de voortgang van een onderzoek
14
van een deugdelijk wegennet, geniet
daarvan alle voordelen; hij moet het wel
voortdurend onderhouden om te voorko
men dat het veroudert. Een buurman die
pas later begint (en dan over moderner
middelen beschikt) loopt minder snel het
risico dat zijn wegenstelsel steeds op
nieuw moet worden aangepast aan de
eisen destijds. De vergelijking „woorden
boek wegennet" gaat natuurlijk niet
helemaal op. Het beeld is hier slechts ge
bruikt ter illustratie van het voor en tegen
van vroegtijdige initiatieven.
Overigens moet hier nu ook weer niet de
indruk worden gewekt dat het WZD het
eerste grote gewestelijke woordenboek
der lage landen is. Of dat het juist daar
door uniek zou zijn.
2.7.7. Enkele gelijksoortige projecten nu.
Ter vergelijking (met het WZD-project)
geef ik hieronder een beknopt overzicht
van de stand van zaken en de outillage bij
gelijksoortige projecten in enkele andere
gewesten. Ik gebruik het woord gelijk
soortig: van dezelfde soort. Grotendeels
worden hieronder projecten genoemd van
eenzelfde soort: woordenboeken van de
Limburgse, Brabantse, Drentse, Vlaamse
dialecten; vergelijk: Woordenboek der
Zeeuwse Dialecten.
Limburg Aan een Woordenboek van de
Limburgse Dialecten (WLD; voor Belgisch
en Nederlands Limburg) wordt op het
ogenblik met grote voortvarendheid ge
werkt. Dit project, onder leiding van A.
Weijnen en P. Goossens, wordt uitge
voerd door de Nijmeegse Centrale voor
Dialect- en Naamkunde, een instituut be
horende tot de R.K. Universiteit van Nij
megen. De materiaalverzameling is in volle
gang. Er is nog géén deel verschenen. Het
woordenboek wordt systematisch geor
ganiseerd, niet alfabetisch.
Systematische organisatie (ordening, inrich
ting) houdt in: indeling van de woordenschat
naar voorwerpen, situaties en handelingen die
in het leven van alledag een samenhang ver
tonen. Ten aanzien van deze organisatievorm
zijn veel pro's en contra's aan te voeren. Een
van de pluspunten is dat al in een vroeg stadium
tot uitgave kan worden overgegaan. Bij een
alfabetische organisatie moet eerst praktisch
het hele taaicorpus worden verwerkt; het duurt
dan lang voor men kan gaan uitgeven. Bij het
WZD bijvoorbeeld ligt er een periode van ruim
dertig jaar tussen het begin van de enquêtering
en de eerste uitgave.
Brabant Met het Woordenboek van de
Brabantse Dialekten (WBD; voor Belgisch
en Nederlands Brabant) is men al verder
dan met het Limburgs woordenboek. Ook
dit project wordt uitgevoerd door de
Nijmeegse Centrale voor Dialect- en
Naamkunde van de R.K. Universiteit van
Nijmegen; het staat onder leiding van A.
Weijnen. Evenals het WLD wordt het
WBD een systematisch georganiseerd
woordenboek. De eerste aflevering, een
inleidend deel, verscheen tien jaar ge
leden; aflevering 3 verscheen in 1976, af
levering 4 staat op stapel. Het einde is nog
niet in zicht.
Vlaanderen. Het voorbereidend werk
voor een modern Vlaams dialectwoorden
boek is in 1972 begonnen. Dit project is
op touw gezet vanuit het Seminarie voor
Vlaamse Dialektologie van de Rijksuniver
siteit van Gent, het wordt (mede?) ge
financierd door het Fonds voor Kollectief
Fundamenteel Onderzoek en het staat
onder leiding van H. Ryckeboer en Ma.
Devos. (Het wordt begeleid door een aan
tal collega's van deze dialectologen, als
mede door enkele hoogleraren.) Ook bij
dit woordenboek is de inrichting syste
matisch. De redactie is voornemens nog in
1976 een eerste van de vele geplande af
leveringen van dit Woordenboek van de
Vlaamse Dialekten (WVD) te doen ver
schijnen.
