honderd jaar onderwijs in zeeland 190 een hoofdonderwijzer, die één week later al (op 1 dec.l in dienst trad. In elke gemeente was een Commissie van Toezicht op het Lager Onderwijs. Die in Vlissingen had reeds in 1875 en 1876 bij het gemeentebestuur aangedrongen op de stichting van een tweede armenschool. Tevergeefs. In 1877 schrijft de commissie in haar ver slag: „Nu die school nog niet is opgericht is reeds tweemaal achtereen een vrij aan zienlijk getal kinderen van on- en minver mogende kinderen moeten afgewezen worden bij gebrek aan plaats. G.S. gelasten Vlissingen de oprichting van een school. De gemeenteraad gaat in be roep. Bij K.B. van 8-9-79 wordt Vlissingen in het ongelijk gesteld en pas daarna sticht Vlissingen een „tussenschool." Sprekend over Oost Zeeuws Vlaanderen vermeldt het Jaarverslag van de Provincie over 1876: ongenoegzame belang stelling van veel gemeentebesturen in de zaak van het onderwijs.En de schoolop ziener in Goes schreef in 1878: „De weinige belangstelling van de meeste dorpsbesturen in de school en het onder wijs bleek overigens ook in het afgelopen jaar."\n 1902schrijft hij nog letterlijk het zelfde. Alle grote steden hadden standenscholen. Zo had bijvoorbeeld Zierikzee in 1878 vijf openbare scholen: schoolgeld p. jr. een armenschool 441 leerl. 65perond. gratis een tussenschool (minvermogendenl 224 leerl. 55perond. f 3 tot 5 school I 84 leerl. 40perond. 3 tot 7 school II 98 leerl. 25perond. 12 tot 30 school voor meisjes 49 leerl. 16perond. 24 tot 40 Begrijpelijk dat Vlissingen liever een tus senschool dan een armenschool oprichtte. Ook in Terneuzen speelde als in alle ande re gemeenten de financiën een doorslag gevende rol bij schoolstichting. Reeds in Middelburg, openbare lagere school van J. de Bree, Hermine Albertine de Bats (geb 20 mei 1860) met hare leerlingen.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1976 | | pagina 2