HET MIDDELBURGSE DROOGDOK P. W. Sijnke Middelburg was vanouds een stad van havens en kooplieden, van reders en pakhuizen. In de 17e eeuw telde de bedrijvige Zeeuwse hoofdstad, die een tijdlang de tweede haven der Re publiek was, zo'n 30.000 inwoners. Na de Franse tijd ging het echter snel bergafwaarts. Woonden er in 1790 nog een 20.000 mensen in de oude Arne- stad, in 1815 was dit aantal gedaald tot ruim 13.000. De koopman-koning" Willem I, 1815- 1840, nam krachtige maatregelen tot herstel van de handel en nijverheid. Kanalen werden gegraven en handels maatschappijen opgericht. Ook Mid delburg mocht meeprofiteren, van 1815-1817 werd de Nieuwe Haven ge graven. Maar ondanks het optimistische rand schrift Onder Zijne Schaduw Herleeft Mijne Welvaart") op de gedenkpenning, die ter gelegenheid van de opening der Nieuwe Haven werd geslagen, zou de bloei van weleer niet terugkeren. De eens zo trotse havenstad vertoonde in de 19e eeuw een beeld van vervallen grootheid. De armoede was er zeer groot. Toch trachtte men wel een kentering in de economische situatie van de stad teweeg te brengen. Veel verwachtte men van de spoorweg-, kanaal- en havenwerken, wel ke in de zeventiger jaren uitgevoerd wer den. Het klimaat leek gunstig. De heren Van Zeijlen en Decker, reders te Rotter dam, zagen vermoedelijk ook een roos kleuriger toekomst voor de Middelburgse economie toen zij in 1874 een werf aan het Balkengat in de Zeeuwse hoofdstad op richtten. De werf ontving de naam ,,Mid- delburg's welvaren". Genoemde heren koesterden echter grotere plannen: de in richting van een droogdok. Ze wenden zich met hun wensen tot het gemeentebe stuur. Na debatten tussen voor- en tegen standers van een dok en drie verschillende adressen aan de raad, ondertekend door 1800 inwoners van Middelburg, ter verwe zenlijking van de plannen werd in de ge meenteraadsvergadering van 13 juli 1874 met grote meerderheid van stemmen tot aanleg van een droogdok besloten. Van Zeijlen en Decker kregen de beschik king over de kaai tussen de Schuitvlot- straat en de Dam en een gemeentelijke subsidie van f 50.000,— ter inrichting en exploitatie van het dok. J. Dirks, hoofd ingenieur van de waterstaat te Amster dam, maakte het ontwerp. Het zou een nieuw soort dok worden, het eerste op zettingsdok in Nederland. De openbare aanbesteding vond plaats op 22 mei 1875. De laagste inschrijver was B. Janse uit Amsterdam, aan wie door Van Zeijlen en Decker het werk voor f 199.890,— ge gund werd. De oude ijzeren Dambrug die de Dwars- kaai met de Rotterdamsekaai verbond werd in juli afgebroken. Op 23 september vond de eerste steenlegging plaats. Nieuwe dokmuren werden opgetrokken en de ingang van het dok verbreed. De firma van J. K. Smit te Krimpen aan de Lek vervaardigde een schipbrug (bateau- porte), die men in haar geheel wegtrok als een schip het dok in moest. Bij de gedenk naald op de hoek Rouaansekaai/Dwars- kaai verrees een stoompomp voor het droogdok. Volgens plan zou het dok uiterlijk in de cember 1876 voltooid moeten zijn. Het jYtiddelburg, Drooldsk

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1976 | | pagina 30