Op slechts twee plaatsen wordt het gebied
van het Brabantse woordenboek overlapt;
Zeeuwsch-Vlaanderen wordt helaas niet
opgenomen, Frans-Vlaanderen wel.)
Drente. Aan een Drents woordenboek,
alfabetisch in dit geval, wordt gewerkt
vanuit de Nedersaksich Instituut van de
Rijksuniversiteit van Groningen, onder
leiding van H. Entjes en G.H. Kocks; 1/5
deel van het gebied is nu (medio 1976) af
gevraagd door G.H. Kocks in de talrijke
speciaal daarvoor gevormde gespreks-
kringen. Men hoopt in 1983 klaar te zijn
met verzamelen; pas daarna kan
wegens de alfabetische ordening met
uitgeven worden begonnen.
Friesland. Friese dialecten behoren niet
tot de verzameling der Nederlandse dia
lecten, hetgeen betekent dat Friesland
buiten het Nederlandse taalgebied valt. De
veronderstelling dat Friesland desondanks
toch als een Nederlands gewest mag wor
den beschouwd en daarom in dit overzicht
thuishoort, lijkt me gewettigd. Men be
schikt in Friesland al over handwoorden
boeken Fries-Nederlands, Neder
lands-Fries en ander materiaal. Op het
ogenblik werkt men er aan een zeer ambi
tieus en boeiend project: het Groot Woor
denboek van de Friese Taal; dit project is
opgezet vanuit de Fryske Akademy.
Onder leiding van J. Boersma zijn er vijf
redacteuren en twee assistenten full-time
aan bezig. Dit werk is overigens meer een
tegenhanger van het Woordenboek der
Nederlandse Taal (WNT), dan een groot
gewestelijk woordenboek.
WNT: niet te verwarren met het Groot Woor
denboek der Nederlandse Taal (Van Dale). Het
WNT is het grootste onder de Nederlandse
woordenboekprojecten (tot nu toe!). Het ver
schijnt sinds 1864 in afleveringen; enkele letters
van het alfabet ontbreken nog. Er wordt materi
aal van allerlei aard, oud en nieuw, ook uit
volks- en streektalen in opgenomen; materiaal
van vóór ongeveer 1580 wordt niet meer opge
nomen. (In het archief van dit WNT verdwenen
tussen haaksjes in de vorige eeuw bijna spoor
loos, d.w.z. in stukken geknipt, twee belang
wekkende Zeeuwse woordenlijsten van
omstreeks 1775, één Wa/cherse, één
Staats- Vlaamse Land-van-Axe/se)).
Als men bedenkt dat het Friese project
enigszins vergelijkbaar is met het
WNT-project, maar met moderner uitrus
ting en ruime middelen kon starten, krijgt
men enige indruk van de omvang en van
de ambitie waarmee het is opgezet. Het
Groot Woordenboek van de Friese Taal
wordt alfabetisch ingericht; het moet in
acht delen verschijnen, te beginnen in
1977. Het zou in 2000 moeten zijn vol
tooid. Tot en met 1975 werd dit project
voor 50% door het rijk en voor 50% door
de provincie gefinancierd; vanaf 1976
wordt het hele project door het rijk ge
financierd. Binnen de hierboven ge
noemde serie projecten neemt het Friese
een heel eigen plaats in.
2.7.2. Een voorzichtige veronderstelling.
Twee dingen haal ik naar voren:
In een aantal gewesten kwamen grote
woordenboekprojecten pas laat op
gang; het zal nog geruime tijd duren
vóór de resultaten voor iedereen toe
gankelijk zijn. Vergeleken met die in
sommige andere gewesten waren de
resultaten in Zeeland al in een betrek
kelijk vroeg stadium én voor de weten
schap èn voor het grote publiek toe
gankelijk. Een voordeel.
Het dialectonderzoek in Zeeland was
en is voornamelijk een zaak van parti
culier initiatief. Het voldeed steeds aan
hoge qualitatieve eisen: men krijgt niet
zomaar een subsidie voor de uitgave
van een woordenboek. In bovenge
noemde gewesten (niet in Zeeland)
wordt het onderzoek nü verricht vanuit