jan jacob lodewijk luti en de waalse gemeente te middelburg 12 geheel eigen methode. Zijn collega C.-G. Chavannes had er wel met hem over ge sproken, maar was daarbij niet zover ge komen, dat hij in staat was preciese indi caties daarvan vast te leggen. Zelf had Luti hiervan niets op schrift gesteld. Zijn grote bescheidenheid weerhield hem hier van. Jammer, want het zou niet onwaar schijnlijk zijn geweest, dat hij dan de ge schiedenis zou zijn ingegaan als de cate cheet, die het godsdienst-onderwijs in een geheel nieuwe richting had geleid. Typerend voor de mens Luti hij was toen de vijftig al een eind gepasseerd was het volgende. Op een vraag van een oudere collega, de predikant Jorissen, sa men met hem de pastorale verzorging in de rotterdamse gevangenis op zich te ne men, antwoordde hij: ,,Je ne puis pas". Hij begreep volkomen, dat de prediking daar anders moest zijn. Minder een ver handeling, minder ernstig, eenvoudig, hartversterkend. Bovendien besefte hij, dat deze predikaties te dikwijls gehouden moesten worden, om ze vooruit op schrift testellen. Op aandringen van Jorissen gaf hij toch toe. Met zijn hele hart wierp hij zich op dit werk en zei, nadat hij de smaak te pakken had gekregen o.a.:het is goed om zo vrij te spreken en onze luidjes luisteren graag". Hij had een diep gevoel, hij kon zich in het leven van de ander ver plaatsen en hun noden en interesses pei len. Luti heeft velen van hen, die daar op gesloten zaten, bijgestaan om zich in te zetten weer vlot te komen. Of op z'n minst een poging daartoe te wagen. Toen zijn collega zich genoodzaakt zag zich terug te trekken en het gevangeniswerk geheel aan hem over te laten, zei hij: ,,het is mij een groot genoegendat aan mij de voort zetting van deze taak wordt overgedra gen. ik ondervind in de gevangenis enige voor mij heilzame zaken. Ik word gewaar, dat ik iets kan, dat mijn werk niet onnuttig is en dat gevoel heb ik bij de uitoefening van mijn andere pastorale werk nooit ge had. Niet ten onrechte schreef de heer Jorissen na het overlijden van Luti: .waarom heeft deze man altijd zo'n twijfel aan zich zelf gehad? Hij schiep zich daardoor een veel bescheidener plaats dan hij verdiende. Tijdens de Réunion van de waalse kerken, in 1872 in Zwolle gehouden, werd Luti tot lid van de Commissie tot de zaken der waalse kerken in Nederland benoemd. Een tijdgenoot omschreef de rede daartoe als volgt: ,,Luti était tout dèsigné par les Hofje naast Waalse Kerk qua/ités de son esprit et par son caractère a prendre part au gouvernements des Ég/i- ses Wal/onnes. In 1873 werd hem de moeilijke en tijd rovende functie van secretaris toever trouwd. Het jaar 1874 was in het particuliere leven van Jan Jacob Lodewijk een bijzonder jaar. In dat jaar werd de Réunion van de waalse gemeenten te Groningen gehou den. Daar werd het zijn vrienden duidelijk, dat de verstokte vrijgezel het geluk was

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1977 | | pagina 12