morfologie van de rolsteen
10
zekerheid grenzende waarschijnlijkheid af
komstig uit de voormalige Maarnse grind-
graverij; een stuwwal van het landijs uit de
Risstijd, verrijkt met zuidelijk gesteente.
Daarin komen ook veel fossiele stenen van
uiteenlopende vorm en formaat voor met
een vlakke onderzijde die twijfels doen rij
zen aan de exclusiviteit van de schuif-
steentheorie. De mogelijkheid van een
langs natuurlijke weg gepolijst breukvlak
lijkt ook slechts in enkele gevallen aan
nemelijk. Soortgelijke vlakken zijn in ieder
geval een kenmerkend vormdetail van
soortenrijke schaaldiergroepen (oesters,
krabben).
Veel merkwaardige verschijnselen met rol
steenachtige kenmerken uit afzettingsge
steenten kwamen in het voorgaande niet
ter sprake: de wilde groei van kiezelzuren
rond een fossiel organisme of een frag
ment ervan; de interessante concreties als
pyriet- of markasietknollen; klapperste
nen, septaria, fosforietknollen en löss-
poppetjes, maar ook papilli en bommen
van vulkanische oorsprong; fossiele za
den, vruchten; reptieleneieren en zelfs ex
crementen (cropolieten) met rolsteen
allures. Het lijstje is wellicht nog uit te
breiden en we pretenderen ook voor het
overige geen volledigheid.
Het citaat uit het voorwoord van het Ge
tijdenboek: ,,To avoid all mistakes is
beyond man's powers" geldt ook voor de
details van dit onderzoek, temeer omdat
onze kennis van de paleozoïsche fauna
nog enkele hiaten vertoont.
Het verzamelde materiaal, dat voor een
deel geëxposeerd werd in het Zeeuws
Museum (oktober 1976) blijft in ieder ge
val voorlopig beschikbaar en eventuele
reacties worden met belangstelling tege
moet gezien.
Literatuur:
IABeur/en: V\/elche Versteinerung ist das? 1973.
Cl. Ellis: Pebbles of the beach. 1965.
L. C. Ferris: Pebbles on Cornwall-beaches. 1969.
H. Krul: Geologische zwerftochten, n.g.
M. Neumayer: Erdgeschichte II. 1895.
IA. Schumann: Elseviers gids voor stenen en mine
ralen. 1973.
G. E. Trueman: Geology and scenery of England
and IA ales. 1971.
A. N. Strah/er: Introduction to physical Geogra
phy. 1965.
Fossiele en gebroken steen in bal/astbed spoorwegen.