programma's schrijven, politiek bedrijven 83 BP: wenst de werkgelegenheid te bevor deren door een voorzichtige indu strialisatie die meer arbeidsintensief moet zijn. De BP wijst industrievesti ging tot elke prijs af. PvdA: De Zeeuwse ruimte moet véél beter verdeeld worden. GPV: Bij industrialisatie moet rekening worden gehouden met de aard van de eigen bevolking. De vlucht in algemeenheden is al eerder aan gestipt bij het onderdeel leefbaarheid. Iedere partij heeft zijn denkbeelden daarover, maar verwoordt het door de algemene term "leef baarheid". Verwerking Hoe wordt het partij-programma nu gereali seerd? Men zou zich kunnen voorstellen dat bij de eerste de beste gelegenheid de grote punten naar voren worden gebracht of voor stellen in de statenvergadering worden ge daan. In de praktijk loopt dat niet zo'n vaar. Het ge beurt hoogst zelden dat de partijen initiatief voorstellen doen. In de betreffende periode van 1974—1977 gebeurde dat slechts een enkele maal o.m. over de democratisering van de havenschapbesturen en het instellen van een reservefonds voor de kerncentrale. Waarschijnlijk is dit toe te schrijven aan het feit dat de grootste fracties in het dagelijks bestuur van de provincie vertegenwoordigd zijn en óf hun gedeputeerde niet voor het hoofd willen stoten óf hun voorstellen inder daad via hun vertegenwoordigers in G.S. in de staten brengen. Om de partijprogramma's politiek gestalte te geven is bij de aanvang van de zittingsperio de 1974—1978 een nieuwe werkwijze ont staan. Bij het overleg over de samenstelling van het college van G.S. bleek er behoefte aan het formuleren van een aantal beleidsafspraken. De mogelijkheid bestond toen voor de in het overleg betrokken partijen om hun eisen, aan het programma, in te brengen. Ais resultaat van diverse besprekingen is toen een lijst van beleidsafspraken tevoor schijn gekomen. Uit de gang van zaken (de verslagen van het overleg werden gepubli ceerd) valt op te maken dat de initiatieven voor het vastleggen van beleidspunten nagenoeg alleen van de PvdA afkomstig wa ren. De andere partijen hadden op zich geen bezwaar tegen deze methode, maar gebruik ten de mogelijkheid niet hun programma te concretiseren. Overigens moet geconstateerd worden, dat het geen algemeen beleidsplan betrof. Het ging duidelijk om een aantal specifieke zaken waarvan vooral de bereidheid van de PvdA om mee te werken aan het college van G.S. afhankelijk was. Over vraagstukken van meer dan gewone importantie bijv. de Oosterschelde en de vas te oeververbinding werd in de afspraak niet gerept. Het karakter zou men kunnen om schrijven als aanvullend, alhoewel bepaalde onderdelen van fundamentele betekenis ble kend-zijn (bijv. de openbaarheid en de dis- Ze Óss'ie óver de kernen). Samengevat zijn de belangrijkste afspraken: a. collegevorming: 2 PvdA1 VVD, 1 CHU, 1 KVP en 7 AR. b. nevenfunkties van G.S.-leden worden openbaar gemaakt; c. verbetering rechtspositie GS-leden; d. minderheidsstandpunten van G.S.-leden zijn toegestaan. e. er wordt een commissie ingesteld voor de verhouding burger - overheid, die ook zal adviseren over de openbaarheid van commissies en documenten; f. democratisering van de havenschappen; g. bevordering van een studie over de struc tuur en werkwijze PZEM inclusief tarief stelling. h. nota over stad en platteland; geen Sloe II. i. instelling planbureau j. coördinatie van ambtelijke milieu diensten k. meerjarenraming culturele voorzieningen regelmatige onderzoeken arbeidsmarkt m. Actief overleg met België over grenspro blemen n. aanstelling onderwijssocioloog o. doorspitten van begroting in relatie tot provinciale taak. Naar mijn mening is toch gebleken, dat de vastlegging van deze punten in een "bood schappenlijst" voor het college van G.S. ef fectief is geweest. In de loop van de zittings periode zijn een aantal zaken afgewikkeld en de punten die nog op afdoening wachten zijn op de vingers van één hand te tellen. Welis waar zijn alle zaken misschien niet opgelost op de wijze zoals de voorstellers verwacht ten, doch de politieke discussie heeft plaats gevonden. Afhankelijk bestuur Bij het overzien van drie jaar beleid van de staten van Zeeland met op de achter grond de inhoud van de politieke pro gramma's, blijkt, dat een aantal vraag stukken niet is voorzien. De programma's geven daar geen uitsluitsel over. Dat is niet zo'n vreemd verschijnsel. Immers het provinciaal bestuur beweegt zich op een tussengebied. Boven torent het rijksbestuur en op het grondvlak spelen de bestuurlijke bezigheden van de gemeenten zich af. Vooral in relatie tot het regeringsbeleid vormt een belangrijk gegeven in de provinciale poli tiek. Grote thema's zoals energie, werkgelegen heid, milieu en veiligheid raken op menig punt het rijksbeleid. Dat wordt duidelijk aan getoond door de stroom van nota's die er uit Den Haag op de provincie afkomt. Genoemd worden uit deze zittings periode Inrichtingsschets Grevelingen. De vormgeving van dit grote recreatie gebied raakt het Zeeuwse territoir. Oriënteringsnota Ruimtelijke Ordening. Richtinggevend voor de planologische beleidsvoering in de komende jaren. Verstedelijkingsnota Toegespitst op de dichtbevolkte gebie den, doch niet zonder betekenis voor Zeeland. Nota landelijke gebieden. Wat gaat er met de agrarische gebieden gebeuren. Welk evenwicht kan er gevon den worden tussen grondgebruik en landschapsbescherming? Structuurschema electriciteitsvoorziening. De stijgende energiebehoefte van Neder land te dekken met productie van Kern centrales in Zeeland? Reorganisatie wa terschapsbestel. Ingreep in het traditionele waterschaps wezen in Zeeland. Reorganisatie binnenlands bestuur. Zeeland blijft Zeeland, maar wordt het plaatselijk bestuur niet uitgehold? Bestuur en beheer van de Zeehavens. Positie van de havenschappen in het ge ding. Uit de aangegeven karakteristiek blijkt dat er in alle gevallen raakpunten zijn met het pro vinciaal belang. De provincie in hoogste instantie de staten moeten een visie geven op het voorgestelde beleid en daarbij de ge volgen voor de regio afwegen. In die geval len is duidelijk sprake van een afhankelijk bestuur. De beslissing wordt door het rijk ge nomen, doch de visie van het provinciaal be stuur speelt mee. De visie van de statenleden wordt in deze problemen slechts sporadisch geschraagd

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1977 | | pagina 15