EILANDER ZONDER VOETSTUK
de Bree en de uitdaging van de geschiedenis
M. P. de Bruin
51
Dit is geen redeloze mensenhaat
Veeleer het rechte tegendeel.
Ik ben gelukkig om een goed gelaat,
Ik hunker naar natuur en vrije staat.
Greshoff.
Eilanders plaatsen zichzelf niet op een
voetstuk": Dit zegt Levien de Bree in zijn
Leer mij ze kennen de Zeeuwen", Hij
kende de Zeeuwen, de geschiedenis van
de eilanden en hij kende zichzelf. Het op
een voetstuk plaatsen was hem een
gruwel.
Mijn eerste ontmoeting, dertig jaar
geleden, met Levien de Bree, vond plaats
op het rijksarchief in Middelburg. De rijks
archivaris, dr. W.S. Unger, was druk
doende met het ordenen van het archief
van de Commercie Compagnie. In dat ar
chief is een aantal journalen aanwezig, bij
gehouden door stuurlieden en kapiteins
van de schepen van hun driehoekreizen
Zeeland-Afrika-Zuid-Amerika of anders
gezegd, heen: goederen om slaven te
kopen (ruilen), oversteek: vervoer van sla
ven, terug: met koloniale waren als suiker
etc. Unger maakte De Bree op de journa
len attent en gegrepen door het onder
werp: de Zeeuwen, de zee en de overkant,
schreef hij één van deze journalen over.
Tot een uitgave is het niet gekomen.
In die tijd was Romeins bundel in
opdracht van de tijd" verschenen, met
thema's die sterk de aandacht trokken
o.a. zekerheid en onzekerheid in de ge
schiedeniswetenschap, het vergruisde
beeld (over de oorzaken van de opstand),
het volkskarakter. Bij een van onze ont
moetingen op het rijksarchief spraken wij
over deze bundel en over Romein. De
Bree had de Amsterdamse hoogleraar als
docent bij de studie MO geschiedenis ge
had en kende de familie Romein goed. Ik
vroeg hem wel wat impertinent naar zijn
mening over een van de uitspraken van
Romein nl. dat voor hem (Romein) de wa
re tijdgeest (van toen) de emancipatie
strijd van arbeiders en boeren was en dat
zolang die duurde voor hem de kritische
wetensvorm, die daarbij behoorde, de dia-
lectisch-materialistische was. De imperti
nentie school in mijn vraag of hij het daar
mee eens was. ,,Een gewetensvraag?",
vroeg hij. Hij keek me even glimlachend
aan, wachtte en zei dat hij het met Ro
mein eens was. Men kan zich thans moei
lijk meer de scherpte van de discussie in
die tijd over de objectiviteit van de ge
schiedeniswetenschap voor de dag halen,
mede ook door het verschijnen van het
HET ZEEUWSCHE BOEK
- onder leiding van A. L. VAN O YEN
Eerste
Deel
werk van Toynbee. De Bree, wars van elk
vertoon van geleerdheid, zal Toynbee
aanhalen in zijn artikel in de eerste jaar
gang van het Zeeuws TijdschriftFacet
ten van de Zeeuwse samenleving,
1830-1848:
Liedjes
Tussen de jaren 1930 en 1950 heeft De
Bree een ontzagwekkende kennis van de
geschiedenis in het algemeen, maar ook
en vooral van de Zeeuwse geschiedenis
verworven. Dat belette hem niet ook op
allerlei andere terreinen bezig te zijn. In
1930 hij was toen achttien gaf hij
met Leo van Breen „Kinderliedjes in Zee
land" uit. Als eersteling van een „geplan
de" serie onder de titel „Het Zeeuwsche
boek". In 1931 ging hij als onderwijzer
naar de Openbare Lagere school te Kort-
gene. Hij zegt: „Ik heb op Kortgene, lang
geléden, voor de klas gestaan. Nauwelijks
negentien en opvoeder der jeugd; een
hoofd vol Montessori en Décroly, een di
ploma op zak en een vaste aanstelling.
Dat was in 1931. 's Maandagsmorgens
stapte ik van het ouderlijk huis in Middel
burg naar de Markt, waar om 7.00 een bus
vertrok naar Wolfaartsdijkseveer. Daar tag
dan de Zandkreek te wachten om een do
zijn passagiers naar Noord-Beveland te
varen, een enkele auto en een paar
schichtige koeien, die in hun angst om het
avontuur het dek bemestten". Zeeuws
Prentenboek!.
KINDERLIEDJES IN ZEELAND
LEO VAN BREEN
LEVIEN DE BREE
Vrede
Het heden hield hem toen meer bezig dan
het verleden. Te Kortgene begon hij in
september 1933 het blad „Leven", met als
ondertitel Een vredesblad voor Noord-
Beveland", uitgebreid tot vredesblad voor
de Bevelanden, en weer uitgebreid voor
de Zeeuwse eilanden. In het nummer van
februari 1934 wordt omschreven dat de
vredes-groep„/.eve/7" gevestigd te Kort
gene, zich ten doel stelt de vredes-ge-
dachte op de Zeeuwsche eilanden te ver
breiden en wel met gebruikmaking van
alle haar ten dienste staande, wettig ge-
I
LEO VAN BREEN
EN
LEVIEN DE BREE
KINDERLIEDJES
IN
ZEELAND
Pt A VAN D- H LITTOOIJ AZN. - TERNEUZEN
f I
Uitgegeven in het jaar MCMXXX door
H. LITTOOIJ Azn te TER NEUZEN
Uitgegeven als eerste deel der serie
HET ZEEUWSCHE BOEK