eilander zonder voetstuk
54
GELOOF IN DE LETTERKAST
SCHETS VAN HET LAGER ONDERWIJS OMSTREEKS l8j6
L.W. DE BREE
Met zijn kenmerkende bescheidenheid
noemt hij ook dit boek een opstel.
Details
Een week voor zijn overlijden begon hij
met mij een gesprek over de kunst van
schrijven. „Weet je hoe Elsschot
schreef?", vroeg hij. Weglaten, schrap
pen, weglaten. Het illustreren van een
werk vond hij in zijn hart toch een getuige
nis van armoede. Men moest zo schrij
ven dat men geen prenten nodig had.
„Kijk naar Unger als die een huis be
schrijft met al de onderdelen dan zie je dat
voor je". Op de wijze van Unger beschrijft
hij in het eerste artikel van de eerste jaar
gang van het Zeeuws tijdschrift over
Vlaamse invloeden op Zeeland vóór de
Munsterse vrede", het huis In de Steen-
rotse te Middelburg. „Het gebouw viel op
door de bijzondere rijkdom van details: de
uitstekend bewerkte vrouwenfiguren in de
zwikken van het deurpoortje en de ge
beeldhouwde friezen met bas-reliefs: het
middelste relief boven de ramen der
verdieping beeldde de geschiedenis van
Mozes en de rotssteen in Horeb uit. De
verdeling van de gevel door smalle verti
cale stijlen vindt men terug in menige ge
vel van Brugge en in de gildehuizen van
Brussel en Antwerpen, die, fortuinlijker
dan de Middelburgse Steenrots, de barba
rij van de laatste oorlog overleefden".
(1950).
Zeeuw
Op onze reizen door Zeeland voor Het
Prentenboek samen met fotograaf Cor
Kotvis beleefde hij wat hij voor een deel in
Leer mij ze kennen zal beschrijven. Hoe
waardeerde hij een goed gelaat, de natuur
en menig Zeeuw in onafhankelijke vrije
staat. Behalve een grote verering voor
Elsschot, koesterde hij vooral in zijn jonge
jaren bewondering voor de directe verzen
van Greshoff. Bij het Prentenboek was
wel het beeld essentieel. Het beste
prentenboek vonden wij dat over St. An
na ter Muiden, iets minder dat over Re-
tranchement. Het is niet toevallig dat het
hier om westelijk Zeeuws-Vlaanderen ging
waar hij ieder plekje kende (na de oorlog
werd hij leraar in Gostburg). De Bree no
teerde: Op de markt van Sint Anna is al
les oud en voormalig: het gemeentehuis
en de pastorie, het schoolhuis en de bur
gemeesterswoning. En de stadspomp die
van 1789 dateert. Hij geeft sinds lang geen
water meer". Soberder kan het niet. Op
de toren keek hij naar de Belgische plaat
sen. „Dag Westkapelle! Heeft de bakker
nog een vers vloerbrood voor De Bree,
zo'n onovertroffen Vlaams boerenbrood?"
Romans
Het zou mij niet verbazen als zijn romans,
die van 1956 af gaan verschijnen, de lezers
nog nader tot de geschiedenis hebben ge
bracht dan zijn strikt historische werk. Al
deze boeken zijn geschiedkundig zeer
goed gefundeerd tot in details of hij nu het
werk van de arts Coronel behandelt in
Vechten tegen de bierkaai, of de levens
wijze van burgemeester Paspoort van
Grijpskerke in Papieren zolder, van jhr.
Versluys in Jacob Moens, van de socialist
J. K. van der Veer in Steen in de vijver.
Misschien heeft hij nooit beter het karak
ter van een Walcherenaar geschetst dan
in Pleidooi voor Polderman waar hij de