8 de molens van sas van gent - Philippine - westdorpe 19 Koorn Molen ins lang 26 vt.De kamer het Moolenwerk is in de grondvlakte aan twee zijden met halve cirkels uijtwaards springende aangelegd. De vierkante ruimte is 27V2 vt en breed 12 vt. De uit springende halve cirkel aan de kortste zijde en de beijde uytwaards springende halve ronden aan de langste zijde hebben ieder tot straal eene lengte van 6 vt. Het midden van het gewelv boven de vloer 10 vt. De meenigte aarde op deeze bakkerij en water koorn molen, maakt het zelve bom vrij, is gebouwd in den jaare 1696. journaal Naas^ die beschrijving van kapitein Ir Sluijterman is er een „Journaal weegens het voorgevallene in de Keijzerlijke trou bles van Zijne Keijzerlijke Majesteyt en de Republica der Verenigde Nederlanden te Sas van Gent met de Resolutien enz." Daaraan wordt het volgende ontleend: „Dinsdag de 18 dito? Was er waater in de kaaij aan de Peijl hoog 13 vt en weird den waater moolen door den baas van Hooven opge/eeverd die dese/ve aangenoomen had te repa- reeren voor eene somma van f 208, en wierd dezelve bij Excellentie (Wilhelm, Landgrave van Hessen, Vorst van Hers- velt. Grave van Catzen, Elleboogen Dietz, Ziegenhein, Nidda, Schaumburg en Hanau, ook Sain en Witgensteyn, Ridder van de order StJan Hospitalier van Jeru salem en van den Gouden Leeuw van Hessen, Generaal Lieutenant der Cavalle- rij, en commandeur van 't Hooge en Laage Sas van Gent en onder-Hoorige Forten in dienst der Republicq der Ver- eenigde Nederlanden) wel bevonden en zeer goed gerepareerd. Ook wierd met de zelve den gantschen dag gemaa/en, dat volgens de opgave van den Mooie naar zeer goed meel was. Deese operatie ver wekte een Generaal genoegen en erkente- nisse aan Zijne Doorluchtige Hoogheyd Mijn Heere den Land Graave van Hessen Philipsthal, onsen heere Commandeur, die dezelve reparatie zeer noodzakelijk ge- oordeelt had te ordonneeren; zijnde de zelve geneligeerd gelijk honderde zaaken die niet daagelijks ge-exerceerd worde; onderstellen goed te zijn, zoolange zijne uyterlijke gedaante behoud, en niet vol- koomen in ruïne valt, het welke zig bij de eerste werking manifesteert zoude hebben, zoo draa men in cas van beleege- ring zoude hebben moeten maaien, als zijnde dezelve bevonden veel verrot en verstikt hout en zoude zoodaanige ver- zuym het guarnizoen geobligeert hebben des vesting over te gee ven bij gebrek van den Staf des broods, tot schaamte en onser van den Etat Major, het Gantsche Guarnizoen en tot verantwoording van Haar Ed. reputatie Verder weet dat journaal te vertellen: Woensdag de 19 dito Heeden heeft men de West gragt geheel laaten afio open en de balken in de zoete innundatie s/uys ingeligd om waater in de kaaij te trekken, om andermaal de waater koorn moolen in zijne werking te exami- neeren en te onderzoeken hoe veel zakken rogge de zelve kan maaien met rijkelijk 13 vt waater in de kaaij en een afgetapte gragt en heeft de moolen ge maaien door malkander gereekend 2 V2 zak rogge in een Uurs tijd, en werd gereekend op een geringer wind koelte" Dat de waterkorenmolen een militair ob ject was en alleen gebruikt werd in tijden van belegering en andere moeilijke om standigheden, blijkt duidelijk uit voren staand relaas over het herstel van de molen hetwelk noodzakelijk bleek na jarenlange buiten gebruik stelling en/of verwaarlozing. ontmanteling Wanneer de molen definitief buiten ge bruik is gesteld weet ik niet. Het herstel van 1785 zal wel het laatste zijn geweest wat er aan gedaan werd. Enkele jaren later hebben de Fransen Sas van Gent bezet. In het begin van de 19e eeuw zijn zij be gonnen met de ontmanteling van de eens zo vermaarde vesting. Eind 1951 begin 1952 heeft men het zgn molenwater gedempt. De openingen van de resterende overkluizing is met een poort afgemaakt zodat de aldus gefor meerde ruimte tot op de dag van vandaag gebruikt kon worden als bergruimte. De restanten van de waterkorenmolen zijn later op de monumentenlijst geplaatst en gelukkig zijn er nu tekenen die er op wijzen dat er pogingen in het werk gesteld worden om tot restauratie van de res tanten over te gaan. Zo dat plan enige kans van slagen heeft, zal toch van de toekomstige bezoeker van de „watermeule" altijd enige fantasie worden gevergd omdat de inmiddels rond dit machtige bouwwerk ontstane situatie het niet meer toelaat water onder de over koepeling te doen vloeien of een waterrad in werking te stellen. Op de hierbij beho rende tekening is duidelijk de situatie te zien zoals die eertijds is geweest. Met een stippellijn is aangegeven welk gedeelte van de waterkorenmolen gespaard is gebleven, terwijl met letters is aangeduid waarvoor eertijds de verschillende ruimten werden gebruikt. De tekening van het vooraanzicht (langs de Kloosterlaan) laat zien hoe op 19 december 1951 de res tanten van de molen door de heer Tutein Nolthenius getekend werden. wind Maar er valt meer te restaureren in Sas van Gent dan de restanten van de water korenmolen. Op een van de laatste stukjes van de „wallen" prijkt het meer dan ar moedig overschot van de eens zo mooie windkorenmolen. Dat dit particulier bezit is kan een moeilijkheid zijn, maar ander zijds zou er te praten zijn over de over dracht van de eigendom als er maar enige kans van slagen was om ook deze molen terug te brengen in de oorspronkelijke staat. In 1930 al nam het toenmalige college van burgemeester en wethouders van Sas van Gent contact op met de vereniging „De Hollandse Molen" om de instandhouding van de molen te verzekeren. Genoemde vereniging beijvert zich sedert 1923 om de molens, die nog in Nederland bestaan, voor de toekomst veilig te stel len. Misschien was de vereniging in 1930 nog te jong of verkeerde de molen van Sas van Gent nog in een te goede staat. In ieder geval de poging mislukte. In 1945 heb ik zelf de kat de bel aangebonden na dat ik in 1940 door medewerking van het gemeentebestuur had kunnen voorkomen dat de roeden en de kap van de molen werden verwijderd om te worden ver kocht. Kwam het in 1940 niet tot een res tauratie, in 1942 leek het er op dat dat wel lukken zou, maar ook al deed monu mentenzorg toen nog zo zijn best, het liep weer allemaal mis. Toen ik dus in 1945 de zaak opnieuw aanhangig maakte bij de gemeenteraad, het provinciaal bestuur, de vereniging De Hollandse Molen, de Stichting Menno van Coehoorn, Monu mentenzorg en de directie van de Meelfa briek, heeft het een hele tijd er op geleken alsof het inderdaad allemaal lukken zou, maar helaas de laatste paar honderd guldens die nodig waren ontbraken als ge volg van het verschil van opvatting over het al dan niet restaureren in de kring van de familie die de molen sedert 1898 in ei gendom heeft. Uiteindelijk is ook toen het feest niet doorgegaan. Wat wel voortgang

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1977 | | pagina 19