omdat zij waren van joodse stam 48 en kinderen weggevoerd. Vergeefs had den Abrahams ouders, bij wie zij allen in woonden, gevraagd de hele familie maar mee te nemen; daar kon niets van inko men, omdat alleen de namen van het vier tal uit Zeeland op de lijst stonden. Zes weken later reisde Doets opnieuw naar Amsterdam. Intussen had op 2 en 3 oktober de derde was Grote Verzoen dag een landelijke ophaalactie plaats gevonden, waarbij ruim twaalfduizend Jo den naar Westerbork gedreven waren. Doets: ,,Op bellen werd niet opengedaan. Een blik op het slot was voldoende: het was door bajonetsteken geforceerd. Ik had die sloten al eerder gezien en dan ge dacht aan de tragedie die daarachter had plaats gegrepen, maar als je de mensen die achter zo'n deur geleefd hadden zo goed kende, deed het erge pijn in je hart. De bejaarde ouders, hun zoon en schoon dochter met twee kinderen, hun dochter en schoonzoon met een baby waren nu allen afgevoerd, op enkelen na reeds afge schreven. Aan deportatie en vernietiging ontkwa men althans voorlopig enkele be voorrechte categorieën: het personeel van de Joodse Raad, een deel van de ge mengd gehuwden, de protestante ge- doopten, een deel van de Portugese Jo den, een aantal geschoolde Joodse ar beiders, dat werkte aan legeropdrachten. Ook van de diamantbewerkers leefde een deel nog kohte tijd in betrekkelijke veilig heid. En dan waren er de beschermelingen van de secretarissen-generaal Frederiks en Van DamD' de zogenaamde Verdienst- juden. Frederiks en Van Dam wisten van Wim- mer en Schmidt, in laatste instantie ook van Seyss-lnquart, gedaan te krijgen dat enkele van hun Joodse relaties voor de portatie gespaard zouden blijven. Het waren er inderdaad enkele, voor zover Frederiks' bemoeiingen betrof, aanvanke lijk maar vijf. Zodra echter de mogelijkheid tot het verwerven van een uitzonderings positie bekend raakte probeerden ver schillende vooraanstaande Nederlanders door bemiddeling van Frederiks of Van Dam ook hun Joodse vrienden tegen de portatie te vrijwaren. Het was een veeg teken dat het Reichskommissariat de ver zoeken van beide secretarissen-generaal royaal inwilligde. De begunstigden ontvingen een schrijven van het departement van Binnenlandse Zaken waarin hun werd meegedeeld dat de Commissaris-generaal voor bijzondere aangelegenheden (dat was dus de gehei de antisemiet Schmidt) beslist had dat zij noch naar Amsterdam op transport, noch in een werkkamp of in het buitenland te werkgesteld zouden worden. Zij werden geïnterneerd op het kasteel ,,De Schaffe- laar" te Barnevelt of in de nabijgelegen villa ,,De Biezen". De Barneveltse groep groeide tot bijna zevenhonderd personen. Frederiks, oud-Middelburger, zag kans 1) Prof. dr. J. van Dam was in november 1940 secretaris-generaal geworden van het nieuw gereformeerde Departement van Op voeding, Wetenschap en Cultuurbescher ming. De klok - met inscriptie - van Colijnsplaat. Een uiting van dankbaarheid voor ondervonden medeleven. (Foto: C. A. L. Kotvis, 1977)

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1977 | | pagina 16