morfologie van de rolsteen 5 binnenland aangevoerd door de rivier Ot ter, verschillende andere immigranten van de zuidwest-kust en graniet van Cornwall. Typerend voor een dergelijk steenstrand is het geluid van de aanrollende golven, het breken ervan en het twinkelend geruis als het aan- en afvloeiende water (wash and backwash) de rolstenen in beweging brengt: een melodie die al vele miljoenen jaren weerklinkt. Soorten In principe kan rolsteen uit elke gesteente soort gevormd worden, met uitzondering misschien van enkele zeer harde of splin terende soorten. Hardheid en structuur hebben wel een belangrijk aandeel in de specifieke vormgeving. Ellis noemt als voorname factoren ook: de aard van het gesteente (parent rock); de oorspronke lijke vorm van het rotsfragment; de aan wezigheid van kwartsaders naast zachtere materialen; de positie van de pebble op het strand bij het begin van het afron dingsproces of de wijze van transport. Hij onderscheidt drie hoofdgroepen in de vor men, die echter weer talloze variaties ken nen: geen twee rolstenen zijn immers exact gelijk. De bolvorm (sphère) komt het minst voor en dan voornamelijk bij harde stenen met een fijne, homogene structuur. Hij is voor al te vinden op stranden met ruw water of afkomstig uit de eerdergenoemde draai kolken. De zuivere bolvorm is overigens nog nooit gevonden. De eivorm (ovoïd) komt veel vaker voor en dankt zijn uiterlijk aan de gestage rustig rollende beweging van het water. De evenmin zeldzame afgeplatte eivorm (oval disc) blijft voornamelijk beperkt tot de gelaagde steensoorten die gemakkelijk splijten, dus metamorfe en sedimentge steenten. De golven hebben op een der gelijke vorm veel minder vat en „rollen" is er nauwelijks bij. Ellis noemt voorts als strandsteen ook de schuifsteen met platte onderzijde (vanuit het binnenland) en veronderstelt met anderen, dat een in een rivier- of beekbed ding gefixeerde steen aan de bovenzijde afgevlakt wordt. De witte lagen in sommige rolstenen, die vaak een interessant lijnenspel te zien ge ven, danken het ontstaan aan scheuring of verbrijzeling van het moedergesteente, waarna de brokstukken door een kwarts- of calciethoudend kitmiddel weer aaneen- gehecht werden: deze harde lagen steken na het afronden vaak enigszins uit. Locatie van keienvelden en grindbanken in de Noordzee, met dieptelijnen (naar Zonneveld). Pebbles van Chesil Beach (Dorset).

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1977 | | pagina 5