omdat zij waren van joodse stam
37
Over de omvang van de Joodse groepe
ringen in Zeeland kort voor de tweede
wereldoorlog zijn mij geen exacte gege
vens bekend. Een Middelburgse politie
functionaris stelde in juni 1940 een lijst op
van aldaar woonachtige Israëlieten van
Nederlandsche nationaliteit". Op die lijst
komen de namen en adressen voor van 55
Joodse stadgenoten. Drie namen werden
doorgestreept en ondergebracht op een
aparte staat Israëlieten van Buitenland-
sche nationaliteit". Zij omvatte zes perso
nen, waarvan er één, een bejaarde Bel
gische, te Middelburg was geboren en
hier ook altijd had gewoond. De lijst is
mogelijk samengesteld in opdracht van
Zeelands eerste Beauftragte, dr. Linde.
Medio juni 1940 toonden de Duitse autori
teiten overigens nauwelijks aandacht voor
„het Joodse probleem" in Nederland;
eerder ontkenden zij op dat tijdstip het be
staan van een Joods vraagstuk in ons
land. Grote belangstelling hadden zij daar
entegen voor Joodse vluchtelingen van
Duitse nationaliteit en ook van deze
categorie stonden er vier, apart gerubri
ceerd, op de sinistere lijst. Welgeteld be
De synagoge te Middelburg, exterieurtekening
vatte het duistere stuk de belangrijkste
personalia van 62 Joodse medeburgers.
Hun werkelijk aantal moet iets groter ge
weest zijn. Een latere Middelburgse lijst,
waarschijnlijk in opdracht van de Sicher-
heitspo/izei samengesteld, verstrekt ge
gevens aangaande 73 personen. Presser 1
telde per 1 oktober 1941 voor Middelburg
72 Joodse burgers. Zijn manier van tellen
is evenwel een zeer ongebruikelijke: in
grimmige bewogenheid rekent hij „half-
joden" en „kwartjoden" als halve en
kwart zielen. Zo telden in vroeger eeuwen
de slavenhandelaren hun „kroesvee": de
slaven werden tot hele en halve werk
krachten herleid.
Ten gerieve van de bezetter maakte de
Rijksinspectie van de bevolkingsregisters
in 1941 een Statistiek der bevolking van
joodschen bloede in Nederland"^Jo
den, „halfjoden" en „kwartjoden" wer
den in dit werkstuk respectievelijk in de
rubrieken J, G I en G II ondergebracht (de
G voor gemengd bloed). Volgens deze
statistiek woonden per 1 oktober 1941 in
Middelburg 54 J's, 23 G I's en 26 G U's, te
zamen 103 mensen die Presser met de
schijn van cynisme tot 72 Joden reduceer
de.
In Vlissingen telde de Rijksinspectie voor
noemd 37 Joden en 12 zogenaamde half
joden categorie G I voor Zierikzee
waren de aantallen 25 en 2, voor Ter-
neuzen 13 en 3. Koudekerke stond geno
teerd voor 11 „voljoden" en 4 „halfjo
den"; deze mensen waren ongetwijfeld
met hun „arische" medeburgers uit Vlis
singen gevlucht om beschietingen en
bombardementen te ontlopen.
Voor Goes stonden 9 „vol"- en 4 „half
joden" te boek, voor Sint-Laurens 8 „vol
joden", ook weer mensen die de stad in
dit geval Middelburg in verband met
het oorlogsgebeuren verlaten hadden.
Veere telde 4 „voljoden", Hulst 2 „vor
en 4 „halfjoden". Voor Oost- en West-
Souburg waren de aantallen 1 en 7, voor
Heinkenszand 1 en 2, voor Axel 1 en 1.
Er woonde een Jood in Haamstede, in
Kruiningen, in het Walcherse Seroos-
kerke; er woonde een „halfjood" te Sas
van Gent, in Sint-Maartensdijk, in IJzen-
dijke en in Zoutelande.
De statistiek van de Rijksinspectie kwam
voor de provincie Zeeland op een totaal
van 170 „vol"- en 67 „halfjoden". De
„kwartjoden" rubriek G II zijn hier
buiten beschouwing gebleven omdat deze
groep niet aan vervolging heeft blootge
staan.
Tijdens de opmars van de SS-troepen in
Zeeland probeerde een onbekend aantal
Joodse Zeeuwen uit Walcheren naar
Zeeuwsch-Vlaanderen en zo mogelijk
naar Frankrijk, Engeland te ontkomen.
Maurits Jesaijes uit Middelburg verdween
spoorloos, zijn niet-Joodse vrouw en hun
tweejarig dochtertje achterlatend; dus
doende meende hij zijn kind de beste
1) Dr. J. Presser: Ondergang. De vervolging
en verdelging van het Nederlandse Joden
dom 1940-1945. Eerste deel pag. 415.
's-Gravenhage 1965.
2) Statistiek der bevolking van joodschen
bloede in Nederland. Samengesteld door de
Rijksinspectie van de bevolkingsregisters
aan de hand van de formulieren van aan
melding ingevolge Verordening no. 6/1 941
van den Rijkscommissaris voor het bezette
Nederlandsche gebied. 's-Gravenhage
1942.