JAN JACOB LODEWIJK LUTI
en de Waalse gemeente te Middelburg P. J. Doets 11
Er is niet zo heel veel meer bekend over de waa/se gemeente te Middelburg in de tweede
helft van de negentiende eeuw.
Uit mondelinge overleveringen van een vorig geslacht zou afgeleid kunnen wordendat zij
in die tijd geen onbelangrijke plaats in het godsdienstig leven van Middelburg innam.
Verteld werd, dat vele aanzienlijke families uit deze plaats en bewoners van buitenplaatsen
uit de wijde omgeving van deze stad op zondag de godsdienstoefening, geleid door één
van beide predikanten, bijwoonden. Bij het uitgaan van de dienst, zo ging men verder,
stonden de équipages vanaf de ,,Fransche kerk" in de St.-Pieterstraat tot ver op het Hof
plein opgesteld, om de kerkgangers naar huis te brengen. Nu kunnen dergelijkeverhaal
tjes" zeker een grond van waarheid bevatten, maar.men moet er uiterst voorzichtig mee
zijn. Dat neemt niet weg, dat zij wel aanleiding kunnen geven om een nader onderzoek in
te stellen, dat met succes bekroond kan worden. Zo ook in dit geval. Uit het volgende zal
duidelijk blijken, dat de veronderstelling, dat vanaf 1853 tot heden slechts één predikant
de dienst in de waa/se gemeente vervulde, niet helemaal juist is.
De waalse gemeente in 1859/60
In 1859 konden volgens een krantenbe
richt de wekelijkse godsdienstoefenin
gen in de waalse gemeente, door de wan
kele gezondheid van de heer J. H. Ger-
lach, niet regelmatig plaats vinden. Sep
tember 1859 deelde de kerkeraad mede,
dat hierin verandering zou komen. Men
was erin geslaagd om een candidaat bij de
waalse kerken bereid te vinden gedurende
vier maanden de diensten te Middelburg
te vervullen.
Mocht echter de ziekte van de heer Ger-
lach langer blijven aanhouden, dan zou
den andere maatregelen getroffen moeten
worden. In 1860 ging men hiertoe over.
Op 5 september van dat jaar kwam de
grote kerkeraada) bijeen, teneinde een
drietal op te maken voor een op de 2e bui
tengewone predikantsplaats te beroepen
leraar. Hierop kwamen voor:
J. J. L. Luti, predikant bij de nederlandse
hervormde gemeente in Ingenborg (bij
Alkmaar); J. Monnier, predikant te Roul-
lier in Frankrijk en candidaat H. v. d. Wijck
te Leiden. Op 10 september daarop vol
gende werd uit dit drietal J. J. L. Luti be
roepen. Het beroep werd door hem, in af
wachting van de vereiste dispensatie, per
omgaande aangenomen.
Zondag 3 december had de bevestiging in
de middagdienst plaats door de heer
F. C. J. van Goens, predikant bij de waal
se gemeente te Leiden, met een leerrede
naar aanleiding van 2. Timothée I 1:14
Garde Ie bon dépot par Ie Saint Espris
qui ha bite en nous".
De intrede van de heer Luti was in de
avonddienst. Tot tekst van zijn prediking
had hij gekozen Éphesiens 3:17 Tene
ment que Christ habite dans vos coeurs
par la foi.
De nieuwe waalse predikant hij was
nog ongehuwd vestigde zich in de
Spanjaardstraat.
Korte levensbeschrijving
Jan Jacob Lodewijk Luti werd 6 februari
1831 te Maastricht geboren en aldaar in de
burgerlijke stand ingeschreven als Jean
Jacques Louis. Hij studeerde in Utrecht.
Tijdens zijn studententijd vormde hij met
Geselschap, Laatsman, Perk en Steendijk
die zich, evenals hij, voorbereidden tot
het predikambt bij de waalse kerken
een dispuut. Dit om elkaar te steunen in
de toepassing van de franse taal en zich te
verdiepen in de franse letteren. Zij gaven
het de naam ,,La Wallonia" en droegen
tijdens de wekelijkse bijeenkomsten een
medaille met de zinspreuk: ,,Ce qui n'es
pas dair, n'ést pas francais".
