de lof der volhoudendheid
5
De aantrekkelijkheid van het boek,
vooral voor de Zeeuwen, is sterk on
derschat. Dat is bewezen door het feit
dat de uitgever niet alleen een twee
de, maar zelfs een derde en vierde
fotomechanische herdruk uitgegeven
heeft. Het is een boek voor liefheb
bers, die het hun bekende erin vinden,
met de vreugde van de herkenning.
Maar het is ook een boek voor de taal
kundigen, doordat het de problemen
een boek te maken dat beide catego
rieën bevredigt, goed heeft opgelost.
Niet iedereen was hiervan overtuigd.
Men heeft de redactrice van het woor
denboek vooral verweten dat ze geen
historische gegevens over het Zeeuws
heeft opgenomen. Maar ze heeft, en mijns
inziens terecht, gemeend dat eerst verza
meld moest worden wat aan het verdwij
nen was en waarmee dus haast gemaakt
moest worden, namelijk de hedendaagse
gesproken varianten van het dialect. Het
uitkammen van de historische bronnen
kon altijd later nog gebeuren. Men heeft
dit wel uitgelegd als een gebrek aan be
langstelling voor die historische verschijn
selen, maar hierboven heb ik enkele voor
beelden genoemd die dit tegenspreken.
Maar het leek toch wel dat haar belang
stelling in de eerste plaats uitging naar
het hedendaagse Zeeuws, dat dagelijks
haar oor, dat voor de klanknuances bij
zonder scherp was trof, terwijl ze genoot
van de beeldende werking van vele
woorden en uitdrukkingen. Dit bleek
vooral in een lezing in 1944 gehouden
voor de Dialectencommissie van de Ko
ninklijke Nederlandse Akademie van
Wetenschappen. Vóór haar had Meer-
tens de verhouding van het Zeeuws tot
de Vlaamse en Weijnen die tot de Bra
bantse woordenschat belicht, dr. Ghij
sen beperkte zich tot het Zeeuws, wat ze
aanduidde met de titel „Kenmerkend
Zeeuws". Ze besprak enige woorden
waarvan ze meende - in alle beschei
denheid - dat ze alleen of vooral in Zee
land een betekenis hadden, die ook in
ouder Nederlands bekend was of daaruit
voortgekomen, zoals dege, droelen, kro
en enkele andere, die met voorbeelden
van het gebruik werden toegelicht.
Daarbij was haar uitspraak zo „Kenmer
kend Zeeuws", alsof ze haar hele leven
een Zeeuws dialect en geen Neder
lands of Middelburgs had gesproken.
Dit vermogen tot imitering van de ge
hoorde klanken kwam nog sterker uit in
een andere lezing voor diezelfde com
missie over de titel „Kenmerken van
Zeeuws accent", gehouden op 2 no
vember 1963 in het stadhuis van Goes.
Deze werd toegelicht met geluidsopna
men van Zeeuwse dialectsprekers die
kort daarvoor, in 1962, met haar hulp,
waren gemaakt. Die lezing is niet in druk
verschenen, wat bijna vanzelfsprekend
is. De grote charme ervan was ook hier
weer de weergave van de klanken, naast
de grote liefde voor de Zeeuwse dialec
ten die in de gehele voordracht door
straalde. Beide zijn op papier niet weer
te geven.
Voor eigen publikaties heb ik het
Woordenboek der Zeeuwse dialec
ten veel gebruikt. Hierdoor kwam ik
tot de overtuiging dat het woorden
boekgedeelte uitstekend was, ook
al heb ik in mijn besprekingen wel
eens op tekorten gewezen. Er is
waarschijnlijk nog nooit een woor
denboek gepubliceerd dat onberis
pelijk was; het aantal persoonlijke,
regionale en stilistische varianten is
zo groot dat er altijd wel wat door
de mazen van het net slipt. Maar de
kaartjes van de verspreiding van
klankverschijnselen voor de
Zeeuwse eilanden die vooraan in het
boek zijn opgenomen, maakten me
meer dan eens wanhopig. Als er
maar een geluidsbandje ter toelich
ting aan toegevoegd was, had ik ze
wel kunnen begrijpen. Maar dit
boek was door Zeeuwen en voor
Zeeuwen gemaakt, en zij wisten wel
wat er bedoeld was. Heeft dr. Ghij-
sen, die zich ook in artikelen en le
zingen tot het Zeeuws beperkte, er
nooit aan gedacht dat dit woorden
boek ook voor niet-Zeeuwen wel
een belangrijke informatiebron zou
kunnen zijn Mogelijk was ook dit
bescheidenheid. Juist door de
voortreffelijkheid van het boek
werd het voor 'buitenlanders' be
langrijk.
Toen ik hoorde dat er weer een nieuwe,
de derde, druk moest verschijnen, omdat
de vorige, alweer tegen de verwachting,
was uitverkocht, heb ik haar gevraagd in
dat voorwerk zo veel (beter gezegd zo
weinig) te veranderen dat ook een niet-
Zeeuw kon begrijpen wat er bedoeld was.
De aanduidingen van klankverschijnselen
waren van eigen vinding en daarom niet
doorzichtig genoeg voor wie de uitspraak
niet kenden; als deze vervangen werden
door de algemeen gebruikelijke was een
en ander toegankelijker. Ze stemde direct
toe en ter voorbereiding begonnen we te
corresponderen. Het was een moeizame
correspondentie omdat het over klanken
ging. Maar toen ik naar haar toeging en
enkele dagen met haar werkte en ook nu
weer de klanken kon horen, waren we
spoedig klaar. Dit was nog geen twee
jaar geleden; we werkten 's-morgens
enkele uren, en nog weer eens in de
namiddag. Een enkele keer slechts
merkte ik dat mijn tempo iets te hoog
voor haar was, maar het ging erg vlot en
bovendien hadden we veel plezier. Ze
was toen 89, maar leek veel jonger.
Ik heb me toen wel eens afgevraagd of
het niet beter zou zijn a/s ze zich op de
benedenverdieping zou installeren, zo
dat ze niet dagelijks de trap op en af
moest. Maar ze nam die trap nog zo
gemakkelijk dat ik er niet over durfde
spreken. Ze was erg gehecht aan haar
zonnige werkkamer op de eerste verdie
ping met het ruime uitzicht op de tuin.
En het was een gezellige kamer, vervuld
a/s deze was door haar levendige aan
wezigheid. Ze zei me toen ook dat ze ei
genlijk wel eens naar een bejaardenhuis
zou moeten, maar vervolgde: „Nu kan ik
tenminste nog iedere dag eten wat ik
wil". Nu is gebeurd wat menigeen met
mij gevreesd zal hebben, mede als ge
volg van haar verlangen om zo lang
mogelijk zelfstandig haar eigen leven te
leiden. Moeten we ons nu afvragen:
Was het maar niet gebeurd Ik geloof
het niet. Nu blijft ze voor allen die haar
gekend hebben in de herinnering leven
als de vitale vrouw die zoveel talenten
had en die daarmee heeft gewoekerd,
en ze heeft niet zoals het veel oude
mensen overkomt, haar laatste levensja
ren gesleten, vergeten door degenen die
haar gekend hebben en onbekend bij de
jongeren. Dat is niet alleen haar, maar
ook ons bespaard. In grote dankbaar
heid zullen we ons haar blijven herinne
ren, een dankbaarheid zo groot dat ver
driet om haar gemis ondankbaarheid
zou kunnen lijken.