bouman en zeeland
Na de oorlog wordt Bouman economisch
adviseur van het Militair Gezag in Zeeland,
waarin de Middelburger (nu professor)
F. D. Zandstra en ik hem bijstonden als
secretaris. Hij noteert er later van dat daar
- in tegenstelling tot vele andere provin
cies - op distributiegebied veel goed werk
kon worden gedaan. Misschien is het ook
Boumans invloed geweest dat er althans
in Zeeland niet bij werd gepolitiseerd. Ik
heb dit werk altijd beschouwd als een
soort ETI-werk avant la lettre, dat mij
goed te stade is gekomen. Kort daarna
heb ik een stage op eigen kosten bij het
ETI-Zuid-Holland gedaan. Het regionale
werk paste erg goed in de filosofie van
Bouman. Dezelfde redenering kan ik op
zetten voor de oprichting van het Zeeuws
Tijdschrift.
2b komeh we bij zijn werk in het sociatrl-
psychologische vlak, het Volkshoge-
schoolwerk, waar hij de te scherpe tegen
stellingen binnen het Nederlandse volk tot
een mogelijke oplossing zag komen. Ver
der zijn bijdragen in Het Gemeenbest, het
werk in Bentveld en Woudschoten. Dan,
ook nog voor de oorlog, de Jong-Neder-
Jandse Beweging, een kleine kerngroep
waar hij ons ook bij betrok. En dan komt
de Nederlandse Unie, voor Bouman een
verlengstuk van de vorige bewegingen.
Misschien was het politiek niet helemaal
verstandig, maar ir. M. de Vink, later
directeur van de PPD en de voortreffelijke
ZLM-man Van Uxem kunnen met mij ge
tuigen van de consequente Deutsclifeind-
lichkeit van Bouman. Zeker hij zag hierin
een mogelijkheid om de vrijheid van spre
ken in besloten gezelschappen te kunnen
voortzetten. Alhoewel strikt genomen
Bouman geen actieve illegaal was zijn uit
zijn kring dezulken wel voortgekomen. In
de oorlog repeteerde hij geschiedenis met
mij op mijn illegale adres bij de Sandijcks
in de Lange Delft. Het lesgeld stortte mijn
vader op illegale rekening.
Zijn grootste leerling op de HBS was Job
van Leur, zoon van een koffiehuishouder
uit Veere, waarop zijn invloed dacht ik
door hem te bescheiden is weergegeven.
Het proefschrift van Van Leur (Leiden
1934) gericht op het begrijpen van het
Aziatische nationalisme en van de Indone
sische vrijheidsbeweging in het bijzonder
werd toen vijandig ontvangen. Later, na
zijn gewelddadige dood in de oorlog, ver
kreeg Van Leur internationale faam. Bou
man was trots op hem, zoals op zovele
van zijn leerlingen, ook op lagere niveaus.
Er valt nog zoveel te vertellen over deze
uiterst belezen, evenwichtige, sobere en
aangename man. Bijvoorbeeld over zijn
praktische huiselijkheid en huishoudelijk
heid zoals mijn vrouw en ik die hebben
ervaren toen het gezin tengevolge van de
inundatie in 1944/1945 bij haar ouders
inwoonde. Ook zijn schaaksimultaanséan-
ces aan de HBS staan me nog helder voor
de geest. Vergeten wij tenslotte niet dat
Bouman ook een speciale opdracht heeft
vervuld door geschiedenis te onderwijzen
aan prinses Beatrix.
Ik zou nog enige vrienden willen noemen.
Levien de Bree bijvoorbeeld die ons kort
na Bouman ook is ontvallen en die hij aan
zette tot een studie over de industrieel
Stork. En Piet Bom, de boer op Noord-
Beveland bij wie thuis hij verschillende van
zijn werken schreef. Consequent keerde
hij dan terug naar het platteland waarvan
wij zagen dat Bouman het door zijn een
voud en overzichtelijkheid lief had.
Bouman had zich ook elders dan in Mid
delburg- kunnen vestigen, misschien in
Zutphen of Alkmaar. Maar de doorbraak
in zijn- leven heeft zich nu eenmaal in
Zeelands hoofdstad afgespeeld. En daar
om hoort hij in het Zeeuws Tijdschrift,
waaraan hij ook enkele bijdragen afstond,
te worden herdacht.
Ook in de oorlog hielp Bouman de Zeeuw
se Volksuniversiteit opzetten, al waren
daar natuurlijk mr. F. W. Adrfaanse en
mevrouw De Vink-Olthoff de prominenten
van. Ook zij waren grote vrienden van de
Boumans. Voor het eerst valt dan indirect
de naam van Stien, de vrouw van Piet,
zonder wie Boumans werk toch echt on
denkbaar zou zijn geweest.