het middelburgse drrogdok
21 9
werd echter mei 1877 voordat het droog
dok geheel gereed was. Maar men was op
30 juni 1876 al zo ver dat het dok, dat de
naam Prins Hendrik droogdok" ont
ving 1), feestelijk geopend kon worden.
De vereniging ,,Uit het volk - Voor het
volk" organiseerde de festiviteiten.
,,Op de morgen van de dertigste was er
om tien uur een optocht met banieren en
schilden, o.a. van de Oost- en West-In
dische Compagnie, 's Middags was er een
concert in het Schuttershof met als ope
ning: mars en koor uit de Tannhauser en
tot besluit een potpourri comique: Van dit
en dat, van alles wat" 2). Voorts was er
een gondelvaart door het kanaal. Het
feest werd besloten met vuurwerk.
Het fregatschip „Minister Fransen van de
Putte" werd als eerste in het dok ge
plaatst. Een paar dagen later bleek plotse
ling dat de afsluiting tussen voor- en ach
terdok niet voldoende was: het gehele dok
liep onder, het water kwam tot gelijke
hoogte als het kanaalpeil! De herstellings
werkzaamheden vlotten evenwel snel en
op 12 mei 1877 kon het droogdok defini
tief in gebruik genomen worden. Op die
datum werd het fregatschip „Stad
Utrecht", het toendertijd op één na groot
ste schip der Nederlandse handelsvloot, in
het „Prins Hendrik droogdok" geplaatst.
De heer J. Decker Gz. trad uit de ven
nootschap Van Zeijlen Decker in 1877.
Zijn compagnon J. F. van Leeuwen zette
onder eigen naam de exploitatie van de
werf „Middelburg's welvaren" en het
droogdok voort.
De reparaties aan de schepen in het dok
werden verricht door scheepstimmerlie
den van de werven „Middelburg's welva
ren", „De Commercie Compagnie" en
„De Volharding".
Hoeveel schepen het Middelburgse
droogdok in de beginjaren te verwerken
kreeg zien we in het navolgende staatje.
1876
11
1885
24
1877
16
1886
15
1878
32
1887
20
1879
18
1888
26
1880
19
1889
32
1881
26
1890
33
1882
25
1891
30
1883
18
1892
28
1884
18
Bij aanvankelijk succes bleek het dok toch
niet aan de verwachtingen te voldoen. In
juli 1893 werd het openbaar verkocht. De
maatschappij „De Schelde" uit Vlissingen
kocht dit „onmisbaar stuk gereedschap"
aan voor f 26.000,
Eén der eerste door „De Schelde" uitge
voerde werkzaamheden in het droogdok
was de verlenging van het stoomschip
„Batavia" van de Rotterdamse Lloyd met
acht meter.
In de volgende jaren werd duidelijk dat
voor het Middelburgse droogdok geen
glansrol was weggelegd. Tussen 1900 en
1909 bijvoorbeeld werden er per jaar ge
middeld zo'n acht schepen gerepareerd.
In 1917 onderging de dokmuur een grote
herstelling.
Tien jaar later werd het laatste schip in het
„Prins Hendrikdok" gerepareerd. Dat was
de torpedobootjager „De Ruyter", ge
bouwd bij „De Schelde" in Vlissingen, die
van 19-26 augustus en van 3-13 oktober
dokte.
„De Schelde" beëindigde in 1930 de ex
ploitatie van het sinds 1927 niet meer in
gebruik zijnde, droogdok.