmee zijn intrede. Dit soort winkeluitbreidingen impliceert veelal een in korte tijd relatief omvangrijke vergroting van het winkel areaal hetgeen een loslaten betekent van het traditionele vestigingspatroon, waarbij een uitbreiding van het winkel apparaat gekenmerkt werd door geleide lijkheid. Middelburg. Het in 1974 door de gemeente Middel burg voorgestelde Geereplan draagt de kenmerken van de zojuist beschreven nieuwe vormen van winkeluitbreiding. Het plan omvatte de bouw van vier grootwinkelbedrijven, te weten C en A, Hema, V en D (Vendet) en Albert Heyn op een beperkt gebied (tegenover het Trefcenter) in een historisch bepaalde structuur. De grootte van de uitbreiding zou ca. 9500 m2 bedrijfsvloeropper vlakte bedragen, waarvan ongeveer 3500 m2 voor kleinere winkels. Gezien de grootte van het huidige kernwinkel- areaal (30.000 m2 bedrijfsvloeropper vlakte) is dit als een vrij forse uitbreiding te bestempelen. Verder wilde men het plan ongefaseerd uitvoeren, het diende in zijn totaliteit en als eenheid nog voor het jaar 1980 gerealiseerd te worden. Het voorgestelde Geereplan, dat zeker als een hoogwaardig winkelcentrum aangemerkt kan worden, kan niet los gezien worden van de ligging en functie van Middelburg. Van oudsher vervult Middelburg de functie van koop- en be stuurscentrum voor Zeeland en met name voor Walcheren, de ligging van Middelburg op Walcheren is centraal. Factoren als de sterke groei van Middel burg in de laatste jaren, de industrialisa tie van het Sloegebied, de ontsluiting van Zeeland en de toenemende recrea tie op Walcheren moeten gezien worden als de aanleiding om de koopfunctie van Middelburg te versterken. Los van deze feiten speelt het effect van imagovergro ting van een stad door de bouw van een hoogwaardig winkelcentrum ons inziens zeker ook al een belangrijke rol in de be slissing met betrekking tot winkeluit breidingen. Het stadscentrum. Al vanaf het ontstaan van stedelijke ne derzettingen is de detailhandel verbon den geweest met het stadscentrum. Vond de handel eerst op marktpleinen plaats, later gebeurde dit in de winkels in het centrum van de stad. Ook nu nog, ondanks het feit dat de binnenstad niet meer de gunstigste vestigingsplaats is voor de detailhandel, is de winkelfunctie onlosmakelijk met het stadscentrum verbonden; winkels zijn niet meer weg te denken uit een stadscentrum. Dit wordt met name veroorzaakt door de drukte en levendigheid die de detail handel met zich meebrengt, waardoor het stadscentrum een gezellig en aan trekkelijk karakter krijgt. Een aantasting van de winkelfunctie, een van de be langrijkste steunpunten van het stads centrum, zal zeker een verminderde aan trekkelijkheid van het stadscentrum en daarmee een aantasting van de binnen stadsbeleving tot gevolg hebben. Tot de factoren die een bedreiging zouden kunnen vormen voor de winkelfunctie in de binnenstad kan ons inziens zeker de bouw van grootschalige (perifere) de tailhandelsvestigingen gerekend wor den. Gezien het karakter en met name de grootte van het Geereplan is door ons in het kader van een doktoraalscriptie aan de Erasmus Universiteit te Rotterdam een onderzoek uitgevoerd naar de mo gelijke gevolgen van de realisering van het Geereplan voor de detailhandel in de Middelburgse binnenstad en voor de consumen. Nauw met dit vraagstuk verweven is de vraag in hoeverre het Geereplan van invloed kan zijn op de bestaansmogelijkheden van de in de Walcherse dorpen gevestigde detail handel, mede gezien de belangrijke functie die Middelburg als koopcentrum voor Walcheren vervult. Ook de effecten van het Geereplan op de in de Middel burgse wijken gevestigde middenstand en voor de Vlissingse en Goese detail handel zijn van belang. Hoewel het Geereplan, mede door de grootte en kwaliteit van de geplande winkels, ontegenzeggelijk een bovenlo kale verzorgende functie had, is er weinig tot geen overleg geweest met de naburige gemeenten omtrent de moge lijke gevolgen van het Geereplan. Door de gemeente Middelburg is slechts op (te) summiere wijze onderzoek gedaan naar de mogelijkheden voor winkeluit breiding in de Middelburgse binnenstad. Een distributie-planologisch onderzoek heeft niet plaatsgevonden. Hoewel begin 1975 duidelijk werd dat door het terugtrekken van C en A het oorspronkelijk voorgestelde Geereplan geen doorgang kon vinden, kan met het door ons uitgevoerde onderzoek inzicht gekregen worden in het functioneren van de detailhandel in de Middelburgse binnenstad, en kunnen de ontwikkelin gen in het winkelgebeuren vanaf het moment dat C en A zich terugtrok in het licht van de resultaten van ons onder zoek beoordeeld worden.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1976 | | pagina 13