In 1853 werd de student Luti door de
Commissie tot de zaken der waalse kerken
in Nederland, toegelaten tot de evangelie
bediening binnen deze kerken.
In hetzelfde jaar werd hij benoemd tot
hulpprediker te Leiden. Alvorens in func
tie te treden ging hij naar frans Zwitser
land, waar hij drie maanden in Lausanne
en drie maanden in Genève leergangen bij
Frans sprekende professoren bezocht en
uitsluitend met franse studenten omging.
Dit om de franse taal perfect en zuiver te
leren beheersen.
Terug in Leiden maakte hij daar van de ge
legenheid gebruik omdat de colleges in
Utrecht hem nooit hadden voldaan met
veel interesse de leergangen van de mo
derne professoren Scholten en Kuenen te
volgen.
Na zijn vestiging in Middelburg nam hij
reeds spoedig deel aan het maatschappe
lijk en kerkelijk leven. In de jaren dat hij
hier verbleef was hij o.a. lid van het
Zeeuwsch genootschap der wetenschap
pen, waarvan hij in 1876 één van de leden
van het uitvoerend bestuur was.
Vele jaren was hij lid van de Vereniging tot
wering van het schoolverzuim, waarvan
o.a. in 1876 voorzitter, 1880 secretaris en
in het jaar van zijn vertrek uit Middelburg
weer voorzitter.
Ook van de Maatschappij tot Nut van 't
Algemeen was hij bestuurslid.
Op kerkelijk terrein was hij vice-praetor
van de ring Middelburg van het classicaal
bestuur. De vergaderingen hadden twee
keer per jaar plaats, namelijk op de woens
dag vóór of óp volle maan in april en sep
tember.
Jaren lang was hij bestuurslid van Evan
gelische vooruitgang, een vereniging tot
harrdhaving en bevordering der zedelijke
en godsdienstige beginselen van het pro
testantisme. Ook de zending had zijn aan
dacht. Hij was voorzitter van de afdeling
Middelburg van het Nederlandsch zen
dingsgenootschap en bestuurslid van de
plaatselijke vereniging tot wekelijkse bij
dragen aan het Nederlandsch zendingsge
nootschap.
Tenslotte lid van het departementaal be
stuur van Middelburg van de protestantse
vereniging Christelijk hulpbetoon.
Luti werd niet direct als een groot spreker
beschouwd. Hij was op de preekstoel ner
veus. Zijn kanselredes waren degelijk en er
op gericht de gemeente te stichten, maar
het voorlezen ervan tastte de indruk op
aanzienlijke wijze aan. Volgens tijdgeno
ten belette twijfel aan zichzelf hem, het er
op te wagen een vooruit opgestelde preek
vrijmoedig uitte spreken. Nog minder een
tevoren geprepareerde meditatie voor de
vuist weg naar voren te brengen.
Het is aldus één van zijn tijdgenoten
jammer, dat hij deze vrees nooit te boven
is gekomen. Soms, onder de meest
vreemde omstandigheden voor de vuist
weg het woord voerende, bleek dat hij een
vrij talent van spreken had. Een briljant
spreker is hij helaas nooit geworden, hoe
wel hij wel de gave bezat, die van hem een
buitengewoon boeiend spreker had kun
nen maken.
De pastorale zorg, die hem zeer ter harte
ging, was door de verscheidenheid die in
dit werk voorkomt en niet te vergeten het
ambtsgeheim, moeilijk in concreto uit te
drukken. Velen werden door zijn waarde
volle en bemoedigende gesprekken en
raadgevingen opgebeurd en versterkt. In
vreugde en leed stond hij steeds naast de
ander. Luti werd door zijn gemeenteleden
niet alleen gewaardeerd, maar was ook
zeer geliefd bij hen.
Zijn catechisaties waren buitengewoon.
Slechts zijn leerlingen konden vertellen
hoe zijn lessen waren en de waarde welke
deze voor hun leven hadden. Luti had een